Waarom is baby's eten moreel onjuist?

Een baby uit een kinderwagen grissen, en voor de neus van de verafschuwde moeder opeten. Waarschijnlijk (en hopelijk) zie je zoiets als een weerzinwekkende en slechte daad. Maar sta eens even stil bij het waarom. Waarom is dit moreel verwerpelijk? Is dat niet gewoon jouw morele mening? 

Natuurlijk, je zou als reden kunnen geven dat het kindje pijn lijdt, en de moeder er verdriet van zou hebben. Maar waarom is een ander verdriet en pijn doen dan moreel slecht? Is dat dan niet weer jouw mening? Wat als de dader een psychopaat is, en het juist als iets prettigs ziet? Wat maakt jouw mening beter dan de zijne? Welk argument kun je gebruiken?

God als objectieve schaal voor moraliteit?

In ethische vraagstukken baseren we ons vaak op een soort fundamentele, objectieve schaal waarop we kunnen meten hoe moreel of immoreel een handeling is. De vraag is, waarop stoelt deze objectieve schaal? 

In zijn boek 'Reasonable Faith' beschrijft vermaard theoloog prof. William Lane Craig dat er maar één mogelijk objectief fundament voor moraliteit kan bestaan: de Christelijke god. God zou de absolute grondlegger zijn van wat goed en wat slecht is, en daar ligt dan onze objectieve standaard. Zonder een absolute godheid zou het onmogelijk zijn om objectief te beoordelen dat de ene handeling beter of slechter is dan de andere. Dit argument wordt vaak naar voren gebracht in discussies over religie. Als god niet bestaat, zijn alle morele uitspraken niets meer dan meningen. 

Allereerst ligt onder het god-argument voor moraliteit een gapende valkuil, genaamd het Eutyphro-dilemma. Ik schreef hier al eerder over: is iets goed omdat god het zegt? Dan is moraliteit subjectief en arbitrair: moord kan moreel juist zijn wanneer god dat vindt. Andersom, wanneer god enkel dingen voorschrijft die goed zijn, dan is god dus volstrekt onnodig als standaard voor wat moreel goed is.

Subjectieve basis voor objectieve ethiek

Maar we hebben god niet nodig om objectieve oordelen te vormen over wat goed en slecht is. Wanneer ik het over moraliteit heb, heb ik het over het welzijn van mensen. Ik ben genetisch zo geprogrammeerd dat ik het leven verkies boven de dood, dat ik geen pijn prettiger vind dan wel pijn, en dat ik blij word van andere mensen gelukkig zien. Is dit een subjectieve basis voor moraliteit? Absoluut.

Maar wanneer jij deze subjectieve basis deelt - en met een gezonde neurologie is de kans groot dat je dat doet - kunnen we binnen dit framework beoordelen of een bepaalde handeling het welzijn van mensen bevordert, of niet. Deze beoordeling is objectief. Het is wat dat betreft net als het schaakspel: de regels van het spel zijn subjectief - ze hadden totaal anders kunnen zijn. Maar binnen het framework kun je objectief beoordelen of een bepaalde zet beter is dan een andere.

De evolutie van onze soort heeft empathie in ons brein gebakken, en dat blijkt een aardige basis voor morele afwegingen. Wanneer je zo'n systeem vervangt door een reeks religieuze voorschriften of een alwetende leider, haal je het belangrijkste principe van moraliteit weg: het besef dat jouw acties gevolgen hebben voor anderen om je heen.

Dit item is geschreven door Job van schrijverscollectief Kaf.