FOK!toen en Nu: Ebola
Sinds het begin van dit jaar is West-Afrika in de ban van één van de dodelijkste virusziektes op deze planeet. Daar er nogal wat verhalen bestaan over Ebola richten we vandaag in deze FOK!toen en Nu ons vizier op de herkomst, symptomen en ziekteverloop van deze extreem gevaarlijke ziekte.
Uit het Nieuwsblad van het Noorden van 15 mei 1995
De ontdekking van ebola
In 1976 reist de 27-jarige Belgische wetenschapper Peter Piot naar Zaïre. Er heerste een onbekende ziekte en in eerste instantie dacht men aan een variant van de gele koorts. Een Belgische non uit Yambuku was besmet geraakt met de mysterieuze ziekte en Piot kreeg de kans om haar bloed te onderzoeken. Gekleed in een normale laboratoriumjas en een paar simpele rubber handschoenen onderzochten het team van artsen nietsvermoedend het levensgevaarlijke bloed.
Uit de Star News van 10 mei 1995
Een aantal muizen en andere proefdieren kregen een hoeveelheid van het besmette bloed toegediend maar in de daaropvolgende dagen gebeurde er niks. Pas na enkele dagen begonnen de dieren ziek te worden en stierven een gruwelijke dood. Piot wist dat hij met een zeer dodelijk virus te maken had. De Belgische non was ondertussen ook al overleden aan de virusziekte en Piot besloot om de ziekte te vernoemen naar de dichtsbijzijnde rivier, de Ebolarivier. Van juni tot november 1976 zouden in Soedan zo'n 284 mensen met het virus besmet raken waarvan 151 zouden overlijden. In augustus van datzelfde jaar zou de ziekte ook de kop opsteken in Zaïre, waar 280 van de 318 besmette mensen de virusziekte niet zouden overleven.
Op enkele incidentjes na zou het tot 1994 duren voordat het dodelijke virus weer van zich liet horen. In het mijnwerkersdorpje Mékouka in de republiek Gabon stierven plotseling 31 mensen en lokale artsen dachten wederom met een variant van de gele koorts te maken te hebben. In het daaropvolgende jaar zou het dodlijke wormvormige virus opnieuw toeslaan in Zaïre. In de stad Kikwit raakten 315 mensen besmet door een persoon die in het oerwoud aan het werk was geweest. Het virus zou zich daarna via familieleden en lokale ziekenhuizen verspreiden. 254 mensen zouden deze keer om het leven komen. In 1996 keerde het ebolavirus weer terug naar de republiek Gabon. Tijdens een jacht was er een dode chimpansee gevonden. Het dier werd geslacht en opgegeten met als resultaat 37 besmettingen waarvan 21 mensen een afschuwelijke dood stierven.
Uit de Nevada Daily Mail van 14 mei 1995
Datzelfde jaar arriveert de ziekte ook in Zuid-Afrika. Een arts, die eerder ebolapatienten heeft behandeld in de republeik Gabon, komt met de ziekteverschijnselen aan in Johannesburg. De arts overleeft de ziekte maar een verpleegster, die tijdens de behandeling besmet is geraakt met ebola, overlijdt aan de smerige ziekte. Begin 1997 zorgt een dode chimpansee nogmaals voor een uitbraak van ebola. Twee jaar later vreest men weer met de letale ziekte te maken te hebben in Congo. Het blijkt echter een uitbraak van het eveneens dodelijke Marburgvirus te zijn, een virus dat trouwens wel uit dezelfde familie als ebola (Filovirius) komt.
Uit de Leeuwarder Courant van 8 december 2006
Ebola in de 21e eeuw
In 2000 is Oeganda aan de beurt. In het district Gulu in Oeganda breekt de ziekte uit en zo'n 425 mensen raken met het virus besmet, waarvan meer dan de helft een gruwelijke dood sterft. De ziekte verspreid zich vooral via begrafenissen waarbij de meeste slachtoffers binnen drie weken dood zijn. Tussen 2001 en 2009 zou vooral de republiek Congo meerdere malen door regionale uitbraken van ebola getroffen worden waarbij honderden doden vielen. In zowel Congo als Soedan werd in 2007 een nog onbekende variant van het virus aangetroffen. De nieuwe variant kenmerkt zich door de afwezigheid van externe bloedingen. Veel besmette mensen sterven echter door de koorts die de ziekte veroorzaakt. Ook zo'n 5000 gorillas komen door de slopende ziekte om het leven.
Uit het Dagblad van het Noorden van 24 maart 2014
De uitbraak van 2014
De uitbraak van 2014 begon eigenlijk al in december 2013. Een 2-jarige peuter uit de Guinese regio Guéckédou werd ziek en zou een paar dagen later overlijden. Een week later overleed ook zijn moeder aan de nog onbekende ziekte en ook het 3-jarige dochtertje blies niet veel later haar laatste adem uit. Omdat er nog niemand aan ebola dacht kon het virus zich gemakkelijk verspreiden. Zo werden veel slachtoffers bij de begrafenis van de oma van de kinderen met het virus besmet. Ook namen nietsvermoedende hulpverleners de letale ziekte met zich mee naar verschillende plaatsen in het land. Zo dook het virus al snel op in een ziekenhuis in Macenta, 100 kilometer verderop. Het epicentrum van de epidemie lag bij het drielandenpunt van Guinee, Sierra Leone en Liberia en zo duurde het niet lang voordat het dodelijke virus de grens overging.
In maart 2014 werd geconstateerd dat er in Liberia ook mensen besmet waren geraakt door het ebolavirus. Ook in Marokko werd het virus bij twee personen aangetroffen. Tot juni 2014 telde men al zo'n 759 besmettingen waarvan 468 met een dodelijke afloop waren. Op 1 oktober 2014 stond de teller op 7492 gevallen van ebola, waarvan 3439 mensen (oftewel 46%) om het leven zijn gekomen in Guinee, Liberia, Sierra Leone, Nigeria, Congo en Senegal. In Spanje overleed eind augustus een missionaris die uit Afrika was overgevlogen. Begin oktober bleek de man alsnog een Spaanse verpleegster met het virus besmet te hebben.
Uit het Dagblad van het Noorden van 1 april 2014
De symptomen
Ebola is een ziekte met een incubatieperiode van 2 tot 21 dagen. Meestal vertonen de ziekteverschijnselen zich na een week na besmetting. De patient heeft last van koorts, heeft last van hoofdpijn en ook pijnscheuten in botten en gewrichten komen vaak voor. In veel gevallen denkt men aan een griepje maar de ziekte verergert daarna snel. De volgende fase kenmerkt zich door een soort gevlekte uitslag op het lichaam die vooral op de romp voorkomt. Het slachtoffer krijgt last van maagkrampen en diareee en moet ook veel overgeven. Ook heeft de besmette persoon last van interne bloedingen van de slijmvliezen en in het maag-darmstelsel. Besmette mensen die de eerste ziekteweek overleven maken een kans om het dodelijke virus te overleven maar velen overlijden alsnog aan een algeheel orgaanfalen of aan de gevolgen van een infectie.
Het ebolavirus is via alle lichaamsvloeistoffen overdraagbaar. Veel besmettingen gebeuren dan ook door mensen die in contact met dode lichamen zijn geweest. De meest waarschijnlijke bron voor de verspreiding van het ebolavirus en aanverwante virussen zijn waarschijnlijk vleermuizen. De dieren verspreiden het virus via hun ontlasting. Ook dieren als chimpansees, gorilla's en antilopen kunnen met het virus worden besmet. Als mensen vervolgens deze beesten slachten en opeten komt het virus weer in de mens terecht.
Uit het Friesch Dagblad van 1 augustus 2014
Medicatie
In de Verenigde Staten wordt al sinds het einde van de tachtiger jaren onderzoek gedaan naar een medicijn tegen de ziekte. Na jaren van laboratoriumonderzoek is een vaccin gevonden dat in elk geval bij muizen en waarschijnlijk ook bij besmette apen werkt. Het nog experimentele medicijn is echter nog niet via vastgelegde procedure op mensen uitgetest. In juli 2014 waren ook twee Amerikaanse artsen met ebola besmet geraakt. Dr. Kent Brantly en Nancy Writebol werden beiden met het experimentele middel ZMapp behandeld. Ook de Spaanse priester werd met het medicijn behandeld maar was te ver verzwakt en zou alsnog overlijden. Voor zover bekend zijn er geen mensen die na genezing van het virus nogmaals ziek zijn geworden door Ebola. Wel zijn er gevallen bekend van mensen die zijn genezen nadat ze een bloedtransfusie hadden gekregen van mensen die eerder de ziekte hadden overleefd.
Uit de Leeuwarder Courant van 3 september 2014
Voor meer informatie over het ebolavirus kun je hier terecht.