Irritaties

Monopoly stuurde via de sumbit de volgende column in:

Tegenwoordig is er een aantal dingen die mij irriteren, die mij heel erg dwarszitten. Iedereen kent de ‘normale’ dwarszitters wel: bussen die te laat komen, bussen die op tijd komen maar vervolgens treinen die vertraging hebben, regen ’s ochtends, hondepoep, bediening die te langzaam is etc etc. Deze irritaties, beginnen gewoontes te worden. Het gezeik elke dag, wetende dat je er niks aan kunt veranderen. However, er zijn meer irritaties. Irritaties die me sinds kort nog meer irriteren dan voorheen.

Het feit dat ik mezelf terugvind elke dag in Lelystad is van zichzelf al één grote factor van woede, maar het gros van de mensen dat er rondloopt: man, man, man. En even voor de duidelijkheid, dan heb ik het niet over de ouderen. Geen slecht woord over hen. Maar ik heb het over de jeugd, de jochies van rond de 14, 15 en 16 jaar. Hoe langer ik erover nadenk, dit tuig, deze trekduiven zitten overal in Nederland. Deze zwerm, die zich blijft uitbreiden, zit me dwars. Ze verneuken de schoonheid van de Nederlandse taal. Normale woorden als ‘geld, schoenen en auto’ zijn tot synoniemen gebombardeerd als ‘duku, patta’s en waggie’ waar je vroeger normaal ‘de lul’ was, ben je nu ‘faya’. Zinnen als; alles goed.. zijn nu veranderd in Fa’ka? En waar we vroeger een wijf ‘lekker’ vonden, vinden we nu een ‘tanga omin spang’. Het is jammer, bedroevend zelfs.

Daarbij is de jeugd van tegenwoordig ook in het bezit van mp3-spelers en mobiele telefoons. Is helemaal niet erg, ik ben ook een gelukkig eigenaar van mijn gadgets. Verschil is wel dat ik het volume hiervan op een acceptabel geluid heb, en dat de zwerm ervoor zorgt dat we ’s ochtends in de trein kunnen genieten van de beats van Axwell, Chuckie en consorten. De zwerm is ook het respect verloren jegens andere. Wanneer je vraagt of Chuckie misschien iets zachter gedraaid kan worden, mag je van geluk spreken als je niet in je bek gespuugd wordt of een vuist in je gezicht krijgt gedrukt. Buschauffers, cassieres en zelfs ambulancebroeders hebben er last van. Op het voetbalveld wordt amper een wedstrijd nog gespeeld zonder dat er een flinke matpartij bij inbegrepen zit. In discotheken hoef je maar iemand aan te kijken en ze willen een ‘fittie’ beginnen. Drie kwart van de 15-jarigen zijn wekelijks dronken en hebben vaker aan de drugs gezeten. De jeugd van mijn tijd is duidelijk voorbij. Ik ben inmiddels 23, en ik verlang naar die jaren van vroeger. Dat ik die leeftijd had, maar dat mijn vrienden en ik nog buiten speelden. Verstoppertje deed het goed, maar voetballen had altijd de voorrang.

Van drank had ik nog niet gehoord, van dronken worden al helemaal niet. Meisjes waren vies (hoewel..), sigaretten waren er alleen in de vorm van chocolade, en de lach-kicken die nu behaald worden na 3 blowtjes, behaalden wij toen na een -doodsaai natuurlijk- goede grap. Dus lieve jochies. Zullen we nu eens even met z’n allen normaal gaan doen? Dat je gewoon gaat staan als er een oudere vrouw in de bus wilt zitten, dat je je voeten van de bank houdt als je in de trein zit en dat je beter op je 50ste elk weekend dronken kan zijn. En mocht je het niet met mee eens zijn? Ik ga heel graag de discussie met jullie aan. Doen we dat dan wel met woorden?