Prince of Persia: The Lost Crown

Prince of Persia is een prachtige franchise die bekend staat om vloeiende en elegante platforming. Het is ook een franchise die dood en begraven leek na meer dan tien jaar geen nieuwe games. The Lost Crown brengt niet alleen deze mooie serie terug tot leven, het is bovendien een mooie troonopvolger.

Ik ben vast niet de enige die al jaren weinig Ubisoft-games meer speelt. Het is overdreven en reductief om te zeggen dat spellen als Assassin’s Creed, Far Cry, Watch Dogs en Avatar precies hetzelfde zijn, maar ze hergebruiken zeker wel een specifieke open wereld-game formule die inmiddels behoorlijk voorspelbaar is geworden. Prince of Persia: The Lost Crown is iets totaal anders voor de Franse uitgever, een 2D Metroidvania die een stuk meer gefocust aanvoelt dan de gemiddelde Ubisoft-game.

Een complete verrassing mag je het niet noemen, want The Lost Crown is ontwikkeld door Ubisoft Montpellier, de studio die sowieso de laatste jaren meer originele titels heeft uitgebracht zoals Rayman Legends, ZombiU en Valiant Hearts. Met The Lost Crown hebben ze dus wederom een juweeltje aan hun portfolio toegevoegd.

Overigens speel je dit keer niet als de titulaire prins zonder naam, maar als Sargon. Deze temperamentvolle jongen is een van de zogenoemde Immortals, een groepje elitekrijgers van het Perzische rijk. De prins wordt aan het begin van het spel ontvoerd en vervoerd naar de Qaf-gebergte waar een mysterieuze stad schuilt. De Immortals gaan op achtervolging, maar als ze eenmaal in de berg zitten gaat uiteraard van alles mis.

Het verhaal van The Lost Crown is expres ietwat warrig. Tijd in de Qaf-gebergte is niet lineair en dat zorgt voor een aantal bizarre gebeurtenissen, zo ontmoet Sargon meerdere versies van zichzelf en bepaalde leden van de Immortals ervaren de loop van tijd anders. Helaas weet het verhaal uiteindelijk niet te overtuigen. Je brengt te weinig tijd door met de andere Immortals om echt geïnvesteerd te raken in hun achtergronden. Verder wordt de geschiedenis van de stad vooral aan de hand van veel te lange optionele tekstblokken verteld die bovendien weinig boeiend zijn.

Gelukkig kan ik zeggen dat het verhaal mij dit keer gestolen kon worden, want The Lost Crown is wat betreft spelmechanieken uitstekend. Eigenlijk wist ik al na vijf minuten dat het een lekkere game zou worden om te spelen. Je merkt gelijk dat de controls bijzonder responsief zijn en dat de animaties van Sargon ongelofelijk vloeiend zijn. Dat is fijn, want het versterkt de twee belangrijkste onderdelen van deze game: de plaforming en het vechtsysteem.

Het zou uiteraard geen Prince of Persia-game zijn zonder pittige platformsegmenten in kamers vol boobytraps en puntige voorwerpen. Het is daarbij verrassend uitdagend. Een aantal kamers zouden bijvoorbeeld niet misstaan in games als Super Meat Boy en Celeste. Je moet je vingers serieus aan het werk zetten en creatieve sprongen maken om er doorheen te komen. Als je die games frustrerend vindt zou ik The Lost Crown dus niet aanraden, maar persoonlijk ben ik juist dol op dit soort uitdagingen.

Het vechtsysteem is dus het andere element dat profiteert van de vloeiende controls en animaties. Vergis je niet, vechten in dit spel is behoorlijk robuust en als je enkel filmpjes van de combat zou zien zou je denken dat het hier om een vrij serieuze actie-game gaat. Dit spel bevat allerlei combo’s die je zowel op de grond als in de lucht kunt uitvoeren, een super-meter voor speciale vaardigheden, ingewikkelde extra moves, een parry-systeem en genoeg vijanden en eindbazen die op verschillende manieren je skills testen. 

Met name de spectaculaire baasgevechten maken indruk. Je moet daadwerkelijk patronen leren en de sterkste aanvallen pareren om te overleven. Daarbij worden de gevechten stijlvol in beeld gebracht, met haast anime-achtige superaanvallen. Het vechtsysteem is dus behoorlijk flitsend – mijn enige kanttekening is dat je niet genoeg wordt aangespoord om alle mechanieken uit te buiten. Vaak is het slimmer om conservatief te spelen. Misschien hadden de meer risicovolle technieken en combo’s meer schade moeten laten doen.

De game is qua structuur verder door de Metroidvania vorm gegoten. De grote speelkaart zit vol plekjes die je niet kunt bereiken voordat je specifieke power-ups vindt. Tegenwoordig zijn Metroidvania-games dertien in een dozijn, maar de toegenomen kwantiteit betekent niet dat al die games slim ontworpen werelden hebben. Wat dat betreft zou ik stellen dat The Lost Crown bovengemiddeld goed is, maar zich niet bij de absolute toppers mag aansluiten.

Ubisoft Montpellier heeft er goed aan gedaan om de verhaalroute niet te voorspelbaar te maken en bovendien zitten er een hoop optionele gebieden en zijpaadjes in die je kunt verkennen. De reden dat het toch lichtjes tekortschiet is dat er ook iets te veel sfeerloze gebieden in de game zitten en dat je voor al dat verkennen zelden goed wordt beloond. Je vindt bijvoorbeeld veel geld waarmee je bepaalde items kunt upgraden, maar die upgrades hebben voor mijn gevoel erg weinig impact. Een paar van de moeilijkste uitdagingen geven je in plaats daarvan skins waarmee je Sargon vreemde kleurtjes kunt geven. Misschien dat er mensen zijn die dat leuk vinden, maar voor mij zijn dergelijke beloningen een domper.

Een paar van de power-ups die je verdient zijn trouwens meer creatief dan ik had verwacht. Natuurlijk heb je de klassiekers zoals de air dash en de double jump, maar er zitten gelukkig ook een aantal originele power-ups tussen. Sargon leert bijvoorbeeld om een kloon te maken die je als teleport-punt kunt gebruiken. Verder kun je je boog in een soort boemerang transformeren waarmee je allerlei nieuwe mechanieken mee kunt uitvoeren. Zoals ik al zei: de markt is overspoeld door Metroidvanias. Zonder originele ideeën kom je nergens meer en The Lost Crown heeft die gelukkig.

Ten slotte moet ik even vermelden dat dit een vrij royale game is. Met The Lost Crown ben je echt wel tussen de 15 en de 25 uur zoet, afhankelijk van de moeilijkheidsgraad die je kiest en of je besluit om de volledige kaart te verkennen. Dat is relatief lang voor een Metroidvania en bovendien kakt het nooit echt in, dus het is van begin tot einde een hele leuke game. Ik moet nog wel een laatste minpuntje benoemen: het spel is helaas nog wel een beetje buggy. Ik speelde de versie die al inclusief de Day 1-patch komt, maar die is nog verre van vlekkeloos. Een van mijn sidequests is permanent stuk gegaan en af en toe moest ik een baasgevecht resetten omdat de baas plotseling verdween. Hopelijk volgt er snel nog een patch die dit alles aanpakt.

Conclusie:
Prince of Persia: The Lost Crown is niet alleen een fantastische game om 2024 mee te beginnen, het is bovendien een prachtige terugkeer van een vergeten franchise. Dankzij pittige platformsegementen, een uitstekend vechtsysteem, originele power-ups en meer kan dit spel zich met de allerbeste Metroidvania-games meten.

Gespeeld op PS5. Ook beschikbaar voor alle andere consoles en pc.