Huismerkterreur van C1000

De meeste supermarkten hebben een huismerk. Daar zijn ze bijzonder origineel in. Eén is ermee begonnen en de rest volgt als trouwe hondjes. Net als vaatwasmiddelproducenten. "Wij doen een twee-in-één blokje." "Oh dan doen wij dat ook." "Dan doen wij er glansspoelmiddel bij." "Doen wij ook, met nog een beetje reinigingszout." "Oh, dan maken wij een vijf-in-één blokje." "Dan doen wij lekker een alles-in-één blokje." Net kleine kinderen. En zo is het ook met de supermarkten.

Eerst verkochten de supermarkten voornamelijk A-merken en daarnaast wat mindere, zogenaamde B-merken. Dat vonden ze toch te min klinken en daar hebben ze huismerk van gemaakt. Ook goed, maar net een beetje goedkoper en het klinkt een stuk beter. Huismerk. Met zorg uitgekozen producten. Ja ja. Vrijwel nergens zie je supermarkt-fabrieken staan, terwijl ze toch kennelijk hun eigen producten produceren. Nou, dat doen ze niet zelf, dat laten ze doen. Voornamelijk door de producenten van A-merken.

Vandaar dat de verpakking van huismerken vaak zo verdomd veel lijkt op die van A-merken. Dat is wel zo makkelijk, want dan hoeven ze de assemblagelijn niet om te bouwen. Bovendien pak je als consument dan sneller de verkeerde pot of fles, het lijkt toch allemaal op elkaar. Als je dan toch zelf zo nodig iets op de markt moet brengen, kies dan ook een andere verpakking, zodat het opvalt. Maar nee hoor, eenheidsworst.

Dat A-producten als B- of ander merk verkocht worden, is niet nieuw. Mijn oma werkte vroeger in een chocoladefabriek van Verkade. Daar werden dure bonbons gemaakt, of liever, bonbons voor een duur merk. Diezelfde bonbons verdwenen vervolgens ook in de verpakking van andere goedkopere merken. De vraag die dan bij mij knaagt is of je nu te veel betaalt voor het ene merk (de naam) of dat je veel waar voor je geld krijgt bij het goedkopere merk. De uitdrukking 'alle waar naar zijn geld', gekoppeld aan mijn cynisch-achterdochtige grondhouding doen mij vermoeden dat het eerste het geval is.

Aan de andere kant moet gezegd worden dat de duurdere merken waarschijnlijk veel meer research doen voor hun producten. Niet alleen hoe ze die kunnen verbeteren, maar ook marktonderzoek. Wat wil de consument en hoe kunnen we ervoor zorgen dat hij wil wat wij leveren. Desnoods verzinnen ze een ander merk en verkopen ze dat erbij en lijken concurrent van zichzelf te zijn. Zo heeft Albert Heijn drie of vier soorten huismerken. Je kunt het ook overdrijven.

Ik koop mijn boodschappen meestal bij C1000. Die winkel is vlak bij mij in de buurt en het dichtstbijzijnde alternatief is de Lidl. En van die winkel gruwel ik, net als de Aldi of Dirk. Niet dat de mensen er niet aardig zijn of dat ze slechte producten verkopen, het is de winkel zelf waar ik niet van hou. De inrichting. Net als de Blokker of Action. Vreselijk. Als winkels aura's zouden hebben en ik zou ze kunnen zien, dan zouden die winkels paars zijn. Denk ik, ik heb geen idee hoe aura's eruitzien, maar die winkels zien er in elk geval niet uit.

Net als de meeste supermarkten heeft C1000 ook een huismerk. En slechte reclames. Tineke Schouten en Frans van Deursen. 'Goed bezig. C1000'. Die dus. Vreselijk. Maar het personeel is aardig en de producten en service zijn goed. Hoewel. Steeds vaker hebben ze er een handje van om hun huismerkproducten op een hinderlijke manier te pushen. Dat doen ze op slinkse wijze. Dan zijn alle A-merken van een bepaald product uitverkocht, maar is 'toevallig' het huismerk nog wel beschikbaar. In ruime mate zelfs.

De eerste keer viel het me niet eens op. De boter was uitverkocht. Maar dan ook echt alle soorten van Becel en Blue Band. Noppes, nada, niks niet. Er hing zelfs een briefje bij met de excuses voor het ongemak en dat de tekorten snel weer aangevuld zouden worden. Vriendelijk toch? Gelukkig was hun huismerk nog wel beschikbaar. Dat snel aanvullen duurde bijna een week. En al die tijd was hun huismerk beschikbaar. Kan gebeuren, denk je nog. Maar daarna was de Calvé mayonaise uitverkocht. Alles. Maar, gelukkig was het huismerk er nog. Ook dat duurde een flink aantal dagen.

Bij de mayo hebben ze toen nog een andere truc toegepast, ze verkochten de kleinste verpakking Calvé niet meer. Van hun huismerk natuurlijk wel. Het doel is natuurlijk de klanten op hun huismerk over te krijgen en als ze dat eenmaal geprobeerd hebben, zorgen dat ze blijven door een aantrekkelijkere hoeveelheid aan te bieden. Want niet iedereen wil zo'n grote verpakking hebben. Vorige week was de siroop van Karvan Cevitam aan de beurt. Het volledige assortiment was uitverkocht. Toeval? Ik denk het niet, want Karvan Cevitam heeft wel negen verschillende smaken, maar het hele schap was leeg. Maar daarboven? Daar stonden de huismerkblikken. Zelfde verpakking, met die versmalling in het midden, dus waarschijnlijk ook weer dezelfde fabriek.

Dat ze hun eigen producten willen verkopen, lijkt me niet meer dan logisch. Daar heb ik ook geen enkel probleem mee. Maar geef de consument dan wel de kans om te kiezen. Wil je stunten met de prijzen van je eigen producten om ze zo onder de aandacht te brengen? Prima! Misschien probeer ik ze dan wel. Maar zorg er niet moedwillig voor dat ik de producten die ik wil kopen, niet kan kopen omdat het vak leeg is. Daar krijg ik een vieze smaak van in mijn mond en dat ligt niet aan de kwaliteit van de producten, maar aan de kwaliteit van de verkoper.