Waar gaat het over?

Ze kijkt uit over het water. Of ze echt kijkt weet ik niet, maar ze staat voor de reling met haar gezicht naar de vijver gekeerd, haar handen stijf in haar zakken gestoken. Haar ogen kunnen naar een bepaald punt kijken of zomaar in het niets staren. Naast haar, op een armlengte afstand, staat een man. Hij praat tegen haar. Althans dat denk ik, want de afstand tussen hem en mij is te groot om zijn lippen te zien bewegen. Zijn gezicht is in elk geval haar kant opgericht, maar zij kijkt hem niet aan. Hij maakt af en toe drukke gebaren met zijn handen waardoor ik concludeer dat ze een gesprek hebben, of dat er in ieder geval een soort van communicatie gaande is.

Het kan natuurlijk ook zijn dat hij spastisch is, waardoor hij regelmatig ongecontroleerde bewegingen maakt en zij uit voorzorg buiten de gevarenzone is gaan staan. Waarschijnlijk heeft hij dan ook nog de pech om met consumptie te praten, want waarom zou ze anders strak de andere kant op staan te kijken? Het is immers wel zo beleefd om iemand aan te kijken als je een gesprek voert. Opeens draait ze zich iets om, maakt afgemeten gebaren in zijn richting en richt daarna haar blik weer terug naar een punt ergens op het water of erover en steekt haar handen weer stijf in haar zakken.

Dus toch communicatie. Maar waarover? Gezien de heftige, korte bewegingen lijkt het mij dat ze geen vriendelijk gesprek voeren. De vrouw vindt het water, of iets wat er aan de overkant is, interessanter dan wat hij te vertellen heeft. In elk geval interessanter dan zijn gezicht. Het lijkt me niet dat dit twee collega's zijn die tijdens de lunchpauze een wandelingetje aan het maken zijn en van de gelegenheid gebruik maken om een probleem door te nemen. Gezien hun houding lijkt het me meer op een stukgelopen-relatie-gesprek. Een gesprek dat midden op straat wordt gevoerd. De plek zegt genoeg over de relatie.

Ik kijk op ze neer. Niet omdat ik zo uit de hoogte doe of omdat ik me beter acht dan deze mensen, maar ik bevind mij op de vierde verdieping van een kantoorgebouw en zij staan op straat. Het is dus een fysieke kwestie. Terwijl ze daar zo staan te bekvechten, meer kan ik er niet van maken, vraag ik me af wat het betekent als je doof bent en spastisch. Dan wordt gebarentaal wel erg lastig. Het is het doven-equivalent van stotteren denk ik.

De man lijkt zenuwachtig, niet op zijn gemak. Regelmatig haalt hij zijn hand door zijn haar en plukt hij aan zijn broek. Heeft hij iets fout gedaan? Zijn gedrag wijst erop. Het kan ook een neuroot zijn en dat daarom de relatie stukgelopen is, omdat ze het zat was met zo'n druk persoon samen te leven. Misschien doet hij juist zo druk omdat zij als een standbeeld voor zich uit staat te staren en hem totaal lijkt te negeren. Als ze tijdens een heftige discussie daar zo voor zich uit staat te staren dan zal het thuis ook wel een ijskonijn zijn. Logisch dat die man daar niet mee verder wil.

De vrouw wijst nu een paar keer naar zichzelf. De man loopt voor haar langs, hij staat nu rechts van haar, links voor mij, maakt weer wat gebaren en loopt weer terug. De vrouw praat, dat wil zeggen ze gebaart nu meer. Nu lijkt hij het niet te willen horen, want hij leunt met zijn rug tegen de reling aan en kijkt voor zich uit de weg over. Dit gaat niet meer goed komen denk ik. Ik heb het nog niet gedacht of de vrouw loopt een paar stappen weg en draait zich om. Een dreigactie lijkt het, alsof ze wil zeggen, als je nu niet op mijn eisen ingaat dan loop ik definitief weg.

Ze wijst weer naar zichzelf, maakt korte, vinnige gebaren, draait zich om en loopt weer een stukje weg en draait zich weer om. Ze luistert naar wat hij heeft te zeggen. Hij lijkt zich erbij neergelegd te hebben, want hij beweegt nauwelijks nog met zijn handen. Het kan ook zijn dat zijn medicijnen eindelijk beginnen te werken. Ze zegt wat en maakt een gebaar dat lijkt te zeggen, dit was het dan. Ze draaien zich allebei om, zij iets eerder dan hij en ze lopen in tegenovergestelde richting weg. Zij naar links, hij naar rechts. Vanuit mijn perspectief gezien natuurlijk, want ze lopen gewoon vooruit, zonder om te kijken, tot ze beiden uit mijn ooghoeken verdwenen zijn.

Als ik vijf minuten later naar buiten had gekeken, omdat ik naar het toilet moest of koffie had gehaald had ik ze niet gezien. Nu zitten ze in mijn hoofd en staan ze hier op schrift. Ik krijg ze niet uit mijn gedachten. Mocht u zich herkennen in een van deze mensen dan zou ik graag willen weten: wie bent u en waar ging het eigenlijk over? En waarom dit trieste schouwspel op een triest bedrijventerrein? Of kom zaterdag anders even langs, dan kunnen we er misschien onder vier ogen in een andere publieke ruimte over praten. Het adres staat hieronder.

columistencab.png