CD: Dead Can Dance - Anastasis

Voor een band die in de jaren tachtig meesterwerken afleverde als Spleen And Ideal en Within The Realm Of A Dying Sun, stuk voor stuk albums die zich mogen scharen onder het rijtje bepalende gothicalbums (samen met werk van onder andere The Cure, Bauhaus en labelcollega's Cocteau Twins), is het imponerend om te zien hoe zij anno 2012 nog steeds uit diezelfde creatieve energiebron weten te putten. Anastasis mag dan wel een Griekse vertaling voor herrijzenis zijn, zodra de eerste theatrale klanken en galmende zang van Brendan Perry vrijkomen lijkt het er allesbehalve op dat dit hun eerste album in zestien jaar is. Ze lijken nooit weg geweest te zijn.

Dead Can Dance - Anastasis
 

Nadat Brendan Perry en Lisa Gerrard in 1998 besloten dat het doek gevallen was voor Dead Can Dance, kwamen zij in 2005 weer bij elkaar voor een wereldtournee. Al tijdens deze tour werden er plannen gemaakt om in de toekomst een nieuw album uit te brengen. De reden dat het alsnog zeven jaar heeft geduurd voor Anastasis het dagmaanlicht zag, laat zich voornamelijk verklaren door de drukte van het werken aan allerlei solomateriaal. Zo bracht Brendan Perry in 2010 nog het album Ark uit, dat ook de karakteristieke darkwavesfeer van Dead Can Dance droeg, maar zich door middel van triphop een moderner geluid toe-eigende. Anastasis bestaat daarentegen voor het grootste gedeelte uit klassieke geluiden, waardoor het nog moeilijker is dit huidige werk te onderscheiden van het jaren tachtig materiaal.


Diegenen die Brendans en Lisa's muzikale activiteiten actief gevolgd hebben zullen zich niet verbazen dat de vocalen op Anastasis nog zo klinken als vanouds. Loepzuiver maar met een overdonderende en bedwelmende kracht. Het onderscheid tussen de bijdragen van dit duo is vrij duidelijk te herkennen. Het sterkste songmateriaal komt van de Perry-nummers, terwijl de nummers van Lisa Gerrard vaak bestaan uit wereldmuziekcollages (voornamelijk Noord-Afrikaanse en Arabische invloeden) waar zij dromerige sfeerverhogende klanken uitstoot. Zo word je per nummer meegenomen van de sferische art-rock van de band hun bekendere werk, naar de wereldse landschappen die opgebouwd worden uit zware percussie, cimbalen, blaasinstrumenten en violen waarbij elke noot gedoopt wordt in de stroom van reverb die het geluid van Dead Can Dance zo heilig maakt.

Dit is een band die weet hoe je een album moet openen. Zoals zij met hun beste nummers 'The Host Of Seraphim' en 'Anywhere Out Of The World' klassiekers uit hun vroegere werken in wisten te luiden, weet op dit album 'Children Of The Sun' direct de juiste toon te zetten. Onder begeleiding van roffelende drums, euforische blaasinstrumentatie en een klap op de gong wordt Perry's galmzang op momenten omhuld door Gerrards vloeiende klanken, resulterend in een duet waarbij Perry de boventoon voert. Van samenzang is verder nog weinig sprake. Zoals eerder aangegeven bestaat het songmateriaal voornamelijk uit twee thema's (gothische art-rock en wereldmuziek) waarbij telkens één stem per thema wordt geïntroduceerd. De coherentie van het album wil daarom nog wel eens uit balans raken, maar toch bestaat er door de nummers heen geen moment van twijfel dat we te maken hebben met materiaal van Dead Can Dance.

Dead Can Dance


De replaywaarde van het album ligt iets lager dan bij hun eerder genoemde klassiekers. De muziek is in zijn totaliteit gezien dan ook wel eens avontuurlijker en spannender geweest. Toch zullen bijvoorbeeld de neoklassieke gitaarlijnen die 'Kiko' afsluiten, of de pikzwarte synthesizers van 'Opium' genoeg fans tevreden stemmen.

Al met al kan gezegd worden dat Anastasis een sterke comebackplaat is geworden. Een mooie toevoeging aan hun oeuvre en, misschien nog wel belangrijker, zeker geen plaat die afbreuk doet aan hun decennialange status als darkwavepioniers. Het esthetische geluid dat Anastasis als een droom doet ervaren geeft je het gevoel dat zij de afgelopen zestien jaar niet weg zijn geweest, maar zich enkel in de roes bevonden van een schoonheidsslaap.