Politie neemt stroomstootwapen in gebruik

Het stroomstootwapen behoort sinds begin dit jaar tot de politie-uitrusting. Het is een waardevolle aanvulling op de bestaande geweldsmiddelen van de politie, zegt Janis Tamsma, voorzitter van stuurgroep invoering stroomstootwapen. ‘Er gaat een sterk de-escalerende werking uit van het stroomstootwapen. Dreigen met het wapen is in veel gevallen voldoende voor een succesvolle aanhouding of het afwenden van direct gevaar.’

Dat is ook de ervaring van Ronald Jaspers Focks. Hij deed in Amersfoort mee aan een pilot met het stroomstootwapen. Hij en zijn collega’s ondervonden dat het trekken van het wapen, het aanzetten, het mondeling dreigen ermee en het laten knetteren er in de meeste de gevallen toe leidde dat iemand stopt met verzet. Jaspers Focks noemt een melding van een inbraak als voorbeeld. Hij had het idee dat twee inbrekers zich in een woning hadden verschanst. ‘Ik dacht dat ze zich klaar maakten om geweld te gebruiken. Toen heb ik het stroomstootwapen getrokken en er mondeling mee gedreigd. Ik liet het wapen ook knetteren. Daarop kwamen de verdachten tevoorschijn en lieten hun breekijzer vallen. Eentje zei: “ik wil geen stroom, ik geef me over”.'

Inzet stroomstootwapen voorkomt erger
Tijdens de testfase is al ruim ervaring opgedaan met het wapen. In de praktijk ervaren politiemensen in gevaarlijke situaties wel eens een gat tussen de wapenstok, pepperspray en zwaardere geweldsmiddelen als een hond of vuurwapen Het stroomstootwapen is een geweldsmiddel dat politiemedewerkers kunnen inzetten in direct dreigende gevaarsituaties op het moment dat pepperspray of een wapenstok niet effectief is, maar de inzet van een zwaarder geweldsmiddel als een vuurwapen niet wenselijk of geoorloofd is, zegt Tamsma. ‘Omdat een stroomstoot een persoon even fysiek uitschakelt, is het stroomstootwapen ook effectief bij personen die niet reageren op pijnprikkels. Bijvoorbeeld als een persoon onder invloed is of verward gedrag vertoont.’

Opleiding
Zo’n zeventienduizend politiemedewerkers gaan het stroomstootwapen gebruiken. Om het wapen mogen te gebruiken, krijgen ze eerst een opleiding. Daarin leren ze omgaan met het wapen in realistische scenario’s uit de praktijk. De eerste politiemedewerkers hebben de driedaagse opleiding al afgerond.

Oog voor mogelijke risico’s
Tijdens de opleiding komen ook de mogelijke risico’s van het wapen aan bod. Het stroomstootwapen is tijdens de pilotfase zo’n driehonderd keer ingezet, zonder noemenswaardig letsel. Nagenoeg alle personen bij wie een schok is toegediend, zijn na afloop onderzocht door medisch personeel. In vrijwel alle gevallen bleef het letsel beperkt tot een of twee penetratiewondjes van de haakjes van het stroomstootwapen. Een enkele keer heeft iemand lichte verwondingen opgelopen omdat die was gevallen toen hij werd getaserd. De politie houdt oog voor de mogelijke gezondheidseffecten. Als iemand getroffen is door het stroomstootwapen, wordt altijd medisch personeel gewaarschuwd. De inzet van stroomstootwapens wordt de komende drie jaar gevolgd door het Nederlands Instituut voor Onderzoek van de Gezondheidszorg en GGD Amsterdam.