Gevangenisstraf voor voorbereiding van terroristische misdrijven

De rechtbank Rotterdam heeft vandaag een 33-jarige vrouw veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 8 voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar. De verdachte is schuldig bevonden aan de voorbereiding/ bevordering van terroristische misdrijven. Ze is vrijgesproken van deelname aan de terroristische organisatie IS.

De verdachte is met haar Turkse echtgenoot in september 2014 vanuit Turkije naar Syrië gereisd terwijl ze wist dat het daar oorlog was en IS aan de macht was. Door met haar echtgenoot (die lid was van IS)  een gezamenlijke huishouding te vormen, faciliteerde zij hem indirect om deel te nemen aan IS, een organisatie die tot doel heeft terroristische misdrijven te plegen. Daarom is ze schuldig bevonden aan de voorbereiding en bevordering van terroristische misdrijven. Voor een veroordeling voor dit misdrijf is het niet nodig dat een concreet misdrijf werd voorbereid/bevorderd.

Het enkel voeren van een gemeenschappelijke huishouding is onvoldoende om deelneming aan IS aan te nemen. Uit het dossier blijkt verder niet wat de rol van de verdachte was. Er zijn geen bewijzen dat ze overtuigd was van het gedachtengoed van IS en ook heeft ze geen activiteiten verricht die rechtstreeks verband houden met de doelen van IS. Hierdoor kan niet bewezen worden dat ze zelf deel heeft genomen aan IS. Daarom wordt de verdachte hiervan vrijgesproken.

Strafbepaling
Bij het bepalen van de straf is rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Zij wordt verminderd toerekeningsvatbaar geacht, omdat er ten tijde van het plegen van het delict sprake was van een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens had. Ook heeft de rechtbank meegewogen dat ze na haar vlucht uit IS gebied gevangen is genomen. Zij verbleef enige tijd in een gevangenis en daarna ruim 4 jaar in het kamp Al Roj, samen met haar kinderen. De leefomstandigheden in het kamp zijn erbarmelijk. Naar verwachting zullen deze ervaringen de verdachte er ook van weerhouden om opnieuw naar een strijdgebied van een terroristische organisatie te gaan. Aan de voorwaardelijke straf worden bijzondere voorwaarden verbonden die zien op het beperken van het (lage) recidiverisico.