Leugenachtige hond

We willen schijnbaar gewoon graag opgelicht worden. Niet u, beste lezer, u en ik niet, maar álle andere mensen. Vandaag las ik dat Derek Ogilvie weer een nieuw programma krijgt. Misschien was dat nieuws al wel langer bekend, maar ik zag het vandaag pas. Vergeeft u het mij als ik er qua actualiteit een beetje naast zit, ik ben verdomme geen ziener, ik bezit geen zesde zintuig en ben ook niet hyperhypersensitief. Derek Ogilvie trouwens ook niet. Verre van, maar ik ben er gewoon eerlijk over, hij niet. De leugenachtige - wacht ik zie een H, klopt dat? En een O. En een N, dat is juist hè? Het is een dier dat goed bij hem past, voel ik. Hond. Juist. Applaus - leugenachtige hond.

Het is komkommertijd, dus de parallel met komkommers is goed verklaarbaar. Toen de mythe rondom de EHEC-bacterie op z'n hoogtepunt was, werden de komkommers aangewezen als schuldigen. De groene groentestaven die salade na salade verrijkten en eenzame vrouwen bij menig ondeugend halfuurtje vergezelden, werden geboycot alsof er geen morgen is. Er is iets met de komkommer aan de hand en anderhalve dag later weet iedereen het.

Met Derek Ogilvie is ook wat aan de hand. Net als met Char. En met die andere debielen die zeggen met de doden te kunnen praten. Ze voeren hele gesprekken, in prachtige volzinnen, die krijgen ze in een adem door. Terwijl er een minuut over tien gespeld wordt over ‘Jan’ of ‘Henk’. Het zijn fantasten, leugenaars, oplichters en dat is meer dan eens bewezen. Dat zou iedereen die heel af toe een krant leest of de televisie aanzet moeten weten, maar in tegenstelling tot de bovengenoemde komkommerboycot, boycotten we de Ogilvies en andere beroepsoplichters niet. Nee, au contraire, we geven ze nog maar eens een nieuw televisieprogramma. En we kijken, want anders kwamen er geen nieuwe episodes.

Henk Westbroek is niet mijn grootste held, maar hij zette Char prachtig in haar hypersensitieve hemd. Eerst vroeg hij Char om aan zijn overleden moeder te vragen of er kroketten waren, daar waar ze nu was. De duimzuigende teef kon immers vragen stellen aan de doden, maar nog voor het programma daadwerkelijk begon, werd al duidelijk gemaakt dat dát niet de bedoeling was. Later, toen het programma opgenomen zou worden, lóóg hij tussen neus en lippen door tegen een assistente dat hij autopech had en dat hij volgende week toch eens een nieuwe auto moest kopen. Het eerste wat Char later zei, was dat hij in zijn hoofd had besloten een nieuwe wagen te kopen.

Derek Ogilvie werd al even hard in zijn fluisterrompertje gezet door het programma RamBam. De frauduleuze Schot wist een volledig gesprek te voeren met de overleden grootvader van de presentatrice. Een man van respectabele leeftijd, die desondanks nog gewoon in leven is.

Het is allemaal trucage. Wanneer een gelover in deze flauwekul vaak aan haar ketting zit tijdens een gesprek, kan je er de donder op zeggen dat er een vraag komt: heb je deze ketting van een dierbare? Al die cold reading-trucjes zijn ondertussen overbekend. ‘Je hebt toch geen hond hé?’ Even de reactie van zij-die-gelezen-wordt lezen en dan door: ‘Zie je wel, je bent ook helemaal geen hondenmens.’ Of ‘Zie je wel, ik zag de hele tijd een hond. Die hond is erg belangrijk voor je hé?’ Er is zo veel over bekend, dat mensen toch op z’n minst wantrouwig zouden moeten zijn, maar nee. Er komt weer een nieuwe show en we gaan weer kijken, met miljoenen tegelijk. We willen graag bedot worden. We willen zo graag in die zogenaamde spiritualiteit geloven, dat we weten dat we met twee voeten in een leugen stappen, maar het toch doen. Ignorance is bliss? Nee, in dit geval is het simpelweg is dom.

Iedereen spreekt schande van oplichters. ‘Waar halen ze het lef vandaan?’ en ‘Het is toch verschrikkelijk’, maar wanneer oplichting het etiket spiritualiteit heeft, is dat schijnbaar ineens anders. Trap er niet in. Alstublieft, verdiept u zich in cold reading en hot reading en al die andere de trucjes van mediums, voordat u de televisie aanzet. En ik zeg het u, uw respect voor Ogilvie en die andere boeven is gauw verdwenen. Er is slechts één manier waarop Derek mijn respect nog zou kunnen winnen. En dat is als hij zich in de eerste minuut van zijn nieuwe programma tot de camera richt en zegt. ‘Ik zie een grote ronde rode knop. Bovenop een zwart kastje. U heeft het in uw hand of het ligt in de buurt van uw hand. Richt het kastje op de televisie en druk op die rode knop. U zou immers beter moeten weten.’