Schipholbrand: aangestoken of ongeluk
Deskundigen konden de rechtbank in Haarlem vandaag geen uitsluitsel geven: of de fatale brand in het cellencomplex op Schiphol-Oost op 26 oktober 2005 per ongeluk is ontstaan of expres is aangestoken blijft nog de vraag. Twee onderzoekers van ingenieursbureau DGMR, dat op verzoek van het Openbaar Ministerie (OM) het verloop van de brand onderzocht, stellen dat het best een ongeluk kan zijn geweest, maar sluiten brandstichting niet helemaal uit.
Het bureau testte diverse scenario's en degene waarbij van een ongeval werd uitgegaan leken het meest op de werkelijkheid, stelde P. van de Leur. Justitie gaat ervan uit dat de Libische asielzoeker Al-J. brand heeft gesticht met een sigarettenpeuk, die hij, liggend op bed, in de richting van het voeteneinde schoot. Daarna zou hij in slaap zijn gevallen en later zijn gewekt door de hitte van het vuur. Al-J. dacht dat de peuk uit was en zegt dat het een ongeluk is dat er brand ontstond.
Emotioneel
De eerste dag van de rechtszaak verliep gisteren emotioneel. Zowel de verdachte, de 24-jarige Ahmed al-J., als de nabestaanden van de elf dodelijke slachtoffers werd het feitenrelaas soms te veel. Al-J. raakte indertijd zelf zwaargewond door de brand en lag in het ziekenhuis een aantal dagen in coma.
Al-J. stelt dat hij per ongeluk brand heeft gesticht in zijn cel in de K-vleugel van het cellencomplex op Schiphol-Oost. Net als de meeste andere gedetineerden, zat de Libiër daar in afwachting van uitzetting uit Nederland. Vlak voor middernacht werd hij wakker door de hitte van het vuur en sloeg hij alarm, zo vertelde hij gisteren aan de rechtbank.
Justitie gelooft niet dat het allemaal per ongeluk is gegaan. Met zijn sigaret heeft al-J. expres dingen in brand gestoken, zei officier van justitie M. Onderwater, als gevolg waarvan elf mensen omkwamen.
Volgende week formuleert het OM zijn eis tegen Ahmed al-J.