Timmermans en Kamer botsen om rode kaart

Minister van Buitenlandse Zaken Frans Timmermans (PvdA) en de Tweede Kamer zijn het oneens over de invoering van een rode kaart, waarmee nationale parlementen EU-regels zouden moeten kunnen tegenhouden. Timmermans ziet er niets in, maar moet er toch mee aan de slag.

De Tweede Kamer stemde dinsdag voor een motie van CDA-Kamerlid Pieter Omtzigt, waarin het kabinet de opdracht krijgt binnen vijf maanden met concrete voorstellen te komen voor de invoering van een rode kaart voor zowel nieuwe als bestaande Europese regels. De Kamer ging daarmee in tegen het advies van Timmermans. Die had de Kamer aangeraden de motie niet aan te nemen.

Timmermans is voor versterking van de rol van nationale parlementen, maar ziet niets in een rode kaart omdat dat wijziging betekent van het Verdrag van Lissabon, de Europese 'grondwet', en dat wil het kabinet niet. Verder is er 'nauwelijks of geen steun' bij andere landen.

Een rode kaart was een van de aanbevelingen in een vorige week verschenen rapport van VVD-Kamerlid René Leegte. Hij stelde voor om samenwerking te zoeken met andere parlementen die er ook iets in zien. Leegte zei wel juridische bezwaren te zien. Nationale parlementen kunnen al een gele kaart trekken, maar dat is niet bindend.

De Tweede Kamer sprak dinsdag verder uit dat het kabinet met voorstellen moet komen om Straatsburg te schrappen als vergaderplaats van het Europees Parlement. Het kabinet moet gebruikmaken van het Nederlandse EU-voorzitterschap in 2016 om dit op de agenda te zetten.

Overigens is ook Straatsburg als vergaderlocatie van het parlement vastgelegd in Europese verdragen. Frankrijk kan - net als alle andere landen - wijziging daarvan tegenhouden.