N-Korea: Amerikaanse toeristen voor rechter

Noord-Korea treft voorbereidingen om twee Amerikaanse toeristen te berechten. De twee worden verdacht van vijandelijkheden tegen het land. Dat heeft het Noord-Koreaanse staatspersbureau KCNA maandag gemeld. Volgens het persbureau zijn er voldoende bewijzen en hebben de verdachten een belastende verklaring afgelegd.

Wat Matthew Miller en Jeffrey Fowle precies hebben misdaan meldde KCNA niet. Ook over de eventuele strafmaat werd niets geschreven. Wanneer het proces van start gaat is niet bekend.

In juni schreven de Noord-Koreaanse staatsmedia nog dat Fowle was opgepakt voor 'het begaan van daden die niet overeenstemmen met het doel van een toeristisch bezoek'. Hij zou een bijbeltje hebben achtergelaten in zijn hotelkamer. Volgens de familie van Fowle was hij echter niet als missionaris naar Noord-Korea afgereisd.

De 24-jarige Miller arriveerde begin april in Noord-Korea op een toeristenvisum. Hij verscheurde bij aankomst in Pyongyang het document en riep vervolgens dat hij asiel wilde aanvragen.

Pyongyang doet er alles aan om het toerisme te stimuleren in een poging harde valuta binnen te halen. Die pogingen zijn vooral gericht op Chinezen, maar een toenemend aantal westerlingen reist naar Noord-Korea. Hoewel Pyongyang toerisme stimuleert staat het land erg wantrouwend tegenover politieke kwesties en pogingen mensen te bekeren tot het christendom.