EU verwerpt Brits Brexitplan

De 27 landen die volgend jaar na de Britse EU-exit overblijven verwerpen eensgezind het zogeheten Chequersplan van de Britse regering voor hun toekomstige relatie met de Europese Unie. De hangijzers zijn ten eerste dat Londen wel een vrije handelsrelatie van goederen wil, maar niet van diensten en personen. Ten tweede blijft er onenigheid over de grens tussen Noord-Ierland en de Ierse Republiek. Dat bleek tijdens een EU-top in het Oostenrijkse Salzburg.

De voortdurende eensgezindheid van de EU-27 was niet geheel voorspelbaar, want van de nieuwe Oostenrijkse gastheer, de jonge conservatief Sebastian Kurz, werd juist eerder verwacht dat die zich wellicht aan de kant van de Britten zou scharen. Dat bleek echter geenszins het geval. Ertegenover staat een Verenigd Koninkrijk dat tot op het bot verdeeld blijft over hoe de Brexit nou precies vorm moet krijgen.

Het Chequersplan van de Britse premier Theresa May is een moeizaam overeengekomen compromis met haar eigen Conservatieve Partij. Zo moeizaam dat het haar de belangrijkste ministers kostte, want zowel de flamboyante minister van Buitenlandse Zaken Boris Johnson als Brexitminister David Davis stapten erdoor op. Samen met de rechtervleugel van de partij vinden zij dat May veel te veel toegeeft aan de EU, en willen ze een veel hardere Brexit waarbij er onder de standaardregels van de Wereldhandelsorganisatie WTO wordt gehandeld. Dan kunnen de Britten immers volledig onafhankelijk zijn en hun eigen handelsdeals met andere landen sluiten, klinkt het vanaf die zijde.

Maar veel andere parlementariërs willen juist een economisch gezien zo gunstig mogelijke Brexit, en zitten meer aan de kant van de EU-27. Premier May staat dus midden op de weg, en moet een eventuele deal langs dat hele parlement zien te loodsen, waarbij ze van beide kanten kan worden aangereden. Die taak lijkt inmiddels schier onmogelijk te worden, waardoor de kans op een chaotische no-deal Brexit steeds waarschijnlijker wordt.

Krenten uit de pap
Het Chequersplan, vernoemd naar Mays buitenverblijf waar de deal die eigenlijk geen deal bleek te zijn werd gesloten, "werkt niet", zei Europese Raad-voorzitter Donald Tusk donderdag in Salzburg. De EU-27 zijn van mening dat als je wel vrij verkeer van goederen, maar niet van diensten en personen toestaat, dat je dan aan de fundamenten van de Europese vrije markt zaagt en dat dit onacceptabel is. Het is dezelfde kritiek die al ruim twee jaar wordt geuit: de Britten willen de krenten uit de pap, wel de lusten maar niet de lasten.

Britse politici aan de rechterkant van het spectrum zien deze houding als treiteren: de EU ligt dwars en wil Londen straffen voor de Brexit, om te voorkomen dat wellicht ook anderen de wijk nemen. Feitelijk geven de overige EU-leiders dit ook toe: accepteren van de Britse wensen zou de samenhang van de vrije markt in gevaar brengen.

Ondertussen zien maar weinigen zo'n chaotische Brexit echt zitten als er echt geen overeenkomst komt - ondanks dat de naar buiten gebrachte mening van de meeste EU-landen is dat de Britten daar per saldo veel meer last van zullen hebben dan de EU-27.

Vredesakkoord
Vooral voor Ierland is geen overeenkomst echter een probleem. Sinds 1998 is er namelijk het Goede Vrijdag-vredesakkoord met een open grens tussen het Britse Noord-Ierland en de Ierse Republiek. Die kwam nadat pro-Britse unionisten en pro-Ierse republikeinen elkaar decennialang bloedig naar het leven stonden, en bestaat onder de aanname van het gezamelijke lidmaatschap van de EU. De vrees is dat het gedaan is met de tere vrede wanneer er weer een harde grens wordt opgetrokken.

Indien er geen exitdeal is, dan verschijnt zo'n grens namelijk automatisch onder de WTO-regels: er is dan immers verschillend douanebeleid aan weerszijden van de grens. Ondertussen betichten Brexiteers de EU ervan dat het de Ierse situatie misbruikt om gelijke regels aan beide kanten van de grens af te dwingen. Tegelijkertijd beschuldigen Remainers de Brexiteers dat ze Ierland misbruiken om dat Goede Vrijdag-vredesakkoord tot wisselgeld te maken voor een vrijhandelsdeal.

Dat vindt Dublin overigens ook: de Ieren willen de grenskwestie per se buiten een handelsdeal om regelen. Dat leek afgelopen december ook te lukken, maar helaas zit Theresa May met een gedoogconstructie aan de Noord-Ierse unionistische partij DUP vast nadat ze medio 2017 haar parlementaire meerderheid vergokte. Die partij weigert een status aparte voor Noord-Ierland, en dus zou het hele Verenigd Koninkrijk mee moeten doen met het volgen van EU-regels om de grens met Ierland open te houden. Maar dit is weer onverteerbaar voor de Brexiteers in Mays Conservatieve Partij, en dus zitten de onderhandelingen muurvast.

Poot stijf
May wordt nu onder druk gezet in haar eigen kabinet om haar poot stijf te houden. Haar minister van Transport Chris Grayling zei donderdagavond dat de EU, en dus Ierland, maar moet toegeven omdat er anders geen deal komt. Praktisch gezien zou de EU ofwel akkoord moeten gaan met technische oplossingen om een harde grens te voorkomen. Via een raamwerk van 'betrouwbare handelaren' in combinatie met nummerbordherkenning en diverse ICT die nog goeddeels moet worden ontwikkeld, zou de grens onzichtbaar en soepel moeten blijven.

En anders moet een verregaand vrijhandelsakkoord de open grens garanderen. Maar hoe dat werkt op een grens met meer overgangen dan aan de oostkant van de EU, terwijl er geen vrij verkeer van personen is, dat weet eigenlijk niemand.

De Britten moeten volgens de huidige planning op 30 maart de EU hebben verlaten. Er wordt nu gemikt op een overeenkomst in november zodat die nog krap door de lidstaten en het europarlement kan worden goedgekeurd, maar de vooruitzichten worden gaandeweg steeds somberder.