Swaffelen is geen kunst


Heel veel kunstenaars zijn gek. En niet een beetje gek. Een groot deel is zelfs regelrecht geschift. Volgens sommige vrienden ben ik een cultuurbarbaar. Zo zie ik dat niet. Er zijn twee groepen kunstenaars: de geschiften en de niet-geschiften. De geschiften misbruiken de term cultuur om hun eigen uitkering voor het produceren van wanprestaties te kunnen behouden. Vorig jaar culmineerde dit fenomeen in de 'Mars der Beschaving', een soort avondvierdaagse voor werkschuwen. Kunsthobbyisten creëerden een spookbeeld over wat er zou gebeuren wanneer de samenleving niet in kunst (lees uitkeringen) zou investeren. De beschaving gaat ten onder en de maatschappij verhuftert. Zonder hun gesubsidieerde rotondeprutwerken zou ik de volgende dag pardoes mijn buurman op zijn bek timmeren.

Wat mij betreft komen die mafkezen eerder in aanmerking voor een persoonsgebonden budget dan een uitkering. Zo las ik onlangs een interview met Jeroen Eisinga, een kunstenaar van het geschifte soort, waarin hij vertelde dat hij zich had laten bedekken door 150.000 honingbijen terwijl dit gefilmd werd. Het arme schaap is dertig keer gestoken en bezweek bijna aan het bijengif. De hulpverlener merkte terecht op dat hij niet alleen een dokter, maar bovenal een psychiater nodig had. Eisinga bewees in zijn eerdere werk al dat hij door de geschifte kunstenaarsziekte was geveld. Zo betekende de film kano (rood) Eisinga's doorbraak. Zijn visueel gehandicapte vader filmde de 'kunstenaar' terwijl hij in een rode kano aan het wiebelen was. Hiermee wilde hij aantonen dat je de kano uit zijn primaire functie kan trekken. Ja, natuurlijk kan dat. Wat een gelul! Bierkratten dienen om bierflesjes op een effectieve en veilige manier te vervoeren. Je kunt natuurlijk ook een toren bouwen van bierkratten. Maar om al die zuipende jongeren op Terschelling nou kunstenaars te noemen lijkt me overdreven. Als ik mijn vriendin swaffel benut ik mijn penis ook niet voor zijn primaire functies. Wat een artiest ben ik dan toch!

Afgelopen winter was ik in het Londense Tate Modern, een museum waar geschift en niet-geschift door elkaar staat en hangt. Zo zag ik een strijkijzer met spijkers op het strijkvlak. Het bijgehangen bordje leerde mij dat de kunstenaar met de spijkers het huishoudelijk voorwerp had veranderd in een werktuig dat een gewelddadige erotische uitstraling had. Toen ik dit las kon ik alleen maar denken: lieverd, blijf toch van die drugs af. Zo'n kunstwerk waarbij het verhaal beter is dan het kunstwerk dat klopt ook niet. Het doet denken aan een mop waarvan je de clou moet uitleggen.

In het kader van iets uit zijn logische verband trekken, hebben kunstenaars ook nogal eens de neiging om eten als kunst te presenteren. Zo heeft het Rotterdamse Boijmans van Beuningen een pindakaasvloer laten aanleggen van Wim T. Schippers. Middels 1100 kilo pindakaas wil hij aantonen dat alles zinloos en onzinnig is. Het museum, goed voor een jaarlijkse subsidie van 6,5 miljoen potten pindakaas, liet overigens van de zomer merken deze boodschap niet te begrijpen door het werk te herstellen toen iemand in de pindakaas had gestaan. De dader moest de herstelwerkzaamheden betalen. Best zinloos.

Het lijkt erop dat alles kunst is als je er maar een verhaal omheen verzint. Daarom adviseer ik u ook met carnaval en komend weekend helemaal vol te laten lopen met bier. Als de kroeg dicht is, nog even langs bij die slechte shoarmazaak. Ga de volgende dag naar het Rijksmuseum, Boijmans van Beuningen of weet ik veel wat voor museum en kots daar u volledige maaginhoud over de vloer onder het adagium 'alles in een museum is kunst'. Proost en succes!