Irak niet meer zeker van verwonding IS-leider

Het Iraakse leger is er niet langer zeker van dat Abu Bakr al-Baghdadi, de leider van Islamitische Staat (IS), is getroffen door een luchtaanval. Het regeringsleger krabbelde maandag wat terug en spreekt nu van een 'mogelijke verwonding van Al-Baghdadi', die 'nog nader wordt onderzocht'.

Zondag beweerden het ministerie van defensie en van binnenlandse zaken nog met zoveel woorden dat de IS-voorman gewond was geraakt bij een luchtaanval op Al-Qaim, dat niet ver van de Syrische grens ligt in de westelijke provincie Anbar. Daarop kwam het leger dinsdag terug. Volgens woordvoerder Saad Maan Ibrahim zijn bij de aanval wel meerdere IS-kopstukken gedood. Hij noemde echter geen namen.

Het Amerikaanse ministerie van defensie herhaalde maandag dat de Amerikanen Al-Baghdadi niet op de korrel hebben genomen. Er was afgelopen weekeinde even sprake van dat de IS-leider was getroffen door een Amerikaans bombardement in de buurt van Mosul. Die luchtaanval was echter gericht op 'veldcommandanten' van de terreurbeweging, liet het Pentagon maandag weten. De VS zouden niet gericht jagen op Al-Baghdadi, maar wel de bevelstructuren van IS willen slopen.

Het is onduidelijk waar Al-Baghdadi zich op het ogenblik bevindt. Een aantal in Al-Qaim gewond geraakte IS-strijders is volgens het Syrische Observatorium voor de Mensenrechten overgebracht naar Boukamal, dat vlak over de grens in Syrië ligt. Of Al-Baghdadi ook in Boukamal verblijft kon het Observatorium niet zeggen.