Radicale imam voor Amerikaanse rechter

De radicale islamitische geestelijke Abu Hamza al-Masri is zaterdag, kort nadat hij voet op Amerikaanse bodem had gezet, in New York voor de rechter verschenen. De rechter stelde Al-Masri officieel op de hoogte van de aanklachten die tegen hem zijn ingediend. Vrijdagavond werd de geestelijke door Groot-Brittannië uitgeleverd.

Al-Masri, die al sinds 2004 in Groot-Brittannië vastzat, werd vrijdagavond samen met vier andere terreurverdachten van een Britse luchtmachtbasis naar de Verenigde Staten gevlogen. De Amerikaanse autoriteiten beschuldigen hem van betrokkenheid bij de ontvoering van zestien gijzelaars in 1998 in Jemen en het helpen opzetten van een trainingskamp voor terroristen in de staat Oregon.

Al-Masri wilde in de rechtszaal geen schuld bekennen of juist zijn onschuld bepleiten. Hij wilde alleen maar bevestigen dat de verklaring die hij heeft afgelegd over zijn financiële situatie klopt. Aan de hand van een dergelijke verklaring wordt bekeken of een aangeklaagde recht heeft op een door de rechter toegewezen advocaat.

Twee andere terreurverdachten, Khaled al-Fawwaz en Adel Abdul Bary, moesten ook voor de rechter verschijnen. Zij zijn aangeklaagd voor deelname aan een bomaanslag op de Amerikaanse ambassades in Kenia en Tanzania. Bij die aanslagen kwamen 224 mensen om het leven, onder wie twaalf Amerikanen. De twee ontkenden schuldig te zijn.

Ook Syed Talha Ahsan en Babar Ahmad verklaarden niet schuldig te zijn aan de aanklachten. Ze worden verdacht van het financieren, rekruteren en bevoorraden van terroristen in Afghanistan en Tsjetsjenië.