Gastouder? Smeer maar in je haar

Oma is boos. Tot op haar botten beledigd en gekrenkt. En dat heeft gevolgen, want een doetje is ze niet. We zwiepen dus een instantie de deur uit, met alle geldelijke aankleve van dien. Uit Den Haag stroomt dan ook heel wat minder geld naar bepaalde gezinnen. O, een winsituatie? We denken van wel, maar laat ik het uitleggen.

We passen al jaren op onze kleinkinders. Ze wonen in de buurt, en oma heeft de tijd en ruimschoots voldoende liefde voorradig, dus is het een ideale oplossing. Afgezien van thuis is het huis van de grootouders de allerbeste plek om te zijn. We hebben, om schele ogen te voorkomen vanaf het eerste begin afgesproken dat we daarvoor betaald willen worden. Dan ligt het voor de hand dat het via een gastouderbureau gaat lopen. Twee zelfs in ons geval. Er is in dat geval een drieledige geldstroom: van de werkgever, de staat en de ouders. En de staat schrijft de regels, want die betaalt mee. De oppasmoeders moeten een MBO-opleiding volgen, aan kinder-EHBO doen en dat jaarlijks komen herhalen. En het huis moet een bepaalde regels voldoen. Inspectie van het huis geschiedt door een ter zake kundige dame van het gastouderbureau.

Ik heb al eens Sharon Dijksma in een column de mantel uitgeveegd over de beschamende vertoning van die opleiding. Mensen die hun sporen meer dan ruimschoots hebben verdiend in het oppassen en opvoeden van kinderen worden gedwongen om in de avonduren hun kostbare tijd aan iets totaal zinloos als een cursus te besteden. Zelfs de docente voelde zich niet lekker met de situatie. Het is vaak een uiterst beschamende vertoning om mensen les te geven die genoeg ervaring hebben om het lesboek zelf te schrijven. Maar goed, zo zijn de regels, dus doen we het maar.

Nu kregen we controle van ons huis. De dame van het ene gastouderbureau was niet aardig, maar ook bepaald niet grondig. Ze miepte over de rooklucht in ons huis. Ja, dat weten we, maar dat is in ons geval nauwelijks te voorkomen, met alle jongelui die vrijwel dagelijks hier komen. Als er gerookt wordt kunnen we hooguit ventileren en de luchtreiniger gebruiken, wat we dan ook altijd doen. Maar ruiken doe je het. O ja, ze vond nog een wandcontactdoos waar de beveiliging uitgevallen was. De nieuwe lag erbij maar die moesten we nog even monteren.

Een paar weken geleden kwam de juf van het andere bureau. Sindsdien hebben we zwaar de pest in, en wordt ieder officieel contact met die instantie en alle aankleve van dien op nul gezet. Was die juf dan zo’n kreng? Nee, dat niet, per slot handelt ze volgens regels die haar door Den Haag worden opgelegd. Als iets niet deugt dan zegt ze dat gewoon. Alleen, die regels. We begrijpen dat de staat betaalt en dus ook bepaalt. Het zijn die bepalingen die de woedende reactie van ons veroorzaken. O? Leg uit, Gramps. Kijk, we hebben al sinds jaar en dag een kinderhuis. Design? We weten echt wel wat mooi is, maar dat kopen we niet als er gevaar aan zit voor kinderen in ons huis. Zo hebben we een aantal uiterst zinnige dingen gedaan, als de radiatoren met hun scherpe randen bekleden, een ronde houten salontafel, een zachte bank, een deur voor de trap, een luchtreiniger, laminaat vloeren zodat ze makkelijk te reinigen zijn. Noem maar op. Veel wandcontactdozen langs de muren, laag op de plint, zodat het noodzakelijke aantal snoeren tot een minimum beperkt blijft. Alle kastdeuren van kindersloten voorzien. Ook buiten kunnen ze heel weinig kwaad, daarvoor zorgen we wel.

En dan komt zo’n keurmiep, en die keurt letterlijk alles af. Behalve de trapdeur met sleutel moeten er ook traphekjes komen. Zinloos in ons geval? Misschien, maar het is voorschrift. Boven hebben we een kamertje waarin een wand met boeken. In dat kamertje staat een kinderbedje voor onze kleindochter die soms even een uurtje moet slapen. Mag niet, te stoffig, en dat bedje is ook te oud. Geen horren? Foei! O, rolgordijnen met touwtjes? Dat mag niet! In het toilet is een urinoir. Mag ook niet, daar kunnen kinderen aanzitten. Maar we houden het angstvallig schoon. Ja, dat zag ze ook wel, maar toch mag het niet. De losse snoeren die er nog zijn moeten allemaal weggewerkt worden. Hoe dat moet weet niemand, maar het moet wel. En die honden, liever niet. We houden ze heel netjes schoon, ze gaan geregeld in bad en we laten ze helemaal nooit alleen met de kinderen. Maar toch, niet goed. 

O, u verschoont het kind op dat kleedkussen, zomaar op de eettafel? Dat is heel gevaarlijk hoor. Mevrouw, zo doe ik het al bijna veertig jaar en er is nooit ook maar het minste verkeerd gegaan. Ik ben niet achterlijk. Niks mee te maken, niet meer doen. En in de achterdeur zit enkel glas? Dat moet dubbelglas zijn. We hebben een kunststof bak met speelgoed en eentje met duplo-lego. Daar moeten deksels op. En er moet een slot op de tuinpoort. En de inrichting van het schuurtje is ook al niet pluis, te veel linke dingen op de grond, dat moet allemaal hoog worden opgeborgen. Ehh mevrouw, dat schuurtje is nogal klein, dat kan niet. Jammer, het moet toch. En die deur moet eigenlijk altijd op slot. En dan die rooklucht weer.

O, wie is die jongeman? Dat is onze achttienjarige pleegzoon Rob. O, achttien jaar? Dan moet hij een Verklaring Omtrent Gedrag halen in het Gemeentehuis. Jongste zoon binnenkort ook 18? Dan idem. Oma barstte zowat uit elkaar, kon nog net haar fatsoen houden en de keurmiep vertrok, met de mededeling dat als de inspectie langskwam, we met name vanwege die rooklucht in de problemen zouden komen, en dus de ouders ook want die moeten dan alle rijksbijdragen terug betalen. Maar voor de rest klopte er ook maar heel weinig.

Dus we stoppen ermee. Nee, niet met het oppassen op onze kleinkinderen, van zijn leven niet. Wel met de regeling via het bureau. We gaan het volgens een quid pro quo-principe doen, of nog anders, we zien wel. Misschien wel keurig zwart. In ieder geval staat vast dat we ons niet langer laten ringeloren door de Staat der Nederlanden. Die regels stoppen ze maar ergens waar de zon nooit schijnt. We gebruiken ons verstand en met name ons hart, doen wat hier mogelijk is, vaak meer, en als dat niet geheel conform de staatvoorschriften is, dan zij dat zo. U bepaalt niet meer want u betaalt niet meer, en dat staat ons heel erg aan.

Het loopt geheid elders ook muurvast, deze manier van werken. We zijn de enigen niet die zich kapot ergeren en geen gebruik meer maken van de regeling. Dus met die miljarden die het nu kost komt het ook goed. Doe maar vervelend genoeg met je regeltjes en die gigantische berg geld wordt vanzelf kleiner. Dat er dan weer veel zwart wordt betaald, iets wat Den Haag juist niet wil, soit. Dat er dan helemaal geen controle meer wordt uitgevoerd, behalve wanneer er vreselijke dingen gebeuren, ach, waar gehakt worden vallen spaanders.

De crux van het hele probleem wordt intussen angstvallig gemeden. En dat zijn de oppassers zelf. Inmiddels zijn de braakneigingen vrijwel permanent aanwezig wanneer weer eens aandacht wordt besteed aan dat stuk vuil Robert M. We zappen ons suf om maar niet met zijn smerigheden te hoeven worden geconfronteerd. Misschien zijn er mensen die smullen, wij kotsen. Weg met dat zwijn, opbergen, de sleutel weggooien en er vooral nooit meer over publiceren. Hij hoeft niet dood hoor, maar het moet er op alle manieren ontzettend veel op lijken. En dan komt de regering met regeltjes over het verblijf van de kindertjes. Alles moet schoon, mooi en zwaar verchroomd zijn. Liever geen glas, want dat kan breken. Doe maar dubbelglas, is veiliger. Bijkomend voordeel is dat er ook geen geluid doorheen komt, dus hoeven we de narigheid niet te horen als er toch iets gebeurt. Want dat is het echte probleem: niet de huizen maar de mensen. VOG, inrichtingsvoorschriften, noem maar op, het zijn allemaal lapmiddelen. We kunnen verzinnen wat we willen, rottigheid zal er altijd zijn. Het kostbaarst is je goede naam. Je moet heel goed bekend staan als mensen zonder enige aarzeling hun kostbare kindjes aan je zorgen toevertrouwen. Dat gebeurt bij ons, met name door mijn vrouw. Ze heeft dat vertrouwen nog nooit beschaamd, en dat zal ook nooit gebeuren.

Het interesseert me geen klap wat onze regering daarvan denkt. Er is geen enkel sluitend systeem te bedenken om ellendelingen buiten de kinderzorg te houden. Alleen je goede naam telt. En dat weet de omgeving, heel vaak feilloos.

En als het niet klopt? Dan zappen we de rottigheid weg. En zetten dubbelglas.