Ziekenhuis of kliniek

Het is tegenwoordig een beetje lappenmand in huize Gramps. Nee, het betreft niet mijn eigen persoontje, ik heb eigenlijk nooit wat. Afgezien dan van wat maagklachten, zo nu en dan. Maar dat heb ik dan aan mezelf te wijten en de medicatie is altijd beschikbaar. Nee, het gaat om mama. Ze heeft een vrijwel onafzienbaar medisch dossier dat zo weinig mogelijk aandacht van haar krijgt. Ze leeft voor de haren, een enorme kring van mensen en mensjes, en dat lijf van haar, dat moet gewoon meedoen.

Nu moest ze zich voor een paar behandelingen weer in het medische circuit begeven. Het ziekenhuis in Amersfoort is dan qua afstand een eerste optie, maar zeker niet de enige. Op dit moment is dat ziekenhuis bijna aan het eind van zijn Latijn, over een paar weken verhuist men naar een nieuwe locatie aan de rand van de stad. Een dochter van ons gaf haar het advies om eens in de kliniek in Bilthoven te gaan kijken. Voor de behandelingen die zij nodig had is daar expertise aanwezig. Goed, dat konden we wel doen, ver is het niet, dus als de verzekeraar geen bezwaar had konden we contact leggen.

Een belevenis, dat is het eerste bezoek. Het is een schitterende locatie, midden in het bos. Een groot aantal gebouwen, elk met een eigen parkeerterreintje. De loopafstanden zijn kort, de gebouwen uit de jaren dertig, goed onderhouden en architectonisch dik in orde. Men wordt ontvangen door een dame achter een balie die, nadat we ons in gerieflijke stoelen hebben gezeteld, meteen komt vragen of ze ons koffie of thee mag brengen. Koffie? Cappuccino of gewoon? Precies op de afgesproken tijd wordt mijn vrouw opgehaald. Ze kan haar koffie gewoon meenemen naar het consult. Ik knoop onderwijl gesprekjes aan met andere gasten die mijn eerste indruk allemaal bevestigen: men is daar allereerst een persoon en pas daarna patiënt. Alles gaat buitengewoon correct, warm en vriendelijk.

Toen mijn vrouw een paar weken later een kleine operatieve ingreep aan haar gezicht moest ondergaan, werd haar wel drie of vier keer met vele excuses gevraagd om enig geduld te betrachten, want men had bij de behandeling van een andere patiënte wat vertraging opgelopen. Het zou een halfuurtje uitlopen. Ach, dat kan gebeuren, nietwaar? Tijdens de operatie onder plaatselijke verdoving werd mijn vrouw voortdurend verteld wat men ging doen. Men deed er alles aan om het haar zo comfortabel mogelijk te maken. Opgetogen kwam ze terug, het is uiterst plezierig om zo op je gemak te worden gesteld en als een echt mens te worden behandeld. Alles klopt daar, voor zover we dat tot nu toe hebben ervaren. Artsen bellen op de afgesproken tijd. Als het iets eerder is, wordt gevraagd of het uitkomt. De volgende behandeling, heel wat meer ingrijpend, kan normaliter ook in de kliniek in Bilthoven worden gedaan, ware het niet dat mijn vrouw uiterst afwijkend bloed heeft. Ze moet voor een operatie altijd eigen bloed uit de bloedbank hebben. Daarom kon de operatie daar nu niet worden gedaan maar in het UMC in Utrecht, wel door de arts uit Bilthoven.

Een tiental dagen geleden moest mij vrouw toch naar het ziekenhuis in Amersfoort, want haar hart hield niet meer op met fibrilleren. Dat heeft ze eerder meegemaakt, dus ze ging er weer heen voor een infuus en, als dat niet het gewenste resultaat opleverde, voor een cardioshock onder narcose. Na de shock mocht ze weer naar huis. Over de medische behandeling geen op- of aanmerkingen, maar de locatie is vreselijk. Ik ken geen hok dat nog depressiever oogt dan de hartbewaking in Amersfoort. Per gratie kun je koffie halen, een bak pleur in een plastic bekertje uit een automaat. De wachtruimte is zo mogelijk nog erger. Alles schreeuwt er om een grote shovel die de hele rotzooi plat duwt en verwijdert.

In de eerstehulpafdeling waar mijn vrouw binnenkwam ligt men achter een gordijn, zodat men ongewild gesprekken aanhoort van verpleegkundigen achter het gordijn. Het nieuwe ziekenhuis gaat twee oude locaties vervangen, zodat er heel veel moet worden ingeschoven qua personeel. Een kleine twee maanden voor de verhuizing bleek nog niemand van het personeel te weten of men na de kerst nog een baan zou hebben. Iedereen verkeerde in onzekerheid. Dat is natuurlijk een situatie die niet echt tot vrolijkheid noopt. Het schept ook vraagtekens ten aanzien van het beleid van de directie. Is dat nou de manier waarop men omgaat met mensen die vaak al hun hele leven daar hebben gewerkt?

Vergelijking met de situatie in Bilthoven lijkt dan ook zeer onrechtvaardig. Wacht nou gewoon tot men in het nieuwe ziekenhuis zit en daar goed is genesteld. En kijk dan nog eens. Hoe is de service daar? Alleen maar efficiënt of toch wat meer persoonlijk? Hoe wordt er omgegaan met wachttijden? Hoe ziet de wachtkamer eruit? Is er daglicht, om eens iets belangrijks te noemen? Ik ben een paar jaar geleden al eens in het nieuwe ziekenhuis geweest. Het werd op een speciale manier gebouwd: het gebouw werd helemaal voltooid voordat men met iets anders begon. Daardoor werden ook de verdiepingen al heel vroeg ieder in een eigen kleur geschilderd. En had ik meteen het idee dat dit voor de opening nog wel een keer zou gebeuren. Maar dan in wat minder schreeuwende tinten. Wat ze erop hadden gesmeerd knarste aan je oogzenuwen, zo vreselijk schel.

En verder heb je in een kliniek gemiddeld heel ander publiek; beschaving viert in het algemeen hoogtij, en dat is natuurlijk heel goed voor de sfeer. Het andere eind van het spectrum zou een doorgesnoven, straalbezopen tokkie kunnen zijn die na een kroeggevecht met een kapotte kop bij de EHBO wordt afgeleverd, al vloekend en tierend. Dat is vaak de realiteit waarmee ze daar wekelijks wel een paar keer worden opgezadeld. De houding van de behandelend artsen en verpleegkundigen zal dan ook zeker daarop zijn afgestemd. Nee, in een algemeen ziekenhuis zijn ze wat dat betreft behoorlijk in het nadeel, dat moeten we gewoon toegeven.

Er zijn nog veel meer essentiële verschillen tussen beide geneeskundige instellingen die vaak de balans in de richting van een kliniek doen doorslaan. De overhead en organisatie zijn veel overzichtelijker dan in een ziekenhuis. Verder heb je zelden met acute gevallen te maken die een geoliede organisatie fiks in de war kunnen sturen. De plaats van vestiging en de huisvesting, ook al zoiets. De menselijke maat is in een kliniek veel beter te realiseren dan in een grote, onpersoonlijke ziekenfabriek. En verder kun je bij het opzetten van een kliniek je aandoeningen zorgvuldig uitkiezen. Moeilijke toestanden liever niet, dingen die direct een meet- of zichtbaar resultaat opleveren wel. Dus een oogheelkundige kliniek is veel beter denkbaar dan iets met maag-darmproblemen.

Het komt in een kliniek wel veel meer aan op de vraag of men als collega past in de club. Iemand die er niet past valt veel meer op in negatieve zin en zal mogelijk meer narigheid veroorzaken dan in een ziekenhuis waar men elkaar nog min of meer kan ontlopen. Het moet echt kloppen, anders wordt het een ramp. Dus het aannamebeleid zal ook op een wat andere leest geschoeid zijn dan in een grotere organisatie.

In Amersfoort loopt mijn vrouw bij een reumatologe die met geen goud is te betalen. Zo kundig, zo menselijk en aardig. Met een aantal andere specialisten hebben we ook plezierige ervaringen. Er zijn ook artsen die we liever nooit meer zien. Die hebben gewoon het verkeerde beroep gekozen. Mijn vrouw moest een keer anderhalf uur wachten. U kent dat wel, een rothok als wachtkamer, nare koffie uit een automaat, geen daglicht, een hele stapel stukgelezen Libelles en Cosmo's van maanden oud. Toen ze aan de beurt was wilde mevrouw de arts meteen met het consult beginnen. Mijn vrouw, inmiddels behoorlijk assertief geworden vroeg haar of ze niet iets vergat. ??? Mijn vrouw gaf even aan onder welke omstandigheden ze geruime tijd had moeten wachten, dus het allerminste wat ze verwachtte was een excuus alsmede een korte uitleg van de arts hoe dat kwam.

Mevrouw was verbaasd en nogal ontstemd. Het consult heeft dan ook niet plaatsgevonden. Natuurlijk kwam dit verhaal niet uit de lucht vallen. Tijdens een eerder consult had mijn vrouw zich laten overdonderen. De arts bleek een aio bij zich te hebben. Introduceren bleek volgens haar niet nodig. De arts begon aan de kleding van mijn vrouw te plukken om de aio iets te laten zien. “Kijk, dit is een onbehandelde aandoening.” Het kwam absoluut niet in haar op dat aan die aandoening ook nog een mens vastzat. O, zult u denken, dat is er vast eentje van de oude garde, in die ivoren toren. Nou nee, ze is nog geen veertig. Maar nu al een BAL: bot, arrogant en lomp.

Ik ben uiterst benieuwd hoe het ziekenhuis in Amersfoort de verhuizing gaat doorstaan. Het is nogal wat, de organisaties van twee ziekenhuizen integreren tot één goed werkend geheel, in een nieuwe behuizing. In recente beoordelingen van ziekenhuizen in het AD en de Elsevier stond het ziekenhuis steeds goed aangeschreven. Die status vasthouden zal een enorme klus worden. Er gaan, zoals verteld, ook nog eens slachtoffers vallen in de personele bezetting, wat een extra druk op de organisatie geeft. En dan moet vanaf dag één de kwaliteit van de behandelingen op alle gebied worden gehandhaafd, bij voorkeur zelfs opgevoerd. De patiënten wachten niet, die zijn er altijd.

En toch heb ik de indruk dat men iets zou kunnen leren van de omstandigheden in een goede kliniek. Op het gebied van efficiency, omgang met de cliënten, dienstbetoon en dergelijke heeft men daar duidelijk een grote voorsprong op een algemeen ziekenhuis. Men kan dat verschil als voldongen feit aannemen of proberen de achterstand op dat gebied in te lopen. De start op een nieuwe locatie lijkt mij daarvoor een aangewezen gelegenheid.