Rise of the Ronin

Team Ninja maakt al bijna dertig jaar lastige games met relatief complexe spelmechanieken. De makers van onder andere Ninja Gaiden en Nioh proberen nu met Rise of the Rōnin een meer mainstream spel aan te bieden. Dat is gelukt, maar het resultaat is helaas ook een vrij doorsnee spel.

Team Ninja heeft Rise of the Rōnin in samenwerking met Sony’s XDev gemaakt. Dat betekent niet alleen dat het spel exclusief voor PS5 is, maar ook dat Team Ninja dit ambitieus project überhaupt kon funderen. Nioh en Wo Long zijn hartstikke tof, maar ze zijn ook qua schaal vrij beperkte games die hun content aan de hand van levels tot de speler brengen. Rise of the Rōnin is de eerste open wereld Team Ninja-game en belooft dus een heel ander soort avontuur.

Rise of the Rōnin speelt zich af tijdens de beroemde ‘Bakumatsu’-periode.  Dit is een turbulent tijdperk voor Japan midden in de 19de eeuw. Het is een tijd waarin revolutionaire groepen zich tegen de Shogun en zijn regering keren. Centraal in het conflict tussen beide facties is het feit dat Japan werd opengesteld voor Westerse handel. Het verhaal zit vol echte historische figuren en is een stuk serieuzer en realistischer dan we van Team Ninja gewend zijn. Dit is overigens precies dezelfde setting als in de recente Like a Dragon: Ishin! remaster en net als in die game is Sakamoto Ryoma een van de centrale figuren.

Je zelfgemaakte personage heeft zelf een appeltje te schillen met de Shogunate. Aan het begin van de game wordt de geheime organisatie waar je deel van uitmaakt vernietigd. Even daarvoor was je al je broer/zus (afhankelijk van wat je kiest) kwijtgeraakt. Met helemaal niets meer te verliezen besluit je om op reis te gaan op zoek naar antwoorden. Het is in ieder geval een prima opzet voor een verhaal dat zich afspeelt in meerdere grote locaties en over meerdere jaren.

Het enige probleem is dat verhaalvertelling niet bepaald Team Ninja’s sterkste punt is. Ondanks dat ik heel veel van andere aspecten genoot heb ik altijd met glazige ogen naar de cutscenes van Nioh en Wo Long gekeken. Rise of the Rōnin is wat dat betreft een grote verbetering, want ik bleef dit keer bij bewustzijn en er zitten zowaar een paar intrigerende personages in het spel.

Het verhaal is dus niet slecht, maar het kan zich alsnog totaal niet meten met toppers als Ishin! en Ghost of Tsushima. Een van de problemen is dat je zelfgemaakte personage eigenlijk altijd een bijrol speelt. De geschiedenis staat immers vast en omdat het spel die volgt kan een fictief figuur daar weinig invloed op uitoefenen. Je personage is bovendien grotendeels zwijgzaam, waardoor je nooit de kans krijgt om met hem of haar mee te leven.

Rise of the Rōnin pretendeert tevens dat je af en toe belangrijke keuzes dient te maken. Je kunt verschillende facties die recht tegen over elkaar staan steunen en tijdens verhaalmissies lijk je leven of dood beslissingen te nemen. Aan het einde van het eerste grote hoofdstuk besluit je bijvoorbeeld of je een belangrijk figuur vermoordt of niet. Ik heb uit nieuwsgierigheid mijn save opnieuw geladen om beide opties te zien en helaas blijkt dat je keuze niets uitmaakt. Dat personage sterft hoe dan ook en nadien zijn de consequenties niet anders.

Rise of the Rōnin schiet ook in andere elementen tekort. Ik ben altijd extra nieuwsgierig als Japanse studio’s open wereld-games maken omdat ze steevast met nieuwe ideeën komen, maar Team Ninja gebruikt voor dit spel heel trouw de Ubisoft-blauwdruk. Dat betekent dat je vooral naar icoontjes op een kaart zit te staren terwijl je naar voorspelbare activiteiten toeloopt. Denk aan bandietkampen uitroeien, katten verzamelen en willekeurige schatkisten vinden.

Wat opvalt is dat er totaal geen synergie is tussen het verhaal en de open wereld. Je personage heeft zelf geen moreel kompas en is zoals gezegd eigenlijk alleen op zoek naar antwoorden, waarom zou hij of zij zich dan bezighouden met dit soort klusjes? In Ghost of Tsushima doe je vergelijkbare activiteiten, maar het is duidelijk dat Jin op die manier handelt omdat hij het vertrouwen van zijn volk wilt winnen en zijn eiland wilt bevrijden.

Je kunt sowieso maar beter niet met Ghost of Tsushima vergelijken, want dan komt Rise of the Rōnin er niet goed van af. De productiewaardes zijn bijvoorbeeld een stuk minder. De game van Team Ninja kan af en toe mooi zijn, maar het oogt meestal vrij steriel. Er zit te weinig kleur in de game en de dorpen en steden ogen alsof ze van een generatie of twee geleden komen.

Als het gaat om de open wereld is er wel iets dat Team Ninja beter doet dan de concurrentie: de spelsnelheid. Zo goed als alle handelingen die je verricht gaan op hoog tempo. Je roept je paard? Binnen een seconde zit je erop. Sprinten, klimmen, checkpoints activeren – eigenlijk gaat alles in dit spel retesnel en dat voelt erg fijn aan. Het maakt het feit dat de activiteiten zo ongeïnspireerd zijn deels goed, want tenminste ga je er vlug doorheen.

Het vechtsysteem is daadwerkelijk wat deze game redt. Je krijgt zoals je van Team Ninja mag verwachten weer vlijmscherpe actie voorgeschoteld. Inhoudelijk is de combat een mix van zowel Nioh als Wo Long. Rise of the Rōnin heeft bijvoorbeeld ook een ‘Ki’-balk en wapens kunnen in meerdere gevechtsstijlen gebruikt worden. Verder dien je net als in Wo Long veel spannende parries te doen om je tegenstander uit balans te brengen.

Met acht verschillende wapens, meerdere gevechtsstijlen per wapen en een aantal subwapens is er lekker veel diepgang. Het vechtsysteem is in ieder geval beter dan in games als Assassin’s Creed en Ghost of Tsushima. Alleen als je met andere Team Ninja games gaat vergelijken is het wat minder, want in essentie is het alsnog een versimpelde versie van wat me in Nioh en Wo Long hebben gezien. Je kunt minder combo’s uitvoeren met de wapens en die combo’s zijn bovendien minder complex.

Misschien wel het grootste probleem van Rise of the Rōnin is dat je dat solide vechtsysteem vervolgens enkel op een heel beperkt groepje vijanden kunt gebruiken. In dit spel is er geen magie of demonen en daardoor zijn al je tegenstanders – op een agressieve hond of zwijn na – alleen maar mensen. Tussen die mensen zitten er niet genoeg verschillen en hoef je niet zoals in andere Team Ninja-games je strategie aan te passen. Bazen vallen ook tegen. Of beter gezegd: er zijn eigenlijk geen bazen. Het zijn gewoon dezelfde vijanden die je altijd treft, maar dan met een groter levensbalk.

Als je een beetje uitzoomt en de game neemt voor wat het is zou ik stellen dat Rise of the Rōnin zeker niet slecht is. Dankzij de hoge spelsnelheid en de lekkere combat is het spel zelden echt saai. Ik begrijp ook zeker wel dat Team Ninja iets nieuws probeert en niet enkel niche games wilt blijven maken. Het probleem is alleen dat ze geen eigen stem hebben weten te vinden in het open wereld genre en die hadden ze dus wel in het Souls-genre. Ik had niet echt behoefte aan een game die iets betere combat heeft dan Ghost of Tsushima, maar voor de rest een stuk minder is.

Conclusie:
Rise of the Rōnin is bovenal een doorsnee open wereld-game. Gezien het portfolio van Team Ninja hadden we dat eigenlijk niet verwacht. Het is een prima alternatief als je behoefte hebt aan dit type spel, maar persoonlijk zie ik liever dat Team Ninja terug gaat naar de games en gameplay waar ze unieker en meer buitengewoon zijn.

Exclusief voor PS5.