Ik ga scheiden 36

“Hij heet Mo, afkorting van Mohamed, en is vijfendertig jaar. Waar hij woont weet ik niet. Ze zei alleen dat hij ontzettend goed voor haar was en dat hij uit Marokko kwam.”
“Mo uit Marokko?” zei JW koel.
“Het voorspelt niet veel goeds als ik zo naar je gezicht kijk, JW. Een Mo uit Marokko”, zei ik.
"Die gasten zitten op dit soort momenten te wachten, dat ze kunnen toeslaan wanneer de vrouw, het meisje, het meest beïnvloedbaar is. Ik wind er geen doekjes om, Petra. Ze is echt in gevaar. Het is een gegeven dat de meisjes van alles krijgen. Het duurste van het duurste. Er wordt hen van alles beloofd maar uiteindelijk belanden ze bij een of andere sjeik of rijke patser als slavin. De meisjes die ze hier ronselen, zullen ze hier niet gebruiken dus we moeten snel zijn. Ik zal het een en ander in werking zetten. Ik houd contact met je.” 
JW stond op, kuste mij op mijn voorhoofd en verdween.

“Ik ga ook nog zoeken!” zei Markus resoluut.
“Ik denk het niet.” 
Hij stond en op en liep de kamer uit, maar net voordat hij de kamer uitliep probeerde hij mij gerust te stellen.
“Je kunt mij niet meer tegenhouden, mam. Als ik hier zit en niets doe, word ik ook gek. Samen met jou.” 
Hem tegenhouden zou zinloos zijn ook al gezien mijn geringe fysieke kracht om hem tegen te houden. En toen zat ik weer alleen. Mijn gsm ging. Ik zag in het scherm dat het Marleen was.
“Petra?”
“Marleen.”
“Hoe gaat het?”
“Ilse is weggelopen. Ik weet mij even geen raad meer. JW en Markus zijn aan het zoeken.” 
Ze stelde mij gerust. Ik vond ook nu weer dat ze in het bezit was van een flink portie empathie.

“Ik heb Gillis gesproken, je weet wel: de advocaat die het ziekenhuis aanklaagt. Het ziet er goed uit. Zoals het nu is zal er een compensatie uit rollen. Hoe hoog die zal zijn, kon hij niet precies zeggen.”
“Niet eens een rechtszaak?”
“Nee, wanneer ze op een juiste manier compenseren, en natuurlijk voldoende, dan geven zij daarmee aan dat ze voor de goede naam van het ziekenhuis gaan. Ze geven er ook mee aan dat ze fout zitten met deze chirurg. Brock en zijn zoon zijn inmiddels op non-actief gezet door het ziekenhuis. Jij krijgt er de volledige werking van je benen niet mee terug, maar je kunt wel een nieuwe start maken in wat je maar wilt. Binnen je mogelijkheden natuurlijk, maar dat is evident.”
“Ik kan er nog niet over nadenken, sorry.”
“Geeft niets, Petra. Als ik iets voor je kan doen, laat het mij dan weten.”
“Dat kan je, maar dat zal je ethiek waarschijnlijk niet toestaan.”
“Zal ik dat bepalen?” Ik bevestigde natuurlijk.
“Kun jij te weten komen bij wie in godsnaam mijn dochter is? De politie noemt hem Mo.”
“Ik ga voor je kijken. Als het mogelijk is, ga ik je inlichten. Mocht men mijn ethiek in gevaar brengen, dan kan ik helaas niets zeggen. Dan moet je denken aan eventueel lopende zaken tegen hem. Ik kan je alleen melden wat iedereen zou kunnen weten.”

“Oké, fair. Ik vind het hartstikke lief wat je doet voor mij.”
“Graag gedaan, ik bel je snel.” 
Ik hing op en vrijwel direct belde JW.
“Lieverd, we weten dat zij bij hem zit. We weten alleen niet waar ze nu zijn.”
“Maar hoe weten jullie dat dan?”
“Oplettende buurvrouwen hebben de politie ingelicht dat er een jong meisje bij Mo was. Er is een verhoogd alarm bij dit korps. Er zijn inmiddels drie rechercheurs op gezet. Dus het wordt serieus aangepakt.”

“Weet je JW? Ik zou willen dat ik nooit was gaan scheiden. Godallemachtig wat een ellende.” Toen ik het zei, voelde ik dat het totaal onterecht was naar JW. Ik voelde mij op alle fronten verdomd ellendig. Ja, de kanker, daar had ik geen vat op. Ik kon het met welke keuze dan ook niet verhelpen en of ongedaan maken.

“Duidelijk Petra.”
“Ik zou mijn tong eraf willen bijten.”
“Doe maar niet, hij is zo lekker.” Op dat moment keek hij mij op zo’n andere manier aan. Een golf van andere spanning joeg als vuur door mijn lijf. Het gevoel van stuiterballen in mijn onderbuik. Markus was nog aan het zoeken, maar het zou mij niet verbazen wanneer hij bij een vriend gestrand zou zijn. Voordat ik het goed en wel in de gaten had voelde ik zijn warme tong tegen die van mij aan. Er suisde van alles door mij heen. Markus die zo thuis zou kunnen komen. Ilse misschien wel. Ik wilde JW niet kwijt als vriend, maar zou ik die wel kwijt raken omdat ik nu mijn gevoel volgde? Hij stond op en voordat ik goed en wel besefte wat er gebeurde, tilde hij mij op alsof ik een stropop was, licht als een veer.
Hij droeg mij naar boven en legde mij op mijn bed, voorzichtig en beheerst. Hij ging naast mij liggen en we zoenden. Zoenden en wreven over alles wat we bij elkaar konden aanraken. Ik voelde hem, zijn opgewonden lichaam, het kon niet meer niet gebeuren. Het moest. Zijn hand wreef al even over mijn kruis en het leek wel of ik veel meer gevoel in mijn benen kreeg. Ik wilde het nu niet melden, ik wilde hem nu voelen. Langzaam pelde hij mijn lichaam naar naaktheid. Mijn hart lag open in mijn borst, kwetsbaar. Aangeraakt door hem.

Hij drong binnen, vloeiend passioneel. Ik moest huilen, hij keek mij recht in mijn ogen en lag even doodstil. Op dat moment voelde ik mij verbonden met hem op een manier die ik met een ander mens nog niet eerder gevoeld had. Emoties joegen als windvlagen door mijn lijf, er was geen ontsnappen mogelijk. Hij stopte weer en mijn lichaam verkrampte. Minutenlang bleef ik schokkend achter onder zijn lichaam. Hij kreunde zacht, ik voelde zijn warmte in mij stromen. Wij waren één tussen al mijn ellende waaraan ik nog geen seconde gedacht had.

We zoenden na, knuffelden. Ik wist dat Markus ieder moment binnen kon komen. Maar dat besefte ik pas nadat alle schokken in mijn lijf zich geneutraliseerd hadden. JW zei niets en keek mij alleen aan, recht in de ogen. Zijn glimlach zei mij genoeg. Dit was de man waar ik mee door wilde. De voordeur sloeg dicht, mijn adem stokte. JW kleedde zich zo snel als hij kon aan. Ik stond op uit bed en dit leek inderdaad veel soepeler te gaan dan anders.

“Markus! Lieverd, ben jij dat? Ik lig al in bed”, riep ik via het trapgat naar beneden.
“Nee het is niet onze zoon!” 
Ik dacht dat de grond onder mij wegzakte.