Patiënten krijgen goedkoper medicijn in ziekenhuis

Patiënten krijgen van het ziekenhuis niet altijd het medicijn dat door hun arts wordt voorgeschreven. Uit kostenoverwegingen kiezen ziekenhuizen soms voor minder of goedkopere medicijnen, terwijl een duurdere variant beter is. Dat blijkt uit onderzoek van de Stichting Eerlijke Geneesmiddelenverdeling (EGV), dat in opdracht van minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Edith Schippers (VVD) is uitgevoerd. De inkoop van medicijnen door ziekenhuizen wordt voorlopig opgeschort.

Schippers zegt aanwijzingen te hebben dat patiënten om niet-medische redenen een ander medicijn krijgen. Sinds 1 januari vorig jaar worden sommige medicijnen niet langer door apotheken maar door ziekenhuizen verstrekt. Het gaat om enkele kankermedicijnen, groeihormonen en ontstekingsremmers. Hiervoor krijgen zij een bedrag dat ze met de zorgverzekeraar hebben afgesproken. "Het is voor ziekenhuizen soms lastig deze budgetten op de juiste manier intern te verdelen", aldus Schippers. Mede hierdoor kiezen ziekenhuizen voor goedkopere medicijnen.

Volgens de minister heeft een patiënt recht op verantwoorde zorg. Het verstrekken van medicijnen omdat ze goedkoper zijn mag niet gebeuren. "Een voorschrijver dient altijd conform de stand van de wetenschap en de praktijk geneesmiddelen te kunnen voorschrijven", aldus Schippers. "Duur waar het moet, goedkoop waar het kan."

De komende maanden gaat Schippers de situatie evalueren. Uit die evaluatie zal blijken of vanaf 1 januari ook andere medicijnen door ziekenhuizen kunnen worden ingekocht. Tot die tijd maakt ze 'een pas op de plaats' en verstrekken de apotheken die geneesmiddelen.