Toen Gerard Cox nog leuk was...

Thako van den Heuvel

Kom op. Nu eindelijk die schouders eronder. We gaan alle problemen in Nederland oplossen!

We flikkeren al het tuig de grens over. Alle werklozen gaan gewoon aan het werk. Alle bejaarden een verpleegster/verpleger per persoon. Ongeneeslijke ziektes lossen we even op en chronische ziekten worden verboden. Treinen en bussen rijden voortaan op tijd. Een autoritje van Maastricht naar Groningen kost je voortaan een uurtje of twee. Alle jeugd gaat in de pas lopen. Ons onderwijs moet binnen een jaar tot de top drie van de wereld gaan horen. In de gevangenissen serveren we nog enkel water en brood. De doodstraf voor ieder misdrijf waar meer dan vijf ambtenaren zich mee moeten bemoeien. Drugs schaffen we af en een alcoholische versnapering kan alleen nog maar matig voor de gezellie of keihard slempend met carnaval. Belasting schaffen we helemaal af, maar we gaan geen gekke dingen meer doen in theaters of kleine zaaltjes. Er komt een standaard menu voor heel Nederland, waarbij woensdag gehaktdag vanzelfsprekend in ere wordt hersteld. Geen gezeik, allemaal rijk!

Zo. Problemen opgelost. Over tot de orde van de dag. Allemaal weer aan de noeste arbeid. De timmerman gaat weer mooie kastjes timmeren. De metselaar metselt een mooie muur. De conducteur knipt weer een ouderwets kaartje. De leraar spreekt zijn leerlingen streng, doch met een kwinkslag toe. Moeder de vrouw hangt de was aan de waslijn, terwijl buurvrouw haar eigen stoepje veegt, maar meteen die van moeders meeneemt. De agent draait aan de punten van zijn snor, tikt beleeft tegen de klep van zijn imposante pet en wandelt rustig door de wijk. Onderweg spreekt hij nog vriendelijk doch vermanend enkele belhamels toe.

Tja! Sorry hoor! Maar ik hoef niet zo nodig terug naar de jaren vijftig! Toch krijg ik maar al te vaak het gevoel dat dit me wordt opgedrongen. Er wordt geroepen om instant oplossingen voor alle problemen en die oplossingen moeten dan ook nog eens direct werken. En daarbij lijkt het ideaalbeeld te zijn dat we terug moeten naar een tijd, voordat alle mogelijke problemen aanwezig waren. Toen geluk nog heel gewoon was en Gerard Cox en Sjoerd Plijzier grappig.

En nee! Ik doel hier nu eens niet enkel op de PVV. Ik doel op alle kleuren. Politici met een redelijk realistische kijk op zaken zijn eerder uitzondering dan regel geworden. De VVD en het CDA denken binnen vier jaar de crisis te overwinnen, terwijl geen hond kan voorspellen hoe de financiële wereld er over een maand uitziet. GL denkt dat we de ozonlaag redden door in dit kleine kutlandje massaal op de fiets te stappen. De SP en de PvdA verlangen nog altijd heftig terug naar de tijd dat havenarbeiders de stem van het volk representeerden. De PVDD wil Nederland aan de tofoe. D66 wil alle hervormingen hervormen, maar blijft zoeken naar overeenkomsten met mogelijke coalitiegenoten. Nu heb je ook nog de Partij 50 Plus, die alle burgers op leeftijd alleen maar cadeautjes wil geven en daarbij vergeet dat de bejaarden juist steeds minder opbrengen en steeds meer kosten.
Niet echt realistisch, zal ik maar zeggen.

In een iets verder maar toch wel redelijk recent verleden, zag je dit natuurlijk ook wel vaker. Met name rond verkiezingen, werden standpunten en plannen net wat scherper gesteld dan anders. Tegenwoordig gaat dat echter maar door! Van een verkiezing tot de formatie. Tot de uitvoering van het beleid. Tot de volgende verkiezingen, die de vorige verkiezingsuitslag weer onmogelijk moet maken. En we gaan er als volk nog in mee ook!

Een beetje gezond boerenverstand leert, dat er zelden makkelijke oplossingen zijn en dat alles tijd kost. Daarnaast weet iedere boer ook, dat er dan ook nog eens allerlei zaken kunnen gebeuren, die je niet in de hand hebt. Perfect zaad, in geweldige grond, na een geweldige lente en zomer, levert toch een slechte oogst op, als er in september ineens net zoveel neerslag valt als normaal in een heel jaar. En verder weet die boer ook dat successen uit het verleden nooit een garantie voor de toekomst zijn.
Maar we blijken de politiek wel degelijk af te rekenen op direct resultaat en op directe tegenslag. En die politiek komt dan ook weer meteen met nieuwe beloften om die tegenslag meteen weer op te lossen. Dat is dus de eerste denkfout. Denken dat je snel alles op kunt lossen en denken dat een nieuw idee meteen alle fouten herstelt.

De tweede denkfout is dat teruggrijpen op oude tijden, die beter zouden zijn. Was dat wel zo?
In de jaren vijftig was iedereen aan het werk, omdat ons land net aan puin was geschoten. Er was eensgezindheid, omdat we nog samen de Duitsers konden haten. Mensen hadden minder last van elkaar, omdat ze meestal niets met andersdenkenden te maken hadden. Ze gingen niet eens naar dezelfde scholen! Er was geen hoop op veel meer in het leven, omdat velen niet beter wisten. De zoon van een bouwvakker werd bouwvakker, dus hadden we geen hulp van buiten nodig.
En tenslotte. Nogmaals. Gerard Cox en Sjoerd Plijzier zouden leuk zijn in die tijd!

De moraal? Zoek dat eens lekker zelf uit! Als dan toch echt iedereen hier en nu alle oplossingen op een presenteerblaadje wil krijgen, weet ik bij voorbaat al dat niemand tevreden zal zijn met mijn mening. Daarom ben ik ook liever columnist dan politicus.

Nou vooruit dan. Een kleine tip van mijn kant. Denk 2 maart nu eens niet na over wat je met deze stem, volgende week voor elkaar wilt krijgen. Stem niet om of links, of rechts in de Tweede Kamer eens goed op hun kloten te geven. Maar stem gewoon op de persoon en kleur, die met jouw omgeving het beste voor heeft, en vertrouw erop dat die persoon een goede keuze maakt, als de Eerste Kamer moet worden samengesteld.