Henk en Ingrid

Daar is ie dan, het PVV partijprogramma. ‘De agenda van hoop en optimisme.’ Blijmoedig is het woord dat in me opkomt bij die titel, het doet zelfs een beetje denken aan Woodstock. Met een joint in de hand filosoferen over betere tijden. Al klinkt het ook alsof er iemand is overleden. ‘Ja, het is treurig, maar we zitten vol hoop en optimisme.’ Als we de PVV-aanpak volgen, gaan we een betere samenleving tegemoet.

Het programma leest lekker weg, die zestig pagina’s sla je er in een uurtje doorheen. Plaatjes van molens, koeien en een wapperende vlag verdelen de tekst in hoofdstukken. Kernachtige formuleringen, veel metaforen, weinig moeilijke woorden en pakkende zinnen. De lezer die zich kan identificeren met Henk en Ingrid, twee doorsnee Nederlanders. Het begint al goed in de inleiding, een betoog vol heldere one-liners die minutenlang na blijven suizen in je hoofd. We moeten trots zijn op onszelf, zo blijkt uit de inleiding. Nederlanders wees weer een beetje nationalistisch! Want ‘Nederlanders zijn een volk dat zijn gelijke niet kent.’ Helaas, zo vervolgt partijleider Wilders, is van ons mooie land de laatste jaren weinig overgebleven. ‘Onze democratie verkeert in de grootste crisis sinds Thorbecke.’ Niet alleen de democratie overigens, ook op gebieden als veiligheid, cultuur en economie is er van alles mis.

De oorzaken van alle problemen in Nederland zijn simpel te verklaren. Geen dingen als economische crisis (die wordt in het hele programma maar drie keer genoemd) en geen vergrijzing (komt niet eens voor in de agenda), dat zijn abstracte begrippen. De schuld ligt bij twee groepen mensen: de Linksen en de Moslims. Vooral de moslims hebben veel op hun kerfstok, op alle fronten ondergraven ze de samenleving. ‘Het is economisch gezien een ramp, het tast de kwaliteit van ons onderwijs aan, vergroot de onveiligheid op straat, leidt tot een uittocht uit onze steden, verdrijft Joden en homo’s en spoelt decennia vrouwenemancipatie door de wc.’ Gelukkig, de PVV gaat de strijd aan, want, zoals ze zelf zeggen, zij zijn patriotten.

Die moslims zijn hier natuurlijk niet vanzelf gekomen. ‘De multiculturele nachtmerrie die ons wordt aangedaan kunnen we en willen we niet als een vaststaand feit aanvaarden. Het Nederlandse volk heeft niet om de massa-immigratie gevraagd en moet daar dan ook niet de prijs voor betalen. De schuld ligt niet bij Henk en Ingrid. De schuld ligt bij de linkse elites die denken dat de wereld er uit ziet als Woodstock.’

Als het programma, net als bij veel andere partijen, op volgorde van importantie is opgesteld, zijn de twee belangrijkste punten de veiligheid en de islambestrijding. Onder veiligheid valt vooral het bestrijden van straattuig. Tuig dat hard gestraft moet worden, anders dan nu gebeurt. ‘Nu besluiten D66’ers in toga nog graag tot taakstraffen, want anders kwetst dat de tere ziel van de misdadigers maar. De Partij voor de Vrijheid wil de vrijheid van rechters aan banden leggen.’ De Partij voor de Vrijheid wil vrijheid beperken, ja, de beste wijsheden zijn paradoxaal. Rechters dienen voortaan op een presenteerblaadje te krijgen welke straf overeenkomt met welke misdaad, verzachtende omstandigheden zijn uit den boze.

Er zijn meer oplossingen om het tuig aan te pakken. Zo moeten agenten minstens 80 procent van hun werktijd zichtbaar op straat zijn. Veiligheid begint bij uitstraling. De verschillende korpsen dienen te worden opgeheven, er moet een nationale politie komen. Een nationale politie die in het hele land preventief mag fouilleren. Jonge criminelen moeten naar heropvoedingskampen en er is een etnische registratie voor iedereen. Dat is handig, als de criminele Antilliaan niet de uiterlijke kenmerken van een Antilliaan draagt, kan hij toch worden teruggestuurd. Linkse hobby’s als coffeeshops en kraken moeten zo snel mogelijk verboden worden.

De linksen zitten ons niet alleen dwars in eigen land, maar ook in het buitenlandbeleid. Daar zijn ze te kritisch op Israël. Onterecht, want ‘Israël is een weergaloos succes. (...) Daarom moeten we alles op alles zetten om het offensief van de linksen en de mohammedanen om Israël te vernietigen te stoppen.’ Voor de rest is het buitenland voor de PVV niet zo van belang. Het liefst wil de partij af van instituten als de EU en de VN. Die laatste wordt toch gedomineerd door het OIC, het islamitische blok. ‘Buitenlands beleid moet uitsluitend in dienst staan van het Nederlands belang.’ En: ‘Strijd tegen islam moet het kernpunt van ons buitenlands beleid worden’.

De moslims en de linksen komen onder elk denkbaar onderwerp terug als veroorzaker van problemen. Van de verzorgingsstaat (‘Het is kiezen of delen: of een verzorgingsstaat of een immigratieland’) tot onderwijs (‘Dat je ook kunt studeren als je vader geen GroenLinkser of D66’er is, vinden wij een groot goed’). En van de Publieke Omroep (‘Avond aan avond paraderen er linksmensen die door linkse omroepen worden uitgenodigd hun politiek-correcte meningen te debiteren’) tot de geschiedenisles (‘Kinderen leren nu over hoe mooi de islam is en dat het een verrijking is van Nederland, maar wat de Tachtigjarige Oorlog was, is hen onbekend’). In het Nederland dat de PVV voor ogen staat, wappert op ieder gebouw de Nederlandse vlag, linksen en moslims vallen daar niet onder.

Het PVV verkiezingsprogramma draait niet om uitvoerige berekeningen of realistische plannen, het lijkt meer een beeld te willen scheppen. Een beeld van Nederland. Een beeld waarin Henk en Ingrid veilig over straat kunnen door de hordes politieagenten die door de straten marcheren. Waar kinderen de dag beginnen met het leren van het Nederlandse volkslied. Waar je niet meer de vrijheid hebt om een hoofddoekje te dragen, maar wel met een keppeltje door de stad mag lopen. Mensen die doordraaien gaan levenslang de gevangenis in, want TBS bestaat niet meer. Kunst is links en wordt afgeschaft, aan respect en fatsoen heeft de mens genoeg. De grenzen gaan dicht, Nederland kijkt niet meer naar het buitenland, want alleen het eigen volk is belangrijk. Drie keer per week stamppot, eens in de week mosselen. Gevangen door die oerhollandse mosselvisser die op zijn schuit de oerhollandse zeeën bevaart, de driekleurige vlag hoog in de mast. Eens in het jaar gaat hij kievitseieren zoeken in Friesland.