Dit land is gek!
Globaal bekeken is dat namelijk zo. Toegegeven, er lopen heel wat zonderlingen rond in Nederland, en veel meer nog zitten er veilig opgeborgen. Maar zo idioot als ons bestel, zo bizar als hier de zaken geregeld zijn, zo gek kan niets of niemand zijn.
Neem het verhaal van Marcel, systeembeheerder bij een universiteit. Ik ken hem van het zaalvoetballen.
Als er vroeger een printer kapot was, liep juffrouw Willemijn naar Marcel. Ze zei dan: "Die printer naast de kamer van Jan, weet je niet, die zegt de hele tijd: off line. Kun jij er zo even naar kijken? Ik moet nog een hele stapel syllabi voor de studenten van Anna uitdraaien en nieten, en mijn zoon moet ik vanavond voor zessen naar zijn logopedie gebracht hebben."
"Okidoki", zei Marcel dan.
Nu werkt Marcel op een geweldig grote zaal, samen met alle systeembeheerders van alle instituutjes en vakgroepen en faculteiten en hoe dat allemaal heet. Het is namelijk gecentraliseerd. Handig, want juffrouw Willemijn hoeft haar bolle toet niet meer om de hoek bij Marcel te steken, nee, ze vult een storingsformulier in, helemaal digitaal, jaja. Nu begint er bij de systeembeheerder die volgens het systeem nog wel een gaatje in zijn workload heeft (Marcel dus) een icoontje te bliepen op zijn scherm; en als je daar op klikt lees je dat in lokatie 014A de medewerkster 128 (is Willemijn, maar dat weet Marcel niet) gemeld heeft dat er een storing zou zijn aan apparaatnummer 235671.
Jammer genoeg zegt de melding niet dat als Marcel niet als de wiedeweerga aan het werk gaat, het zoontje van Willemijn deze week zijn logopedie niet haalt.
Het gevolg van de efficiencyslag die de Raad van Bestuur (of zo) van deze universiteit heeft bedacht is dus, dat het zoontje van Willemijn zijn logopedie mist. Want Marcel verhelpt deze storing niet, ben je gek! Hij opent snel wat onverholpen storingen zodat het systeem concludeert dat hij het heel druk heeft... En babbelt verder met een van zijn talloze nieuwe collega's. Een dag of drie later zal de printer het misschien weer doen, misschien ook niet. Misschien ook niet.
Zo zijn redelijk goed (en vooral: zelfstandig) functionerende kleine eenheden vervangen door een groot apparaat. Daarbij zijn ogenschijnlijk enkele fte's vervallen, maar die zullen er binnenkort dubbel weer bij moeten, want het regent natuurlijk klachten uit de organisatie. Schielijk zetten ze er nog maar wat IT-ers bij. Dát echter blijft onttrokken aan de waarneming van de ontwerpers van de centralisatie-ingreep; een operationeel onbeduidend feit als wat extra fte's in de ondersteunende diensten, daar moet je die duurbetaalde managers niet mee vermoeien.
Doktoren in ziekenhuizen hebben tegenwoordig te maken met diagnosebehandelcombinaties of zoiets ingewikkelds. Het komt erop neer dat als je met een probleem A het ziekenhuis binnenkomt de dokter kan kiezen voor behandelwijze B,C of D, maar dat alleen B en C volledig vergoed worden door de verzekeraars. Handig bedacht door mensen die de zorg goedkoop willen houden. Maar doktoren vullen maar wat in, de medische werkelijkheid verschilt aanzienlijk van de papieren werkelijkheid. Mensen komen namelijk niet met probleem A binnen, maar als mens en daar scheelt soms tegelijkertijd van alles aan. Geen man overboord, aan het einde van de dag gaat er niemand failliet dankzij de creatieve boekhoudkunsten van de afdeling creatief boekhouden. Die ziekenhuizen die de boel flessen begrijp ik wel, maar de bureaucraten die de hele dag in de weer zijn met hun vergoedingssystematieken en herverdelingsmutaties en quoteringsregelingen: hoe kunnen die hun werk nog serieus nemen als zo'n beetje om de dag in de krant staat dat die hele bekostigingssystematiek rammelt als een collectebus in een lege kerk?
Schoolmeesters moeten (niet omdat het hoofd der school het nodig vindt, nee moeten)! een persoonlijk ontwikkelingsplan invullen en bijhouden, waarin hun cyclisch leerproces geboekstaafd wordt. Anders krijgens ze hun periodiekje niet. Daar zijn weer bureaus op gedoken, die deze onzinnige plicht in een web-applicatie hebben gegoten, zodat je je tegenwoordig verplicht online aan het afvragen bent of je in staat bent een veilige leeromgeving voor kinderen met multipele handicaps kunt bieden en zo nee, wat je daar aan denkt te gaan doen; misschien dat je die tijd beter in de sauna had kunnen doorbrengen zodat je de volgende dag een stuk rustiger aan het lesgeven was, maar geen apparatsjik die zich dat afvraagt.
Kom je aangifte doen bij de politie, zoals ik laatst, dan verklaart de brigadier van dienst dat het weliswaar zo is dat de politie bij wet verplicht is de aangifte op te nemen, maar dat een interne richtlijn, vermoedelijk van de korspbeheerder (maar helemaal zeker is hij daar niet van) voorschrijft dat van het misdrijf doorrijden na aanrijding geen aangifte wordt opgenomen als er geen letsel is. Ik zet mijn jongste zus erop in dat deze richtlijn iets te maken heeft met het prestatiecontract dat Remkes met de politie heeft gesloten. Immers: geen aangifte is ook geen onopgelost misdrijf in de statistieken...
Uit elke (semi)publieke sector staan zulke verhalen in de krant. Overal zijn de systemen zo groot geworden, dat niemand ook nog maar ergens wat aan kan doen. De medewerker van de jeugdzorg, een organisatie die van de richtlijnen en missives aan elkaar hangt, kan er niks aan doen dat een moeder en een stiefvader haar dochter doden; de bejaardenwasser uit het verpleeghuis kan er niks aan doen dat het soms een weekje duurt voor zij met haar washand langskomt; de chauffeur van Connexxion kan er niks aan doen dat hij gehandicapte kinderen soms een watjekauw moet geven om op tijd zijn ritje te volbrengen.
Wat ontbreekt is de menselijke maat, en wat overheerst, is de onbeheersbaarheid van het systeem.
Nou, wat leert ons dan de systeemtheorie? Dat systemen (let op, nou komen enige moeilijke woorden achter elkaar) de inherente neiging hebben zichzelf te vergroten, tot en voorbij het moment dat interventies geen voorspelbare gevolgen meer hebben. Dit is chaos; niet in de zin van wanorde, maar in de wat moelijker zin van de niet lineaire relaties: een opeenvolging van bifurcaties in de causaliteit heeft als gevolg dat een ingreep volstrekt onvoorspelbare gevolgen heeft.
Elke halve zool kan dit begrijpen
Wat kunnen we er dan aan doen? Welnu: deze grote systemen moeten we (en nou komt het moeilijkste woord, althans voor politici en managers): afschaffen. Bij het grofvuil ermee! Opsplitsen, afknijpen, opheffen!
Ja, dat is moeilijk voor te stellen hè? Geen WIA meer en geen WGA! Geen Pemba meer, geen Wet Verbetering Poortwachter! Geen onderwijsinspectie meer, zelfs geen ministerie van OC&W meer! Dat wordt toch een zooitje?
Nee. Het is al een zooitje. Het wordt er alleen maar beter op. Weer een hoofd der school, een bovenmeester, die eens per drie jaar zegt: ga zo door juffrouw Tatjana. Een pop hoort in de poppenhoek, en niet op mijn bureau. Weer een ziekenhuis, dat met gezond verstand uitmaakt welke operaties voor wie de moeite waard zijn. Weer een oom agent, die zegt: natuurlijk, m'neer, die aangifte nemen wij aanstonds op. Geen gezinsvoogd meer met een caseload van twintig gezinnen, maar een lekker ouderwetse pro juventute. De menselijke maat. Alles met meer dan veertig werknemers afschaffen en opnieuw uitvinden, maar dan kleinschalig.
Dat! Nu!
De enige partij die zich hier over opwindt is trouwens de SP. Fortuyn zag het ook, maar die is dood. Het CDA versterkt het middenveld, de socialisten zien traditioneel een grote rol voor de staat - weliswaar wil men het ambtenarenapparaat inkrimpen, maar slechts met 15%. Een ambitie van 85% was reëler geweest, zeker nu de krapte op de arbeidsmarkt dreigt.
Het ziet er naar uit dat Nederland voorlopig nog wel even overgeleverd is aan uit de bocht gegierde systemen, die zo groot zijn dat niemand ook nog maar iets ergens aan kan doen - zo lang de politieke moed ontbreekt om de boel maar helemaal af te schaffen. Geen fijn vooruitzicht.