'Islamisten Mali steeds radicaler'

De radicale islamisten die het noorden van Mali in handen hebben treden steeds driester op: handen van dieven worden afgehakt, mensen krijgen op straat met de zweep en 'overspeligen' worden gestenigd. Dat zegt de mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch dinsdag in een rapport.

De drang van de islamisten om hun strenge uitleg van de sharia op te leggen strekt zich uit tot het verbieden van ringtones op mobiele telefoons die geen recitaties van verzen uit de Koran zijn, of van alcohol- en tabaksgebruik. Vrouwen die sieraden dragen of parfum op hebben, of ongesluierd over straat gaan, riskeren ook straf.

"Stenigingen, amputaties en afranselingen zijn aan de orde van de dag, in een kennelijke poging de lokale bevolking te dwingen hun kijk op de wereld te aanvaarden", zegt Corinne Dufka, Afrika-onderzoeker van HRW.

De radicale islamistische groep Ansar Dine wist eerder dit jaar het noorden van Mali te veroveren toen de aandacht van het leger verslapte door een militaire staatsgreep ver weg in de hoofdstad Bamako. Het regionale samenwerkingsverband Ecowas heeft een militaire interventie geopperd om het gebied terug te veroveren, maar een beslissing laat op zich wachten. Ondertussen maken radicale groepen als Ansar Dine en de Noord-Afrikaanse tak van Al-Qaida van het machtsvacuüm gebruik om hun aanwezigheid in het gebied te vergroten. Ooggetuigen zeggen dat de meeste leiders afkomstig zijn uit andere landen, zoals Mauritanië, Algerije, Senegal, Tunesië en Tsjaad, aldus HRW.

De islamisten zouden ook honderden kinderen hebben gerekruteerd, sommigen nog maar twaalf jaar oud.

HRW zegt de informatie te hebben verzameld in gesprekken met bijna honderd personen, onder wie slachtoffers, ooggetuigen, religieuze leiders en anderen. Voor de meeste hulporganisaties en activisten is het noorden van Mali nog te gevaarlijk om te bezoeken.