Het meisje met de grote adamsappel

Alvorens het strand te bezoeken, moest er eerst wat verfrissend water ingeslagen worden. Nu hadden we al kennis gemaakt met het enthousiasme en de gastvrijheid van de Thaise bevolking, maar de dame die ons tegemoet kwam lopen, ging wel erg ver door mij te trakteren op een emmer met ijswater. Over mij heen wel te verstaan. Nu is het een heerlijk tropisch temperatuurtje hier, ijs is ook in Thailand gewoon rond het vriespunt. “Happy new year, Thailand!” schreeuwde de dame in kwestie lachend. Ik was niet al te lang van mijn a pros pos, want al snel kreeg ik van de dame een behoorlijk glas drank aangeboden. Nadat ik het drankje op had werd mijn gezicht voorzien van een witte balsem, die nogal heet was. We besloten niet meer naar het strand te gaan, maar om deel te nemen aan deze traditie. Weer een keer wat anders dan het afsteken van rotjes ter viering van het nieuwe jaar.

Het water is bedoeld om je zonden weg te spoelen, hetgeen voor mij niet geheel onverdienstelijk is. Helaas is dit reinigingsritueel tevergeefs geweest, want tijdens het feestje werd mijn geest al snel weer behoorlijk onrein. Nu komt dat wellicht ook door het feit dat het drinken van sterke drank om elf uur in de ochtend in het zonnetje niet bepaald bevorderlijk is voor een normaal en bovendien beschaafd verloop van de dag, maar dit feestje ging wel erg ver. Afgelopen carnaval is als een zondagmiddag in Staphorst of Urk als ik het met dit feestje moet vergelijken. Ik val doorgaans niet op Aziatisch, maar voor de dames achter deze bar maakte ik graag een uitzondering. Na enkele uren dansen, natspuiten en gek doen, vond er een culturele uitwisseling plaats. Waarschijnlijk klonk het ‘Wij willen seks met die blonde’ net zo grappig uit de mond van barvrouw als het Thaise nummer ‘Padi Wang’ dat ik de ether van Katon Beach inknalde. In ieder geval had er een culturele uitwisseling plaatsgevonden.

Zoals een goed cultureel uitwisselingsprogamma betaamt werd er al snel meer uitgewisseld dan enkel cultuur. Om het darwinjaar te vieren schikte ik hierin. Bovendien was mijn ziel nog nooit zo rein geweest. Een kleine twee uur later ging mijn acculturatieproces wel erg ver. Het kan er tevens mee te maken hebben dat ik mijn zonnebril nog steeds op had ondanks dat de zon onder was en ik kon niet meer op mijn benen staan. De vierde dame waarmee ik een uitwisselingsprogramma begon bleek helemaal geen dame te zijn. “No, she is ladyboy,” klonk het in canon vanachter de bar. Pas toen een van de bardames mij wegtrok van dit vrouwwezen viel mijn oog op een wel erg onaantrekkelijke ademsappel. Gatverdamme! Snel werd mijn mond gespoeld met een glas drank. De bardames gooide al het water dat zij konden vinden over mij heen en mijn haar werd wel drie keer gewassen. Eén van hen vond het nodig om de brandende balsem in mijn zwembroek te smeren, hetgeen niet bepaald te betitelen is als een plezierige ervaring, maar Boeddha kon het met mijn eerdere uitwisseling met de ‘dame’ niet eens zijn. Branden moest ik voor mijn zonden. De bardames hadden gelijk.