Het kerstgevoel van Zonnetje40

Het is kerst. Columnisten delen hun kerstgevoel met jou. In deze column het kerstgevoel van Zonnetje40.

“En? Voel je je jarig?” Mijn tante keek me vriendelijk aan. Ik voelde de paniek in mij opkomen. Want er was wat met mij. Dat kon niet anders. Dit was al mijn twaalfde verjaardag en ik had me nog nooit jarig gevoeld. De wereld om mij heen had dus een ‘jarig gevoel’ als ze hun geboortedag herdachten, en ik voelde niets. Soms werd ik zelfs overvallen door een vaag teleurgesteld gevoel, als ik ’s avonds in bed mijn verjaardag overdacht. Was dit het nou? En waarom voelde ik me zo neerslachtig? Er was toch visite? Aandacht genoeg? Leuke cadeaus? Daar lag het ook niet aan, dat wist ik ook wel. Het kwam door mijn gevoel. Dat ik niet had. En de rest van de wereld wel.

Hetzelfde gold voor kerst. Vroeger gingen we op eerste kerstdag naar de kerk. Twee keer. Het was eigenlijk net een gewone zondag. Gereformeerde kerken werden niet versierd. Geen kerstboom, geen kaarsjes. Gewoon kaal, net als altijd. Ook de preek was altijd weer gericht op volwassenen, als kind begreep ik er geen moer van. Ik wilde zo graag het kerstverhaal horen, over de geboorte van Jezus. Maar dominees maakten er een sport van om vanuit een andere invalshoek via David en andere U-bochten de geboorte van Jezus zo ingewikkeld mogelijk aan te stippen. Het enige waarin de kerkdienst afweek van andere diensten was het feit dat er een trompettist naast het orgel stond en de tweede stem probeerde mee te trompetteren. Vaak was de trompet pas na drie kwartier op temperatuur, waardoor de schelle tonen je door merg en been gingen. Net een jongen met de baard in zijn keel.
We aten wel feestelijk, de kerstboom thuis stond er in al zijn glorie, maar zodra een familielid begon over het kerstgevoel, dan werd ik er weer pijnlijk aan herinnerd: Er mankeerde wat aan mij. Want ik had geen kerstgevoel. Iedereen voelde iets wat ik niet voelde. Wat vreselijk.

Oudejaarsavond. Voor kinderen natuurlijk een feest, als je de hele avond op mag blijven, na twaalf uur ’s nachts naar buiten mag en naar het vuurwerk kijken. Het was kerstvakantie en ik vond het altijd de ergste vakantie van het jaar. Herfstvakantie was leuk, dan was je gewoon vrij, maar hoefde niets te vieren. Zomervakantie was fantastisch: zes weken lang genieten van zomer en vakantie. Maar de feestdagen stemden mij wanhopig en teleurgesteld.

Toen ik mijn eigen gezin had, werd het er niet beter op. Sterker nog: ik voelde me nu verantwoordelijk voor kerstgevoel, verjaardaggevoel, het algehele feestviergevoel. Zoals mijn moeder vroeger de spil en organisator van het feestgedruis was, zo was ik nu degene waar mijn gezin op bouwde als er iets gevierd ging worden. Ik voelde alleen maar stress met kerst, verjaardagen en oud en nieuw. Was mijn huis wel schoon? Had ik alle cadeaus in huis? Had ik alle boodschappen in huis en genoeg te eten voor iedereen? Waren alle kleren wel netjes gestreken en had iedereen nog schone sokken in de kast? Zou mijn man een beetje gezellig zijn naar de visite toe? Dáár was ik mee bezig. En er was opluchting als het feest weer voorbij was.

Een geluk van het ouder worden is, dat je ook meer inzicht krijgt in jezelf. Nu weet ik, dat ik in mijn jeugd een meisje was met veel fantasie en met hooggespannen verwachtingen. Daardoor ontstond er altijd een teleurgesteld gevoel, omdat het niet aan mijn verwachtingen voldeed. Want in mijn fantasie was er geen ruzie tussen mijn ouders, uitgerekend op eerste kerstdag. In mijn fantasie regende het niet op mijn verjaardag. In mijn fantasie waren niet alle buren elders om oud en nieuw te vieren, maar was iedereen thuis en ging om twaalf uur de straat op om de buren een goed nieuwjaar toe te wensen. In mijn fantasie was iedereen blij en gelukkig. En dan valt de werkelijkheid altijd tegen.

Een aantal jaren geleden beleefde ik de verschrikkelijkste kerstdagen van mijn leven. Ik had het moeilijke besluit genomen om na een huwelijk van 18 jaar bij mijn man weg te gaan. Afschuwelijk om dit nieuws aan onze drie kinderen te moeten vertellen. Maar het was niet anders. De kerstdagen brachten we gescheiden door, en na de jaarwisseling hebben we de echtscheiding geregeld.

Toen werd alles anders. Ik ontmoette de liefde van mijn leven. De man, met wie ik in 2009 getrouwd ben. Hij maakte mijn leven compleet en riep gevoelens bij mij op waarvan ik niet eens wist dat ik ze had. Hij wist op alle fronten bij mij de gevoelige snaar te raken. Op mijn 40e verjaardag vóelde ik me voor het eerst van mijn leven heel jarig. Dat kwam door hem. Onze eerste kerst samen was de geweldigste kerst van mijn leven. Dat kwam door hem. Ons eerste oud en nieuw samen zal ik nooit vergeten. Dat kwam door hem. Wij verstaan samen de kunst om van elkaar te genieten.

Vroeger was de sfeer thuis niet goed. Mijn ouders hadden een slecht huwelijk en dat kwam met name tot uiting tijdens de vierdagen. Altijd was het een gespannen toestand en haalde iedereen opgelucht adem als het weer voorbij was. Ook mijn ex-man en ik hadden een slecht huwelijk. Ik was blij, als hij na de kerstdagen weer aan het werk ging.

Dat is het dus. Het gaat om harmonie. Om liefde. Het gaat er niet om hóe je feestdagen doorbrengt, maar met wie. Mijn man en ik zeggen wel eens tegen elkaar: “Al zouden wij boven op een vuilnisbelt een boterham met pindakaas zitten te eten, dan zouden we het nóg leuk hebben samen.”
En zo is het. Ook nu verheug ik me op de kerstdagen. Maar eigenlijk verheug ik me op elke dag van de rest van mijn leven. Omdat ik die met de liefde van mijn leven mag doorbrengen. Omdat ik eindelijk kan vóelen! Elke dag weer. En dat gevoel gun ik iedereen. Iemand die zo veel van je houdt, dat elke dag een feest is.