Ollongren kondigt experimentwet 'Early Voting' aan

Meer inzet van mobiele stembureaus, bijvoorbeeld in zorginstellingen, en meer en betere voorlichting over het verkiezingsproces vergroten de toegankelijkheid van de verkiezingen. Dit is van groot belang voor een samenleving waar zoveel mogelijk mensen zelfstandig moeten kunnen stemmen. De groep kiezers die ondanks deze maatregelen toch hulp nodig heeft bij het stemmen, moet dat in de toekomst kunnen krijgen. Dat schrijft minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vandaag in een brief aan de Tweede Kamer.

Met de experimentenwet early voting die minister Ollongren aankondigt, worden niet alleen experimenten met het uitbrengen van je stem vóór de verkiezingsdag mogelijk. Ook wordt bij deze experimenten onderzocht op welke manier kiezers ondersteund kunnen worden bij het stemmen. Bij early voting zijn de omstandigheden anders dan in het stemlokaal. Kiezers ervaren dan geen druk van andere wachtende kiezers, kunnen oefenen met het stemmen en het is mogelijk getrainde stembureauleden het proces te laten begeleiden.

Nu is hulp bij het stemmen niet toegestaan om beïnvloeding van de kiezer te voorkomen. Alleen kiezers die vanwege een fysieke beperking niet zelf hun stem kunnen uitbrengen mogen hulp krijgen in het stemhokje. Dit geldt bijvoorbeeld voor kiezers met een visuele beperking zijn en voor kiezers die vanwege Parkinson moeilijk het potlood kunnen gebruiken.

Hoe de experimenten met early voting en hulp bij het stemmen er precies uit gaan zien is nog niet bekend. Dit wordt ook besproken met vertegenwoordigers van belangenorganisaties, zoals Ieder(in), de Vereniging Gehandicaptenzorg en LFB Nederland. Het streven is om bij verkiezingen in 2021 de experimenten te houden. Daarna wordt bekeken hoe de mogelijkheid van hulp in het stemhokje structureel in de Kieswet kan worden geregeld.