Nachtritten sexy lading (37)

Hier lees je deel 36

Sjaak trok Vicky heel hard aan haar arm mee. Ze keek de eerste seconden gebiologeerd naar de klok. Toen ze begreep dat de dood haar en Sjaak op de hielen zat, vlogen ze naar boven. De beveiligde kamer was beneden in de kelder.
‘Meekomen, Bart!’ Bart hoorde de paniek in Sjaaks stem. Hij besloot geen moment te twijfelen. Hij had al één van de mannen doodgeschoten, terwijl de ander in zijn been geschoten was door hem Bart keerde hem zijn rug toe en rende het huis uit. Hij voelde een klap op zijn rug die zo hard was dat hij ervan viel. Maar hij stond direct op, keek achterom en zag nog net dat de overgebleven soldaat hem geraakt moest hebben. Hij had geen zin meer om tijd te verliezen door uitgebreid te gaan richten en raak te schieten. Hij rende verder. Op dat moment voelde hij hoe zijn rechterbeen onder zijn lichaam weggeslagen werd. Hij strompelde verder. Vicky en Sjaak.
‘Vicky ren door!’
‘Nee, Sjaak, nee!’ gilde zij.
‘Ren door!’ Ze rende door.

Sjaak liep terug, pakte Bart op, laadde hem op zijn schouder en rende door. Dan: de enorme luchtdruk blaast Vicky, Sjaak en Bart naar voren. Ze vallen allemaal plat op de grond. Op de plek waar Bart eerst lag, voordat Sjaak hem ging ophalen, was een grote, allesverzengende vuurbal te zien. Het gras verschroeide tot aan de wortel. Toen de laatste planken van het huis een meter of tien voor hun voeten neervielen hoorden zij ook een helikopter. Een bijzonder kleine helikopter, met plaats voor twee personen, steeg vanuit de rookwolken op tot ver boven het huis. Sjaak pakte zijn Beretta. Zij zagen Giovanni zitten. De helikopter was een meter of driehonderd van hen verwijderd. Sjaak wist dat zijn kogels als kiezels tegen de heli zouden vliegen: te langzaam. Het zou geen verschil maken. Hij wist dat hij nog één kogel had. Hij mikte op de rotor, daarmee zou hij de meeste kans maken de heli neer te halen. De voor Sjaak en Vicky onbekende piloot draaide weg. Het schot klonk, maar zoals Sjaak al verwachtte; de kogel ketste op een metalen stuk van de heli. Een plek die niet kwetsbaar was. Sjaak omhelsde Vicky en zoende haar. Giovanni en de piloot konden zien hoe Sjaak en Vicky zoenden. Vicky liet zien dat ze van Sjaak hield. Ze omarmde hem alsof ze hem nooit meer wilde laten gaan. En dit zag Giovanni. Hij schreeuwde zo hard dat de piloot zijn twijfels had of Giovanni nog wel bij zijn verstand was.

‘Ik kom terug, ik kom terug!’ Hij kon niets anders meer roepen. Hij leek oprecht verdriet te hebben. Zijn tranen rolden over zijn wangen. De heli verdween langzaam uit beeld. Sjaak had de absolute paniek in Giovanni’s ogen en houding gezien. Hij wist dat hij hem alleen zou kunnen stoppen door hem te doden. Er zou nooit een andere weg gevonden kunnen worden, nooit. Giovanni zou nooit opgeven, waar Vicky en Sjaak zich ook zouden verstoppen.
‘Vicky? Heb je op je bed geslapen?’
‘Nee, lieverd. Toen ik wist dat de batterij mogelijk opgeladen zou kunnen worden, sliep ik op de grond of in de stoel. Wanneer Giovanni thuis was, eiste hij dat ik in bed sliep. Hij deed er zo achterlijk krampachtig over dat ik niet meer twijfelde dat de batterij via het matras opgeladen werd.
‘Je bent een kanjer. Kom we gaan Bart helpen voordat hij doodbloedt.’ Sjaak tilde Bart weer op zijn schouder. Vicky schrok weer eens van de enorme kracht die Sjaak bezat.
‘Ik til je even zo, Bart. Mijn schouder doet ook zeer.’ Sjaak moest nog een kleine honderd meter. Max kwam hen tegemoet lopen. Sjaak tilde hem zoals je een kind tilt. Barts mond was nu dicht bij Sjaaks oor.
‘Jij bent geen taxichauffeur, Sjaak. Je kunt de wereld voor de gek houden, maar mij niet.’
‘En waarom kan een taxichauffeur niet afgetraind zijn, Bart?’ zei Sjaak kortaf.
‘Afgetraind zijn is één, getraind zijn in combathandelingen is twee. Ik bedoel, zoals je schiet, vecht en kennis van explosieven hebt. Maar als je het niet wilt zeggen, dan houd ik verder mijn mond.’

‘Ik ben een taxichauffeur die op een schietclub gezeten heeft en als hobby Oosterse vechtsporten heeft beoefend. Zo bijzonder is dat niet, Bart.’ Hij zette Bart neer. Vicky had wel gehoord dat de mannen spraken, maar ze had flarden opgevangen.
‘Wat zei hij?’ vroeg Vicky aan Sjaak toen hij Bart samen met Max de auto had in geholpen.
‘Niets bijzonders, schat. Hij vroeg zich af of ik wel een taxichauffeur was.’
‘Wat zou je anders kunnen zijn dan?’ zei ze glimlachend.
‘Weet ik veel. Waarschijnlijk ijlt hij al.’ Sjaak nam plaats achter het stuur van de gehuurde auto van Bart. Sjaak legde na een paar minuten rijden zijn hand op Vicky’s been. Zij omsloot deze hand alsof het een kostbaar bezit was op haar lichaam. Ze voelde zich warm worden. Als die twee niet op de achterbank gezeten hadden, had ze hem willen nemen. Consumeren. In hem willen kruipen om nooit meer uit hem te hoeven. Als een onuitwisbare tatoeage op zijn huid zitten. En zo bedacht ze nog een paar beelden. Ze hield zo veel van hem dat de pijn soms groter was dan de liefde. Ze bedacht dat in haar ergste tijd bij Giovanni zij Sjaak oprecht haatte omdat ze hem zo lief had.
Plotseling begon Vicky te huilen. Sjaak zag de tranen langs haar neus over haar lippen glijden, zo haar hals in. Ze veegde niets af. Zo af en toe hapte ze een traan naar binnen. Het zout smaakte goed. Hij trapte abrupt op de rem. De auto schoot naar rechts. Max had al gezien wat de twee mensen die voor hem zaten wilden. Ze wilden voelen. Sjaak zoende haar kort en heftig. Hij proefde haar goed. Hij herkende haar weer zoals zij hem herkende.
‘Ik wil je voelen, Sjaak’, zei Vicky terwijl ze hem in de ogen keek.
‘Ik jou ook, schat, ik jou ook. Maar nu gaan we een leven redden. We gaan naar Paolo. Ik wist dat er gewonden zouden vallen. Giovanni heeft verschillende lege huizen staan op Sicilië. Ik heb aan Paolo gevraagd in welke huizen hij nooit komt. Er is een huis waar hij een bloedhekel aan heeft en dat hij zelf verhuurd in de zomer. En dat is het nu niet, zomer. Hij zal daar zijn, Paolo.’
‘En nog zeggen dat je een taxichauffeur bent, Sjaak? Alleen een hooggetrainde commando met specialisaties denkt zo ver vooruit’, perste Bart eruit, tussen de pijnscheuten door.
‘Jezus Bart! Okay, dit soort strategieën heb ik gewoon in boeken gelezen. Mijn helden vind ik in boeken. En ik ben zijn luitenant in zijn eigen organisatie geweest, Bart. Dat weet jij niet, maar Max wel. Ik heb zijn doen en laten maandenlang van dichtbij meegemaakt. Ik weet daarom hoe hij met zijn onroerend goed omgaat.’
‘Noem er eens een paar. Jouw schrijvers?’
‘Wat denk je van David Baldacci? Ben ik een groot fan van.’
‘Ja, en ik van Sonja Bakker en dat maakt nog niet dat ik een uitstekende kok ben.’
‘Houd erover man. Je bewijst er niks mee. Je wordt alleen zwakker zo. Nog een paar kilometer, dan zijn we er.’ Vicky vond het vreemd dat Bart zo door bleef zeuren. Max was opvallend stil. Ook hij zat onder de oude wonden. Sjaak schatte in dat hij ook ontstekingen en dus koorts had. Hij zweette erg. Paolo zou het druk krijgen, want ook Sjaaks schouder moest schoongemaakt en gehecht worden. Toen ze aan kwamen rijden stond Paolo al buiten. Hij stelde vast dat Bart en Max eerste hulp nodig hadden. Er kwam nog een voor iedereen onbekende het huis uit lopen. Sjaak schatte in dat het Paolo’s hulpje was. Ze leek op een Italiaanse zuster en dat was ook zo, bevestigde Paolo niet veel later. Sjaak reed de auto in de schuur naast het huis en sloot de deuren goed. Hij zag dat de auto remsporen in het harde zand had achtergelaten. Hij pakte een grote tak uit de greppel en wiste de sporen. Bart keek nog even om voordat hij naar binnen gedragen werd en mompelde:’Ik weet het zeker ’.
In de verte hoorden zij allen een helikopter.
‘Naar binnen allemaal!’ schreeuwde Sjaak met al de lucht die hij op dat moment in zijn longen had.

Zelf ook een column schrijven? Post je bijdrage in de submit, en bij gebleken geschiktheid verschijnt je column op de Frontpage. Doen!