Tour 19: Relaxen in Pau

Deze limerick was voor Bram Tankink. Bram is een van mijn favoriete Nederlandse renners. Hij wint eigenlijk nooit wat, maar als je hem in de ploeg hebt dan mag je je handen dichtknijpen, want het is een harde werker. Heel vaak heb ik hem in het verleden op kop van het peloton zien sleuren of de kopmannen uit de wind zien zetten. En ik denk dat hij nog meer kan als hij zichzelf niet altijd hoeft weg te cijferen voor anderen. Maar hij is diendend van nature.
Verder is hij altijd bereid tot een gesprek, zelfs als hij helemaal naar de kloten over de streep komt zoals deze week. En zelfs dan probeert hij nog te lachen. Chapeau voor Bram.

Op deze rustdag in de Tour wil ik eens even terugblikken op wat achter ons ligt. Dat is ook niet anders mogelijk, want je kunt nu eenmaal niet terugblikken op iets, dat nog moet gebeuren.
Er is de laatste dagen heel wat te doen geweest over de aanval van Contador op het moment dat Schleck verkeerd schakelde. Schleck was na aankomst nogal boos. Ik vind hem een aardige jongen, maar hij moet niet zeiken.
Laten we maar eens kijken hoe de stand zou zijn geweest als de renners gewoon hadden doorgereden in de etappe naar Spa. Ik weet niet zeker of Sanchez en Vandenbroeck in de groep met Menchov en Gesink reden, maar laten we er even vanuit gaan dat ze er wel reden. Dan was de stand:

1. Sanchez
2. Menchov
3. Vandenbroeck
4. Gesink

Geen Schleck te zien in het algemeen klassement, want die reed daar na de val op vier minuten en Contador op twee minuten. Het zou wel leuker voor het verloop van deze Tour zijn geweest, want dan hadden de Spanjaard en de Luxemburger vaker moeten aanvallen voor de eindoverwinning.

Maar de renners hebben niet doorgereden naar Spa. Cancellara heeft de jury zover gekregen dat de koers werd geneutraliseerd. Schleck stond dus voor die problemen met zijn ketting eerste.
Iedere wielrenner weet dat je de ketting zoveel mogelijk recht moet hebben staan op de tandwielen. Als je voor groot rijdt en achter klein, dan staat de ketting helemaal schuin en kun je bij het schakelen in de problemen komen. Fietsers met een trippel kunnen beter in de bergen de ketting voor op het middelste tandwiel houden, want dan blijft hij rechter ten opzichte van de achterste tandwielen. Schleck maakte hoogstwaarschijnlijk dus een beginnersfout door verkeerd te schakelen. Als je op dat soort ‘pech’ ook nog eens moet wachten dan is er natuurlijk helemaal geen reet meer aan. Wat mijn betreft had Contador niet zijn excuses hoeven aanbieden.
Verder waren er eigenlijk tot nu toe niet zo heel veel interessante ritten. De rit over de kasseien, de rit naar Spa, de rit naar Morzine-Avoriaz en Mende. De overige ritten waren soms enigszins spannend als het om de strijd tussen de klassementsrenners ging, maar die reden dan meestal op achterstand. Het zou leuker zijn geweest als er dan bij de kopgroepjes Nederlanders hadden gereden, want dat is voor ons dan wel spannend. Ik denk dat de Fransen heel anders tegen deze Tour aankijken dan de Nederlanders. Hun beste man staat achttiende, maar ze hebben zes overwinningen. Onze beste man staat zesde maar we hebben nul overwinningen. Ik zal blij zijn als er volgend jaar nog een Nederlandse ploeg meerijdt. Eentje zonder echte kanshebbers voor het klassement. Dan zie je tenminste nog eens een Nederlander voorin de koers.

De lul van de dag:

Er is vandaag niet gereden. Toch vind ik Bram Tankink de lul van de dag. Wat een pech voor hem. Ziek worden in de Tour is erg, maar opgeven nog erger. En als Bram opgeeft, dan is er echt wel wat aan de hand. Het is geen watje. Jammer Bram, volgend jaar beter. Ik zie je wel in de Ronde van Wateringen.

Morgen gaan we hopelijk echt spektakel meemaken en ik hoop al voor de beklimming van de Tourmalet, want anders wordt het weer wachten.
De Tourmalet is de meest beklommen Col van de Tour de France. Toch is er nog maar één keer een aankomst op de top geweest en dat was in 1974, gewonnen door Danguillaume.
De Tourmalet is de hoogste bergpas van de Haute-Pyrénées. Een belangrijke plaats in deze streek is Gavarnie. Deze gemeente is werelderfgoed vanwege het Cirque de Gavarnie.
Het Cirque de Gavarnie heeft niets met een circus te maken. Het is een natuurlijk gevormd amfitheater. Achthonderd meter breed aan de voet en drieduizend meter breed aan de top, met een fantastische waterval; de grootste van Europa. Hier ontspringt ook de rivier Gave. Vanuit Gavarnie ben je in vijfenveertig minuten wandelen bij het Cirque. Je moet daar wel voorzichtig zijn, want je wandelt in korrelig sneeuwijs. Niet alleen het Cirque de Gavarnie maakt deze streek zo populair bij wandelaars en romantici, of wandelende romantici of romantische wandelaars. Ook de Estaubé en Troumouse zijn prachtige natuurgebieden daar in de buurt.
Vroeger was Gavarnie een gehucht waar alleen herders woonden. Later kwamen er boeren uit de omgeving die hun diensten als berggids aanboden. Tegenwoordig is het dorp geheel ingericht op het toerisme. Je kunt vanuit Gavarnie diverse bergwandelingen maken. De kortste duurt een half uurtje. Dus dan kun je weer snel aan het bier, maar dan heb je nog niet veel gezien.

Helaas heb je als wielrenner in de Tour de France geen tijd om naar het landschappelijk schoon te kijken. Als je aan de renners van de Tour vraagt of ze weten wat het Cirque de Gavarnie is, dan zullen ze je waarschijnlijk met grote vragende ogen aankijken. Die houden zich niet bezig met waar ze zijn, want als je tegen die bergen op moet fietsen dan weet je dat soms niet eens meer.
Andy moet aanvallen. En ik hoop nu echt dat ze niet weer zo’n kutgroepje van een aantal mindere goden laten wegrijden. Ik wil dat Gesink een kans heeft op de dagzege en dat kan alleen maar als er niet weer een paar renners meer dan tien minuten krijgen. In ieder geval is dit de laatste kans voor Schleck, want normaal gesproken is hij kansloos in de tijdrit.

Mijn tip:

1. Gesink
2. Menchov
3. Schleck
4. Contador
5. Sanchez

Een beetje chauvinistisch mag je wel zijn, toch?