Kingdom Under Fire: Circle of Doom



Anderhalf jaar geleden verscheen op de Xbox 360 de game Ninety-Nine Nights. Een game die qua diepgang op een absoluut dieptepunt zat en gameplay technisch niet veel verder ging dan een paar combo\'s met twee knoppen. Ondanks dit alles kon je je nog prima vermaken met de game als je maar gewoon niet nadacht over dingen als diepgang. Gewoon hersenloos hakken was erg vermakelijk en ik persoonlijk speel de game nog van tijd tot tijd. Voor Kingdom Under Fire: Circle of Doom had ik dan ook dezelfde verwachtingen. Ik hoorde voordat ik de game ging spelen al hier en daar de kritieken en ik vermoedde dat het uiteindelijk dus wel mee zou vallen. Of Circle of Doom inderdaad net zo vermakelijk kan zijn als N3 lees je hieronder.

KuF (Kingdom under Fire: Circle of Doom) is dus anders dan vorige delen geen strategiegame. In deze game speel je een van de zes helden die na een oorlog tussen Nibel en Encablossa, de heersers over licht en duister, terecht zijn gekomen in de duisterer wereld van Encablossa. Als speler moet je ze terug leiden naar de Age of Light, de wereld van Nibel. Het verhaal is niet heel erg boeiend en de storylines van de verschillende characters zullen hier ook werkelijk niks aan veranderen. Waar je in veel action/RPG\'s nog wel de reden ziet om hordes aan monsters om zeep te helpen, wordt dat in KuF nooit echt duidelijk. Je doet het gewoon, omdat ze er nu eenmaal zijn.

De game is verdeeld over verschillende levels die elk weer verdeeld zijn in een aantal secties. Elke sectie heeft een vast pad waar je overheen moet lopen, en waar je de vijanden mag afslachten. In sommige levels kun je nog een hele omgeving verkennen, maar vaak kent de game lineaire, twee meter brede paden waar je overheen loopt en waar je vijanden op slacht. Dit is een van de dingen die gelijk enorm de lol uit het spel haalt, omdat je werkelijk niks aparts kunt doen. Een open omgeving met een lineair verhaal geeft je nog het gevoel van vrijheid, deze game geeft je nog minder gevoel van vrijheid dan de eerste Call of Duty-games.

Het lopen van sectie naar sectie is ook een ding waar niet echt de logica van duidelijk wordt. Wellicht heeft het te maken met de omgevingen die ingeladen moeten worden, maar omdat deze vaak vrij beperkt en klein zijn, is dat niet heel logisch. Daarbij zijn ze ook nog eens vrij eentonig. Je komt continu dezelfde type bruggen, paden en omgevingen tegen. Erg veel variatie zit er niet in en het wordt hierdoor niet bepaald inspirerend om door de omgevingen te lopen. De omgevingen die kapot kunnen zijn al helemaal een lachertje. Hier en daar een boom die langs de weg staat kun je inderdaad wat schors van af slaan, maar veel verder gaat het ook niet. De meeste stenen omgevingen, hoe verrot ze er ook uit mogen zien, kunnen niet kapot. Ondanks dit gebrek aan materiaal dat tot rekenen van je console moet aanzetten, zie je soms nog steeds enorme framedrops. Het wil nog wel eens een diashow worden als je in combat zit, zelfs al zijn er maar twee of drie vijanden. Iets wat anno 2008 echt onvergeeflijk is voor een game als deze.

De vijanden in de game zijn een ander punt van enorme irritatie. In het begin zijn ze nog wel wat interessant, ze zien er tof en fantastievol uit. Al snel wordt dit een stuk minder. Je zult enorme luizen en zogenaamde stalkers tegenkomen die op muren lopen en je vanaf daar beschieten met elektriciteit. Gruwelijk irritant als je in combat bent met een groep en daardoor je combo de hele tijd tegengehouden wordt. Ze snel afmaken is er ook niet bij, want je kunt niet op hoogtes komen en dus moet je rustig stil staan en ze met een kruisboog afschieten. Later worden de vijanden nog vervelender. Zo kom je onzichtbare monsters tegen, waarbij de enige manier dat je weet dat ze er zitten is dat er andere muziek gaat spelen. Leuk dat je items kunt krijgen waarmee je ze kunt zien, maar die heb je niet gelijk en vind je niet altijd. Mijn grootste ergernis waren de zogenaamde fleshmen. Deze vetkwabben kruipen als slakken over de grond en maken een geluid als een stervende zeeotter. Niet zo\'n heel drama, maar zodra ze je en masse een serenade gaan brengen kreeg ik spontaan flashbacks naar het secret cow level in Diablo II, alleen was dat minder irritant. (Voor de onwetenden, in het secret cow level neem je het op tegen hordes koeien die allemaal een heel irritant moe-geluidje maken).

Gelukkig is de game niet een en al bagger. Het RPG-element is daadwerkelijk wel aardig uitgewerkt. Nee, er is geen diepgang zoals je verwacht van Neverwinter Nights, maar het idee er achter is wel aardig. In de game heb je namelijk twee balkjes, een healthbalk en een staminabalk. Als je een level hoger wordt krijg je een lading punten die je kunt verdelen over je HP, Hit Points, SP, Skill Points, en Luck. HP spreekt voor zich, SP levert je een grotere stamina balk op en zorgt dat je betere wapens, armor en ringen kunt dragen en Luck levert je meer kans op bij het maken van nieuwe items. Als je punten gaat verdelen krijg je een extra Hit Point voor twee levelpunten, een extra Luckpoint voor vijf levelpunten en een extra Skill Point voor zesentwintig levelpunten. Deze verdeling zorgt dat je erg tactisch om moet gaan met je punten, want hoewel veel health leuk is, wil je ook veel damage gaan uitdelen. Zwaardere wapens kosten vaak ook meer stamina om te gebruiken en heel handig is het niet om een aanval te kunnen doen en daarna te moeten wachten op het herstellen van je stamina.

Ook de voice-overs in de game zijn van tijd tot tijd erg sterk gedaan. Zeker de oude man, de Noble Spirit, die je in dromen tegen kan komen is fantastisch neergezet. Dit wordt dan weer afgewisseld met mensen die zo emotieloos en monotoon praten, dat je je afvraagt of ze daar niet een robotstem voor hebben ingeschakeld. Er zijn alleen erg weinig conversaties, misschien 1% van het spel, en dus zul je nooit de kans krijgen er echt van te genieten of je er echt aan te gaan ergeren. De mogelijkheid bestaat om de taal om te zetten naar het Japans als je daar behoefte toe voelt, maar bedenk wel dat dan gelijk ook alles in het Japans op je beeld verschijnt. Hoewel er geen diepgang is, kan het nog wel eens handig zijn als je weet wat je moet doen op je quests, hoe lineair deze dan ook mogen zijn.

Voor de mensen die online willen is er dan nog de co-op, die jammergenoeg niet speelbaar is op één console. Via Xbox Live kun je met maximaal vier mensen tegelijk, meer zou ook gewoon te druk worden in die kleine werelden, de strijd aan gaan het de legers van het duister. De game wordt, zoals eigenlijk bijna elke game, wel leuker als je samen gaat spelen. Met name bij bossfights, want deze zijn vaak sterk gericht op een specifiek karakter. Als je dus als team aan de slag gaat, zul je al snel zien dat je met een goede balans, heel wat sneller opschiet, dan wanneer je de hele game solo moet spelen. Helaas is de game opzichzelf gewoon niet heel leuk om te spelen, waardoor ook co-op niet heel lang kan blijven boeien. Niet lang genoeg om alle verschillende verhaallijnen gezamenlijk te spelen.