Turkije wuift kritiek op invallen media weg

De Turkse president Recep Tayyip Erdogan wil niets weten van de Europese kritiek op de invallen bij mediabedrijven van afgelopen zondag. De Europese Unie 'moet haar meningen voor zich houden', aldus Erdogan.

De invallen waren gericht tegen een krant en een televisiezender die banden hebben met de islamitische geestelijke Fethullah Gülen, een rivaal van Erdogan. Bij de acties werden 27 mensen opgepakt, onder wie journalisten, producenten en een aantal agenten. Erdogan beticht Gülens beweging ervan de Turkse regering ten val te willen brengen. Vicepremier Bulent Arinc zei dat zeven verdachten na hun verhoring maandag zijn vrijgelaten.

Volgens Arinc worden de mensen die werden opgepakt ervan verdacht een rivaliserende islamitische groep er te hebben ingeluisd. Die groep kwam in 2010 in het vizier van de autoriteiten vanwege verdenkingen van banden met al-Qaida. Sommige mensen die werden opgepakt zouden bewijsmateriaal tegen de groep hebben gefabriceerd en de journalisten zouden deze informatie vervolgens hebben verspreid.

EU-buitenlandchef Federica Mogherini zei zondag dat de acties onverenigbaar waren met de vrijheid van de pers en dat ze een toekomstig Turks lidmaatschap van de EU in gevaar kunnen brengen. Erdogan toonde zich maandag echter niet onder de indruk van deze waarschuwing. Hij noemde de arrestaties een binnenlandse veiligheidskwestie en zei dat het hem niks kan schelen als hij daarmee lidmaatschap van de EU op het spel heeft gezet.

"Deze zaak draait niet om persvrijheid", aldus Erdogan. "Diegenen die een bedreiging vormen voor onze nationale veiligheid zullen de reactie krijgen die ze verdienen, en dan doet het er niet toe of ze leden van de pers zijn."

Human Rights Watch sloot zich maandag bij de kritiek van de Europese Unie aan. "De timing en het gebrekkige bewijs dat openbaar is gemaakt doet vermoeden dat achter deze arrestaties een politiek motief schuilgaat", zei Emma Sinclair-Webb van HRW.