CD: VCMG - Ssss

Het was het jaar 1981, zo'n negen jaar voor wereldhit Enjoy The Silence, dat Depeche Mode het debuutalbum Speak & Spell uitbracht. Niet veel later hield bandlid en medeoprichter Vince Clarke het echter al weer voor gezien om zijn eigen weg in te slaan met synthpop en new wave-acts Yazoo en Erasure. Toen bekend gemaakt werd dat Clarke na dertig jaar de samenwerking aan zou gaan met Depeche Mode-lid Martin Gore, werd hun verwachte album al snel gebombardeerd tot hoog geanticipeerd. Ssss blijkt echter allesbehalve een 'supersterplaat' te zijn. 

VCMG - SSSS

Ssss is het resultaat van Clarkes sinds kort gewekte interesse voor technomuziek. Toen het idee ontstond om zelf een technoalbum te ontwikkelen kwam hij, op zoek naar iemand om de handen mee ineen te slaan, uit bij oud-collega Vince Clarke. Opvallend is dat de gehele productie van het album is verlopen via e-mailcommunicatie. Door samples en audiobestanden over en weer te sturen kreeg het album geleidelijk vorm. Deze koude manier van samenwerken uit zich hoorbaar in het eindresultaat: een monotone, slepende, maar vooral anonieme plaat.

Over het geheel genomen heeft VCMG zich vastgebeten in een minimale aanpak van muziekontwikkeling. Beginnend met een consistente beat kleden zij elk nummer geleidelijk aan. Openingstrack 'Lowly' trekt niet direct alles uit de kast, maar creëert een toonzettende atmosfeer door een pulserende melodielijn over een vast beatpatroon te zetten. Direct is hoorbaar dat de productiekwaliteit weinig te lijden heeft gehad onder het gebrek aan persoonlijke communicatie. De beats en geluiden lopen gesmeerd in elkaar over en van botsende muzikale ideeën is geen sprake.

'Spock' circuleerde, samen met wat remixes, al langer over het internet op de eerder verschenen Spock EP1. Een diepe bas probeert  hier tot in je onderbewuste door te dringen. De donkere elektronica speelt hier en daar met IDM-elementen en ontvouwt zich na een drietal minuten in een dansbaar geheel.

Een factor die nog wel eens voor disbalans wil zorgen is de soms clichématige vorm van samplegebruik. Tijdens 'Windup Robot' zijn er bijvoorbeeld geluidseffecten hoorbaar die niet weg te denken zijn uit de soundmap van een willekeurige retro sciencefictiongame. 'Bendy Bass' is ook een voorbeeld van dubieus samplegebruik. Af en toe lijkt het alsof aliens contact proberen te maken via je speakers. Dit soort momenten komen niet te veel voor, maar leggen wel bloot dat Clarke nog nieuw is met techno en er aardig op los experimenteert. Laatsgenoemde track doet zijn naam daarentegen wel eer aan met een aantal vuige basswobbles.

'Single Blip' opent de sluizen wederom voor een portie beukende techno en acid synthesizermelodiën en mondt uit in een opeenvolging van pakkende drops. In tegenstelling tot de meeste nummers op Ssss is tijdens deze track een spoor van emotie te bekennen in het koude technolandschap. Het is jammer dat dit soort momenten schaars zijn, want zodra kille muziek een warm gevoel opwekt ontstaat er een chemie die erg effectief was op bijvoorbeeld de eerdere technoplaten van Autechre.

vcmg

Ook 'Aftermaths' valt onder het kopje opvallende samplekeuze. Geluiden die doen denken aan gorgelende robots en later verschijnende controlekamergeluiden bieden niet veel bruikbaar materiaal voor de luisteraar. De latere basmelodie komt echter als geroepen en weerhoudt het nummer ervan in elkaar te zakken. Ook de beats schakelen nog een tandje bij en dopen het nummer om tot een climaxerend geheel.

Het probleem met een monotone technoplaat als deze is dat je eenmaal aangekomen bij afsluiter 'Flux' waarschijnlijk geen idee meer hebt hoe het eerste nummer klonk. De muziek zelf biedt daarnaast weinig wat nog nooit eerder (en beter) gedaan is. En dat is jammer, want van twee vernieuwers op het gebied van synthesizermuziek mag je stiekem wel iets meer verwachten.

De kritiek daargelaten is het bewonderenswaardig hoe twee iconen een haast pretentieloos album als Ssss kunnen afleveren dat muzikaal gezien niets te maken heeft met Depeche Mode of Erasure. Het mag duidelijk zijn dat Ssss een plaat is die gewoonweg uit iemands systeem moest. Omdat de muziek zich ook op zo'n manier uit, slaat het elke hooggespannen verwachting op een supersteralbum uit de wind. Hierdoor kun je de cd beter nemen voor wat het is zonder dat het album zich te veel laat verhouden naar hun eerdere werk. Met een speeltijd van een redelijk monotoon uur zal de cd geen hoge replayfactor hebben, maar laat zich wel gebruiken om af en toe eens afgestoft te worden voor een uurtje ongeremde techno.