In Memoriam: Cassius Clay / Muhammad Ali (1942-2016)

Het gevecht van de eeuw

Uit het Nieuwsblad van het Noorden van 27 oktober 1970
Uit het Nieuwsblad van het Noorden van 27 oktober 1970

In 1970 zou Ali zijn bokslicentie terugkrijgen. Datzelfde jaar won de bokser wedstrijden van Jerry Quary en Oscar Bonavena, waarmee de weg naar een titelgevecht tegen de regerende wereldkamioen zwaargewicht Joe Frazier open lag. Het gevecht, dat de boeken in zou gaan als 'het gevecht van de eeuw' vond plaats op 9 maart 1971 in Madison Square Garden in New York. Joe Frazier had 23 van zijn 26 gevechten op knock-out gewonnen; uitdager Ali had 26 van zijn 31 gevechten op knock-out gewonnen. De boksers was elk 2,5 miljoen dollar toegezegd, een nog ongehoord bedrag voor een enkele wedstrijd in die tijd.

Uit de Boca Raton News van 28 februari 1971
Uit de Boca Raton News van 28 februari 1971

In een afgeladen Madison Square Garden zagen de vele aanwezigen een felle strijd tussen de twee bokslegendes. In de eerste rondes van de wedstrijd wist Ali nog te domineren maar de bokser moest uiteindelijk na een vijftiental rondes zijn meerdere erkennen in wereldkampioen Frazier. Het was Ali's eerste verlies in een profwedstrijd en pas de derde keer dat Ali neerging in een gevecht.

Gedurende 1973 moest Ali een aantal grote gevechten aangaan om zo weer in aanmerking te kunnen komen voor het gevecht om de wereldtitel. Zo vocht hij in maart 1973 tegen Ken Norton en brak daarbij zijn kaak. Een half jaar later nam Ali wraak voor het verlies door een tweede partij tegen Norton op indrukwekkende wijze te winnen. Ook vocht Ali op 20 oktober 1973 in het Sannajan-stadion van Jakarta tegen de Nederlandse topbokser Rudi Lubbers, die uiteindelijk op punten zou verliezen in een adembenemende strijd die ook live op de Nederlandse televisie werd uitgezonden. Zijn volgende gevecht was tegen Frazier, die ondertussen zijn titel had verloren aan George Foreman.

Uit de Leeuwarder Courant van 9 maart 1971
Uit de Leeuwarder Courant van 9 maart 1971

Op 28 januari 1974 vond de rematch plaats tussen Ali en Frazier. Voorafgaande aan de wedstrijd, die wederom werd gehouden in het Madison Square Garden, waren beide boksers te gast in het programma Wide World of Sports waarin de mannen terugkeken op hun vorige gevecht. Het programma liep uit op een handgemeen tussen de twee sportmannen die daar beiden een boete voor kregen. De toon voor een tweede confrontatie werd daarmee gezet. Na een bikkelharde strijd van 12 ronden werd Ali uitgeroepen tot winnaar van de match en was de bokser klaar voor de titelstrijd met de op dat moment heersende wereldkampioen George Foreman.

Uit de Lakeland Ledger van 15 augustus 1974
Uit de Lakeland Ledger van 15 augustus 1974

Rumble in the jungle

Op 30 oktober 1974 vond de titanenstrijd plaats tussen Ali en Foreman in Kinshasa, de hoofdstad van Zaïre (het latere Congo). De wedstrijd, die werd georganiseerd door bokspromoter Don King, zou de boeken ingaan als de 'Rumble in the Jungle'. Foreman en Ali brachten beiden een groot deel van de zomer trainend in Zaïre door, om aan het tropische klimaat te kunnen wennen. Het gevecht zou oorspronkelijk in september plaatsvinden, maar vanwege een blessure die Foreman opliep tijdens zijn training, werd een nieuwe datum geprikt in oktober.

Uit de Ludington Daily News van 3 april 1974
Uit de Ludington Daily News van 3 april 1974

Voor het oog van tal van Hollywoodsterren en enkele voormalig wereldkampioenen sloeg Ali Foreman in acht ronden tegen het canvas en werd zo opnieuw wereldkampioen zwaargewicht boksen. Foreman toonde zich een slecht verliezer en had tal van uitvluchten om zijn verlies te verklaren. Desnietaltemin zouden de twee sportmannen gedurende de rest van hun leven goed bevriend raken.

The Thrilla in Manila

The Thrilla in Manila
Op 1 oktober 1975 stond Ali, die inmiddels de Nation Of Islam had verlaten en was bekeerd tot het soennisme, voor de derde keer met Frazier in de ring. Ditmaal was het Frazier die de regerende wereldkampioen uitdaagde tot een spectaculair titelgevecht, dat wederom werd georganiseerd door Don King. Het gevecht, dat al snel de titel The Thrilla in Manila kreeg, vond plaats in Quezon City, een stad in Metro Manilla op de Filipijnen en werd wereldwijd door miljoenen mensen bekeken.

Ali had niet zo hard getraind als hij normaal deed voor een titelgevecht, omdat hij een Frazier op zijn retour in de ring dacht aan te treffen. Dat zou hem uiteindelijk vies tegenvallen. In een woeste titanenstrijd van 14 ronden werd Frazier letterlijk blindgeslagen door Ali, die vlak nadat hij wederom tot kampioen was uitgeroepen flauw viel. Ali zou later erkennen dat hij tijdens deze wedstrijd 'de dood' in zijn ogen had gekeken.

Uit de Pittsburgh Press van 1 oktober 1975
Uit de Pittsburgh Press van 1 oktober 1975

In de daaropvolgende jaren zou Ali nog boksen tegen onder meer de Belg Jean-Pierre Coopman, op dat moment een van de beste tien zwaargewichtboksers van Europa, en de Engelse bokser Richard Dunn. Ook moest Ali het in 1976 voor de derde keer opnemen tegen Ken Norton, waarvan hij wederom unaniem op punten won. In 1977 zag Ali's ringarts Ferdie Pacheco dat de reflexen van Ali minder werden en adviseerde de bokser om met pensioen te gaan. In februari 1978 verloor Ali zijn titel aan Leon Spinks, de Olympische Kampioen van 1976.  Ali had de twijfelachtige eer om de eerste zwaargewichtkampioen te worden die zijn titel verloor aan iemand met slechts zeven profpartijen achter zijn naam. Later dat jaar zou het tweetal nogmaals de strijd aangaan waarbij Ali na 15 ronden als winnaar uit de ring zou komen. Op 27 juni 1979 liet Ali weten dat hij een punt zou zetten achter zijn loopbaan als professioneel bokser.

Ali vs Holmes in 1980
Ali vs Holmes in 1980

De tweede comeback van Ali
Ali's pensioen was slechts van korte duur. In oktober 1980 daagde de bokser de op dat moment regerende WBC-wereldkampioen Larry Holmes uit met als doel de eerste bokser te worden die de zwaargewichttitel vier keer wist te winnen. Het mocht echter niet zo zijn. Ali verloor de wedstrijd, die werd gepromoot als The Last Hurrah, in de elfde ronde op een technische knock-out. De aanwezigen zagen een uitgebluste en afgetakelde Ali in de ring en Holmes zou later bekennen dat hij uit respect voor zijn idool en voormalig werkgever ietwat terughoudend gevochten had. Na de wedstrijd werd bekend dat Ali zich had laten onderzoeken in de Mayo Kliniek en dat de resultaten van het onderzoek choquerend waren. De bokser had last van tintelende vingers en ook ging het praten de man moeilijker af. Bokspromoter Don King had al deze informatie achtergehouden, zodat het gevecht tegen Holmes doorgang kon hebben.

Ali leed aan de Ziekte van Parkinson. Desondanks zou de bokser nog eenmaal in de ring staan. Op 11 december 1981 zou Ali tegenover de opkomende ster en toekomstig wereldkampioen Trevor Berbick staan, in een gevecht wat bekend zou worden onder de naam The Drama in the Bahamas. Het gevecht in Nassau kon op weinig media-aandacht rekenen en Ali verloor in de tien ronden durende partij unaniem op punten van zijn twaalf jaar jongere tegenstander. Na dit verlies ging Ali definitief met pensioen in 1981.