Fat Princess


Met de komst van het PSN hebben kleine bedrijfjes de kans gekregen om hun games makkelijker en goedkoper bij het grote publiek bekend te maken. Zo is ook de game Fat Princess bij veel mensen bekend geworden. Hoe zit het met deze game en is deze verschillende kijk op het capture-the-flag principe genoeg om een hele game uit te maken?

In principe is Fat Princess en nieuwe kijk op de al oude bekende mode genaamd capture-the-flag waarin het de bedoeling is om de vlag van het vijandige team te veroveren en deze naar je eigen basis te brengen. In de game zijn de vlaggen vervangen door prinsessen. Jouw team heeft de prinses van het vijandige team in de kerker zitten en je zal je eigen prinses uit de kerker van de tegenstanders moeten bevrijden. Maar dit is nog niet alles. De prinsessen zijn namelijk dol op taart. Geef je ze hier extra veel van, dan zullen ze steeds dikker worden waardoor het moeilijker wordt om ze te dragen. Je zult langzamer vooruit komen en zelfs met een groep de vadsige prinses moeten vervoeren.




Er is in de game keuze uit verschillende klassen. Dit doe je door mutsen van een specifieke klasse op te pakken en op je hoofd te zetten. Dit werkt erg leuk want het is zelfs mogelijk om mutsen van het slagveld op te pakken en zo snel van klasse te kunnen veranderen. Er zijn vijf klassen die allemaal hun eigen sterke en minder sterke punten hebben. De Warrior heeft veel health maar geen grote range. De Mage heeft krachtige Area-of-effect aanvallen maar heeft de groep nodig om te overleven. De Ranger is erg sterk van afstand en de Priest kan teamleden genezen. Één van de belangrijkste klassen is wel de Worker die resources kan verzamelen en deze kan gebruiken om bijvoorbeeld poorten te bouwen of om gebouwen te upgraden. In je basis worden de mutsen gegenereerd door verschillende gebouwen die allemaal geupgrade kunnen worden zodat de klassen meerdere wapens tot hun beschikking krijgen. Dit is een erg belangrijk aspect van de game. Het is belangrijk om een verstandige keuze te maken welke klasse je als eerste zou willen upgraden. Voor het upgraden is hout en metaal nodig die maar op bepaalde plekken van de map te verkrijgen zijn. Hiervom zal gestreden moeten worden tegen het andere team.



Er zijn veel verschillende maps in de game met allemaal hun eigen sfeer. Zo zijn er maps op een tropisch eiland, in een vulkaan en in de bossen. De makers hebben goed nagedacht over de verschillende maps. Zo zijn er verschillende short-cuts te vinden door bijvoorbeeld stenen kapot te hakken als worker en kunnen er bruggen gebouwd worden om sneller bij de basis van de tegenstander te komen. Je zult ook moeten uitkijken dat je niet het loodje legt door stijgend water of stijgende lava. Door de maps heen zijn verschillende outposts te vinden die veroverd kunnen worden. Dit zorgt er bijvoorbeeld voor dat je workers niet meer zo ver hoeven te lopen om hun resources naar huis te brengen, en de top van deze torens is vaak een veilige plaats om een stukje taart te eten waardoor je je gezondheid aan kunt vullen. Het is erg leuk dat de makers zo ontzettend veel tijd hebben besteed aan verschillende en uitgebreide maps die allemaal een eigen strategie met zich mee brengen.