Duivels dilemma: ingrijpen of slachtoffers riskeren?

Een liquidatie die wordt verijdeld of een helikopterkaping die de politie op het nippertje weet te voorkomen. Ingrijpen nog voordat een ernstig misdrijf gaat plaatsvinden, kan ertoe leiden dat verdachten wegkomen met een relatief lage straf. Het zorgt voor een duivels dilemma: wanneer grijp je in?

Het was een zware week voor politie en justitie. De hoofdverdachten in de zaak rondom de verijdelde helikopterkaping en beoogde gevangenisuitbraak van Benaouf A. werden veroordeeld tot milde straffen. In een andere zaak werd een drietal vrijgesproken dat volgens het OM onderweg was een liquidatie te plegen.

'Te vroeg ingegrepen' 
In de helikopterzaak heeft de rechtbank vastgesteld dat (sommige) verdachten een helikopter wilden kapen en een crimineel uit de gevangenis wilden bevrijden. Maar omdat de politie ingreep vlak voordat de helikopter zou opstijgen, is het hele plan nooit begonnen. En dus blijft het 'slechts' bij voorbereidingshandelingen, die lager worden bestraft dan een poging tot helikopterkaping.

Geen intentiestrafrecht 
Volgens de rechtbank gaat het strafrecht in Nederland uit van een zogenaamd 'daadstrafrecht' en niet van een 'intentiestrafrecht'. 'Dat betekent dat iemand slechts strafbaar is wanneer hij of zij iets doet en niet wanneer iemand iets alleen maar zou willen doen of van plan is', legde de rechter uit bij het voorlezen van de uitspraak in de helikopterzaak.

'Kaping was al begonnen'
De milde straffen zijn tegen het zere been van de opsporingsdiensten. Het OM stelt dat de voorbereidingen al in zo'n vergevorderd stadium waren dat de verdachten wel degelijk waren begonnen met het plan om de helikopter te kapen; er waren wapens, er stonden auto's klaar, er was een voorbereidingsplan en er was contact met de te bevrijden gedetineerde.

Later ingrijpen zou volgens justitie een te groot risico zijn geweest: 'Je kan als politie natuurlijk niet wachten tot die helikopter zich daadwerkelijk in de lucht bevindt en dan pas ingrijpen. Dan kom je in een levensgevaarlijke situatie terecht en die verantwoording kunnen we gewoon echt niet nemen', legt Katelijne den Hartog van het Openbaar Ministerie uit.

'Van de straat'
In de helikopterzaak had justitie tot negen jaar geëist. De rechtbank legde straffen tot 2,5 jaar op. Sommige verdachten werden helemaal vrijgesproken. Tot onvrede van het OM: 'Het punt is dat we te maken hebben met een criminele groepering die 'able and willing' is om hele ernstige misdrijven te plegen: het kapen van een helikopter. En dat zijn mensen die nu ofwel vrijuit gaan of een hele lage straf krijgen. Maar dat zijn wel mensen die in staat zijn om ernstige misdrijven te plegen. En die willen wij het liefst een tijdje van de straat hebben', aldus Den Hartog.

Desiree de Jonge, advocaat van één van de verdachten, vindt het 'jammer' dat het Openbaar Ministerie 'onverkort blijft spreken over een criminele groepering'. 'Het OM had graag hogere straffen gezien, zodat de maatschappij langer beschermd zou zijn tegen een criminele groepering die 'willing and able' is hele ernstige misdrijven te plegen. Dat kan ook, maar dan zou het OM aannemelijk moeten maken dat er sprake is van een criminele organisatie. De verdachten in de helikopterzaak werden daar ook enige tijd van verdacht, maar die vervolging is niet doorgezet', stelt de Jonge.

'Zo werkt opsporing'
'Misschien moet het Openbaar Ministerie gewoon eens beseffen dat opsporing zo werkt: ze zijn ervoor om strafbare feiten te voorkomen en op tijd in te grijpen. Maar dat brengt nu eenmaal ontegenzeggelijk met zich mee dat je verdachten wellicht niet altijd voor de zwaarste vergrijpen kan straffen', reageert advocaat Juriaan de Vries.

Zijn cliënt werd deze week vrijgesproken van het voorbereiden van een liquidatie. De man werd vorig jaar al een tijdje gevolgd toen hij op 11 mei 2017 met twee anderen door de politie van de weg werd geplukt. Hij zou op weg zijn geweest naar het beoogde slachtoffer in Oss. Maar de rechtbank kan niet uitsluiten dat het drietal een ander crimineel plan in gedachten had:

'Hoewel één van hen beschikte over een Kalasjnikov met munitie en de verdachten het potentiële slachtoffer enkele dagen volgden met een gps-tracker onder diens auto, kan de rechtbank slechts vaststellen dat zij iets crimineels van plan waren. Wat dit precies was, is niet vast te stellen. Het is niet uit te sluiten dat de verdachten, zoals zij zelf hebben gesteld, 'slechts' van plan waren om bij het slachtoffer in te breken.'

Verschil van inzicht 
'Als iemand in zijn hoofd een zwaar misdrijf bedenkt, is iemand nog niet strafbaar. Maar als iemand een wapen en een telefoon aanschaft en een baken onder een auto plaatst om iemand te volgen zou daar wel sprake van kunnen zijn, omdat iemand dan al een uitvoering geeft in de voorbereiding van zijn plannen', licht persofficier Den Hartog toe.

De Vries is kritisch en stelt dat mensen op deze manier ook onterecht veroordeeld kunnen worden. 'Je moet voorkomen dat je de lat lager legt en daarmee plannen, waarvan je niet zeker weet of ze er zijn en of ze uiteindelijk ook tot uitvoer gaan komen, een verdachte aanrekent. Want wie zegt ons dat als je in een vroeg stadium ingrijpt er niet nog iets van buitenaf was opgetreden op basis waarvan deze persoon zou zeggen: ik doe het toch toch niet', aldus de advocaat.