Column: De ontklede waarheid

Ik kleed niet.
Ik kleed me wel, maar ik wil Paus Hugo en Saint Tommy niet beledigen door iets van hen aan mijn lijf te hangen. Voor mensen als ik hebben zij hun Bossjes en Hilfigertjes dan ook niet ontworpen.
Mijn primaire tekortkoming is dat ik al enige tijd geen 18 meer ben. Zelfs geen 21! Even verwerpelijk zijn mijn -durf ik het te benoemen?- buik, mijn karakterloze achterwerk en mijn spekkende bovenarmen die totaal niet in verhouding staan tot m'n polsen die weer dermate schriel zijn dat een beetje Cartier al gauw zou slobberen. Kun je je het gezicht van Jacques voorstellen? Dat iemand zijn Cartier laat slobberen? Er is nog veel meer loos met me. Zo hangt er aan mijn sleutelbos geen snelle bolide. Ik ben geheel en al autoloos...
Ik heb dus volgens de evangeliën van 'Health Men' en 'Maxim' eigenlijk geen bestaansrecht.
Erg, hè? Als je zo bent? Onesthetisch en archaïsch en ronduit armoedig? Binnenkort hangt men een bord om mijn nek met 'LOOSER - EN NOG GEHANDICAPT OOK' als men mij door de stad ziet speeden op m'n fietsje... Op last van jeugdrechter J-W zal mijn vulgaire vervoermiddel een dezer dagen wel in beslag genomen gaan worden en krijgt mijn persoon een straatverbod opgelegd.
Eigenlijk is hiermee deze column alweer ten einde.
Want niemand is geinteresseerd in een column van iemand die wil gaan vertellen hoe hij niet alleen voor geen meter meer kleedt, maar zich zelfs wel eens ontkleedt...

Wat de eerste keer trouwens een ongelukje was.
Ja, kijk- ik word in sportscholen geweigerd. Da's logisch, maar wanneer ik een keertje naar het HoekvanHollandse strand of de Efteling wil, hààl ik dat domweg niet, op de fiets. (Ik haal het misschien wel, maar kom nooit meer thuis) Piepend, krakend en buikblubberend stort ik dan ook bij het eerste het beste Recrea plasje linksachter deze of gene Rotterdamse buitenwijk neer. Maar op een dag was ik zó verhit geraakt van het fietsen dat ik, in mijn haast om af te koelen, vergat mijn zwembroek aan te trekken. In plaats van een bommetje te maken voelde ik dat ik als een beboterde zeehond die plas ingleed...
Het was toen en daar dat ik de openbaring van het Naakt Zwemmen ontving. God, ja! dacht ik verbijsterd. Zó moet God het bedoeld hebben! Mijn teloorgang (want kerkvaders vertellen al 2000 jaar lang dat God het zo NIET bedoeld heeft) was hiermee een feit, en onomkeerbaar.
Lange tijd bleef het frictievrije zwemmen een nogal schichtig gedoe. En het werd allemaal nog schichtiger toen ik stiekeme plekjes ging opzoeken om in de gelegenheid te zijn mijn zwembroek ook op het -slik!- droge uit te laten. Natuurlijk onder het mom van dat ik een hekel aan schelpwitte billen heb, haha. Ik weet donders goed dat ik met een café-au-lait achterwerk ook bij lange na niet aan de algemeen beschaafde schoonheidsnorm voldoe.
Ik moet wel zeggen dat maar weinig mensen zo snel hun broek aan kunnen trekken als ik. Je leert dat wel, als er zo'n kinderrijk stadsgezin met bungalowtent, barbecue, Portacabin en drie honden vlak naast je neerstort. Tja, ander plekje aan een ander watertje dan maar...want water; dat moet ik toch heus in de buurt hebben. Botulisme, rioolslib, met lood vervuilde lichamen van ex-criminelen; IK heb die rotzooi er niet ingegooid, dus het kan me allemaal niks verdommen. Ik ben gewoon te dol op zwemmen in natuurwater. Natuurwater is zó sensueel...
Gelukkig zijn de publieke wateren in Nederland dermate algenrijk dat je, nou ja, fruitmandje vrijwel niet zichtbaar is. En het scheelt ook dat ik de rugslag niet beheers. Vissen kunnen echter érg goed zien in al dat flessengroen en het is me al twee keer overkomen dat ik geschubde lipjes aan mijn fruitmand voelde knabbelen. Nou, toch liever dàt dan een wesp onder mijn HansTextiel bermuda.

Omdat ik toch wel voelde dat mijn gedrag vreselijk onstedelijk en zelfs moreel verwerpelijk was, ging ik een keer gehoorzaam naar een officieel naaktstrand aan de kust. Wat een drama. Geloof me, ik sta de Hollandse vloedlijnen zonder bezwaar af aan wandelgrage Turkse en Marokkaanse families, maar als ik me dan tot aan mijn nek in het zand moet begraven om hun culturele gevoelens niet te kwetsen heb ik zoiets van Laat Maar.
Schichtig spoedde uw gastcolumnist zich daarop terug naar de parkbosjes. Plekjes van zulk stiekem allooi dat wandelaars er hun Labradors niet eens laten ravotten. Wel moest ik af en toe een gay dad muilkorven, maar verder had ik alle rust en privacy die ik wilde. Ik durfde daar zelfs de Opzij te lezen! (Ik ben smoorverliefd op columniste Lenette van Dongen; vandaar)
Toch ging dat sneaky gedoe me op den duur dwars zitten. Uit hoofde van mijn beroep heb ik namelijk toevallig heel veel publieksfilms gezien. En de Amerikaanse filmindustrie is zéér publieksvriendelijk, dus wanneer je in een Amerikaanse film een paar blote Halle Berry-titties ziet, dan kun je er van op aan dat ze computergeanimeerd zijn. Amerikanen zijn preuts. Ze doen niet moeilijk over naakt geboren worden, maar daarna moet het afgelopen zijn met dat geblotebil. Je kunt je dus voorstellen hoe ik me begon te voelen. Bepaald geen waardige hoeksteen van de samenleving. Net zo onaangepast als de hoofdpersoon uit Orwells 1984, zeg maar.
Dan toch maar weer terug naar die van staatswege goedgekeurde kampen aan de kust? Ik had een dilemma. Ik wilde de plasjes en parkjes niet kind-onvriendelijk maken, maar ik wilde ook niet met mijn afgebakken billen in een zandkuil!

-Wordt vervolgd-