Leger Israël valt Gazastrook binnen
De inval komt niet als een verrassing. Israël had al eerder gedreigd met een inval in de Gazastrook wanneer de 19-jarige soldaat, die door de radicale Palestijnse groep Volks Verzet Comités (PRC) en de gewapende tak van de Hamas-beweging werd ontvoerd, niet vrijgelaten zou worden. De militante groepen drongen via een tunnel vanuit de Gazastrook Israël binnen en bestookten de legerpost voorbij de grensovergang Kerem Shalom met machinegeweren en raketwerpers. Bij die aanslag kwamen twee soldaten om het leven en werd de 19-jarige soldaat ontvoerd. Abbas veroordeelde die aanslag en zei dat onschuldige Palestijnen het slachtoffer zouden worden van deze radicalen.
Israël heeft toen aangegeven te wachten omdat er pogingen door de Egyptische en Franse diplomaten werden ondernomen om de gegijzelde Israëlische korporaal Gilad Shalit, door middel van onderhandelingen, vrij te krijgen. Deze onderhandelingen zijn op niets uitgelopen. Premier Olmert ging niet in op de eis van de ontvoerders die de soldaat wilde ruilen voor alle gevangen Palestijnse vrouwen en kinderen. Vrijwel zeker hebben de militante groepen ook een Joodse kolonist uit de Jordaanoever ontvoerd. Hij zou worden gedood wanneer Israël zich niet meteen terug zou trekken. Deze ontvoering werd door Israël nog niet bevestigd, maar zal zeker onderzocht worden.
Voordat Israël de Gazastrook binnentrok zijn drie bruggen op belangrijke verbindingswegen verwoest. Ze wilden hiermee voorkomen dat de 19-jarige soldaat werd verplaatst naar een omliggend land. Ook is er een elektriciteitscentrale verwoest zodat grote delen van de Gazastrook zonder stroom zitten. Het dagblad Haaretz meldde dat Israël een vermoeden heeft dat de militair in de buurt van het vluchtelingenkamp Khan Yunis, in het zuiden van de Gazastrook, vastgehouden wordt. Het is volgens een Israëlische woordvoerder absoluut niet de bedoeling om de Gazastrook opnieuw te bezetten "We willen alleen onze jongen terugbrengen naar huis, dat is alles", aldus minister van Infrastructuur Benjamin Ben-Eliezer.
Met dank aan Boiler voor de submit.