Bloody Sunday verdachten verhoord door Noord-Ierse politie

De Noord-Ierse politie heeft een strafrechtelijk onderzoek ingesteld naar het bloedbad van 30 januari 1972, dat de geschiedenis in ging als Bloody Sunday. Vijftien rechercheurs zullen getuigenverklaringen verzamelen en vervolgens de Britse soldaten verhoren die het vuur openden op rooms-katholieke demonstranten, liet politiecommandant Judith Gillespie donderdag weten.

De Britse militairen die op 'Bloedige Zondag' schoten hebben gelost worden volgens Gillespie als verdachten aangemerkt. Tot dusver is niemand vervolgd voor de kogelregen, die veertien ongewapende betogers het leven kostte. Het bloedbad wakkerde de steun onder katholieke Noord-Ieren voor de strijd van de verboden IRA aan.

De nabestaanden van de slachtoffers en Sinn Fein, de met de IRA verbonden politieke partij, zijn blij met het politieonderzoek. Zij wachtten daar al op sinds in 2010 een uitgebreid Brits onderzoeksrapport verscheen. Dat rapport concludeerde dat de militairen ongewapende burgers tot doelwit hadden gekozen.