Bosche wijven en haatbaarden

Als columnist beledig ik niet snel. In je gezicht scheld ik je zonder problemen verrot, maar ik zal het niet snel op schrift zetten. Zonder getuigen kan ik het altijd nog ontkennen en houd ik er hooguit een dikke lip aan over als je uithaalt. Publiekelijk is er echter geen ontkennen meer aan. En dan wil je zéker geen haatbaarden voor de kop stoten!

Nou ja. Alsof ik voor maffe moslims zo bang ben! Ik schreef ooit een column waarin ik misstanden in Den Bosch ernstig aan de kaak stelde. Toen kreeg ik toch ook een behoorlijke bak bagger over me heen. Met name van een aantal Bosche huisvrouwtjes, die ik er ook stevig van langs had gegeven.

Geloof me: je kunt beter de Taliban in je nek hebben dan Bosche huisvrouwtjes!

Van de andere kant: ik ben het debat toen niet uit de weg gegaan. Met diezelfde dames ben ik destijds ook publiekelijk gewoon in discussie gegaan. Het is bij mij dus zeker geen angst.

Laat me eerlijk zijn. Ik vind het ook héérlijk om iemand helemaal de grond in te stampen! Maar wat win ik ermee? Ik sla niet aan het masturberen als er onder mijn columns terug wordt gescholden. Dan zou ik er trouwens nog langer plezier van hebben ook. En zit ik echt te wachten op een fanclub die mij op handen draagt, omdat ik Lucille Werner een manke kuthoer noem, of omdat ik zo heerlijk uit weet te halen naar die lamzak van een werkloze Turk? Nou, nee. Op dat kutvolk zit ik sowieso niet te wachten. Die randdebiele fanclub bedoel ik dan.

Hoewel ik in mijn vroege jaren nog wel eens een enkele bevolkingsgroep aardig wist te schofferen, doe ik dat tegenwoordig dus stukken minder. Door schade en schande wijzer geworden. Of anders geformuleerd: je schiet er geen ene reet mee op!

Wat zijn de effecten van een stevige aanval op, of de vernedering van je onderwerp van stevige hoon? Wat gebeurt er als je iemand écht hardvochtig afzeikt? Ze duiken in de verdediging. Gevoel voor humor spurt de achterdeur uit. Tralies voor de voordeur. Ze pikken geen nuances op. De onderliggende boodschap wordt niet meer gehoord. Van debat is geen sprake meer. En achter de columnist staan dan altijd nog die laffe aaseters, die er nog graag een paar domme oneliners overheen willen gooien. Oneliners waar IK me in ieder geval de ogen voor uit de kop zou schamen!

Daar ben ik godverdomme geen columnist voor geworden! Ik ventileer MIJN mening!

Nee. Ik scheld je niet snel verrot. Ik lok je liever uit de tent en laat je jezelf voor lul zetten. Het is altijd beter als jij zelf de voorzet geeft en ik enkel die bal binnen hoef te koppen. Dan snap je tenminste welke diepe wijsheden ik je door de strot wilde rammen.

Bosche kenau, smerige politicus, mongoloïde haatbaard of reformatorische incestpleger? Ik ben niet snel bang hoor. Ik wil je alleeen maar gruwelijk uit de tent lokken! Het is veel efficiënter als jij zelf laat zien wat voor kloothommel je bent.

Voorleesvoorstelling