Hakken en hipsters

Doorgaans bereid ik mij altijd goed voor op publieke optredens en probeer ik mij aan te passen aan de geldende (kleding)voorschriften. Zo niet voor het hardstyle- en hardcorefestival Defqon waar ik afgelopen weekend was. In tegenstelling tot de meeste andere aanwezigen was ik afgelopen jaar vergeten dagelijks eiwitshakes te nuttigen en heb ik ook niet de vakantie van de lokale zonnebankboer naar Alanya gesponsord. Mijn excuses daarvoor.

Gelukkig stond mijn matige voorbereiding een fantastische en wonderbaarlijke dag niet in de weg. Als typische mooiweerhakker was ik blij dat de hemelheren besloten de regen niet over Biddinghuizen uit te storten. Waar de weergoden de tranen op zak hielden kon ik wel janken van geluk dat Mental Theo een gaatje in zijn agenda had gevonden, alvorens hij voor het 32e jaar op rij in Salou 17-jarige meisjes aan den lijve laat ondervinden dat gonorroe geen Zuid-Amerikaans gordeldier is. Ik was overduidelijk niet de enige die de sympathieke wederhelft van Charly Lownoise niet was vergeten. De 63-jarige Mental Theo weet duizenden half ontblote springveren in een soort ritmisch spasme te dwingen met happy hardcorehits die doen denken aan schoolfeesten uit de jaren negentig.

Om mij heen proberen lichamen versierd met pseudo-diepzinnige teksten in het Latijn en in het Engels gaten te stampen in de houten vlonders. Parels zweet stromen als gelukkige douchedruppeltjes over datums die herinneren aan overlijden, geboorte of echtelijke verbindingen. Bij elke ingezette melodie golft er een vreugde van herkenning door de massa. Mijn drie jeugdvrienden en ik kijken elkaar gelukzalig aan en voelen ons, ondanks dat we de dertig nog niet gehaald hebben, weer een paar jaar jonger. Mijn vrienden zagen dat mijn rentree in de wereld van hardstyle en (happy) hardcore mij een groots genot bezorgde. Zij glimlachten bemoedigend.

Zes jaar geleden verruilde ik het dorp voor Amsterdam en derhalve hardstylefeesten voor de stedelijke technofeesten waar hipsters de dienst uitmaken. Feesten die gedomineerd worden door fashionfähige snorren die geen enkel respect tonen voor namen als Nosferatu, Art of Fighters en Technoboy. Festivals met bloemenmeisjes die bij DJ Promo denken aan een cd’tje dat beginnende plaatjesdraaiers afgeven in de hoop ontdekt te worden door een platenbaas. Feestjes waarbij corpsdisputen afspreken om aan het begin van de avond XTC-veren in elkaars reet te stoppen. Bijeenkomsten waar de echte kenners weken van tevoren discussiëren over de line-up en pochen over de ‘intelligente sferische techno’ van één of andere Berlijnse rukker. Mensen die aan techno een verhaal toeschrijven alsof het verdomme de Mätthaus-Passion van Bach betreft.

Wat dat betreft is hardcore eerlijker. Geen gedoe, gewoon rechttoe, rechtaan. Ruw, ongeslepen en hard. Oermannelijkheid in muzikale vorm. Je ziet het ook aan de manier van dansen. Bij technofeesten probeert iedereen zich op een sierlijke manier vorm te geven aan het kronkelende lijf. Bij hardcore wordt testosteron omgezet in gevechten met het luchtledige. Bij elke beat gaan er vuisten de lucht in alsof er honderden vliegen een dodelijke knock-out verdienen.

Ik geniet van elke seconde van het feest. Van de drugsgebruikers die de flexibiliteit van hun gelaat uitproberen. Gefascineerd heb ik gekeken naar een man die poogde met zijn kin zijn wenkbrauwen aan te tikken. Toen dat niet lukte besloot hij zijn kaak in de pendulestand te zetten. Aandachtig volgde ik zijn kaak van links naar rechts. Mijn tennistoeschouwerschap werd verstoord door een van mijn vrienden die op een blond meisje met een strakke buik wees. “Lekker wijf”, concludeerde hij. Ondanks dat het zeker geen onaantrekkelijk exemplaar was, ging mijn verbazing uit naar haar navelpiercing. Een blauw glitterend sterretje, waarschijnlijk voor de gelegenheid aangeschaft. Sowieso leerde Defqon dat blote buiken, navelpiercings en Cavellotrainingspakken nog niet overal naar de geschiedenisboeken zijn verwezen. De kledingkeuze van de vrouwen op Defqon kan minimalistisch genoemd worden. Defqonvrouwen zijn trots op hun decollete dat uitdagend ligt opgeborgen in fluoriscerende roze beha's. Niet ingegeven door preutsheid, maar om te voorkomen dat insecten hun buste lekprikken dragen zij nog een fijnmazig klamboe als vest. Kijken mag, kijken moet zelfs. Kijken deed ik ook toen ik op weg naar de uitgang een dwerg zag die zich al kotsend overeind probeerde te trekken aan een campingtafel. Niet uit gemeenheid, maar uit een ballorige vrolijkheid riep ik. “Ja, stomme midget, met jouw lichaamsomvang had je dat vierde flügeltje aan je voorbij moeten laten gaan.” Hij stak een duimpje op ter bevestiging.

In de auto naar huis prijsde ik mij gelukkig dat ik mijn plezier aan hardstylefeesten niet was doodgebloed. Blijkbaar was de liefde voor de harde beat als een cactus, het kan met weinig aandacht toe. Technofeesten zal ik blijven bezoeken. Fijnbesnaarde hipsters met gevoel voor smaak of dampende buffels met Happinezz-wijsheden tussen de schouderbladen. Kosmopolieten of gezonde polderjongens. Boudewijn de Groot of Andre Hazes. Hoornen monturen of gouden kettingen. De verschillen zijn groot, maar het plezier niet minder.

Wel hebben beide groepen een slechte gemeenschappelijke overeenkomst. Tenminste de mannen. Heren, zouden jullie alsjeblieft kunnen kappen met gooien van plastic bekertjes in piskruizen. Ik ben het zat om elke keer op een plastic rotspartij te pissen. Dat mijn straal kapotslaat op een logo en kleine spettertjes terugketst op mijn shirt. Mannen, ik wil niet meer dat mijn eikel elke keer bij het verlaten van mijn boxershort roept 'iceberg right ahead'. Kortom, bekertjes op de grond gooien. Dan zal ik als tegenprestatie beginnen met eiwitshakes en laat ik de andere keren een hip sikje staan.

Teundepopulist is een synoniem voor Tim Jansen. Onder zijn eigen oerhollandse naam schrijft hij ook op andere websites over voetbal, economie, cultuur en vergeten groenten. Hij heeft een hekel aan afzuigkappen. Dankzij een creatieve impasse van zijn geliefde moeder deelt hij zijn naam met minstens 200 anderen, niet geheel ontoevallig het aantal bedpartners van Jeroen Pauw. Derhalve zijn Tim en zijn schrijfsels te volgen via @timjansen85