Oorspronkelijke plannen 11/9 anders
Eigenlijk hadden er op 11 september 2001 tien vliegtuigen gekaapt moeten worden. Negen zouden op gebouwen moeten invliegen terwijl Mohammed met een van de gekaapte vliegtuigen ergens zou landen om een anti-Amerikaanse toespraak te houden. Onder de doelwitten waren behalve de Twin Towers en het Pentagon ook de hoofdkantoren van de CIA en de FBI en kerncentrales in de staten Californië en Washington. Osama Bin Laden wilde echter dat de aanslagen werden uitgevoerd met vier vliegtuigen.
Ook konden de betrokkenen het maar niet eens worden of het Capitool of het Witte Huis een doelwit moest zijn. Of dat conflict ooit is opgelost is niet bekend. Het vliegtuig dat vermoedelijk voor een van beide doelwitten bestemd was, stortte neer in Pennsylvania nadat passagiers de strijd aangingen met de kapers. Volgens het rapport hadden de kapers de opdracht het vliegtuig op een willekeurige plaats te laten neerstorten als er zich problemen zouden voordoen.
Aanvankelijk wilde Bin Laden dat de aanslagen zouden plaatsvinden op 12 mei 2001, zeven maanden na de aanslag op het Amerikaanse marineschip USS Cole in Jemen. Later wilde hij de aanslagen in juni of juli laten plaatsvinden, tijdens een bezoek aan Washington van de Israëlische premier Ariel Sharon. In beide gevallen gaf Atta, de leider van de kapers, hem te verstaan dat de kapers nog niet klaar waren voor hun taak. Atta koos uiteindelijk voor 11 september omdat het Congres dan zitting zou houden.
Volgens het rapport hebben de aanslagen Al-Qaida minstens 500.000 dollar gekost.