't Japanse meisje en de perverse stoelendans

Mensen die eens goed in mijn platenkast zouden koekeloeren, kunnen denken, dat ik een perverse kerel ben. Nog niet eens vanwege de vele rare geluiden op de plaatjes die deze collectie sieren, maar vanwege de covers, want zeg nou zelf; hoe zou jij kijken, wanneer je ineens een plaatje van een vrouw die door een stoel genomen wordt in je handen hebt?

U las het goed: een vrouw die door een stoel genomen wordt. Wat u zich daarbij voor moet stellen is het volgende: een barkruk of een stoel—iets dat gemaakt is om op te zitten—met daarop een prachtig gekrulde pik met een perfect stel kloten. Daarop een dame in een wat afhangend shirtje, zo’n frutsel—iets dat de naam kledingstuk nog niet waard is. Daar zit ze, met de eikel omsloten door haar vulva, maar niet één keer! Nee, meerdere keren in een aantal verschillende posen. Het is een raar tafereel, want op haar rust nog een stoel met een andere dame en daarboven een gezicht, dat compleet verwoest lijkt te zijn en in het haar van dat compleet verwoeste gezicht bevindt zich weer een ander stukje kunstzinnigheid met penissen, stoelen en vrouwen die zich in benarde posities bevinden. Een knap staaltje tekenkunst, zo zou ik zeggen. Het betreft hier het dubbelaartje “Cartoon, S&M” van John Zorn. Twee cd’s vol kamermuziek van deze wonderlijke muzikant.

Wat me nu zo aantrekt in deze man is niet alleen zijn muziek, maar ook de hele persoon erachter. Een persoon die met elk interview en met iedere nieuwe uitgave zich nog meer van de wereld weet te distantiëren door rare uitspraken, muziek die elementen bevat die nooit eerder door het menselijk gehoor verteerd zijn en zoals hierboven beschreven het artwork van zijn creaties, dat wellicht zijn muziek in mate van intense fascinatie weet te evenaren. Wat gaat er door iemand heen om zoiets te tonen op een albumcover? Erger nog! Wat beweegt mij er op zo’n enorm gedetailleerde wijze naar te turen en toch iedere keer weer naar zijn muziek te luisteren? Het maakt eigenlijk nog niet eens uit wat het is. Blind schaf ik het aan en luister er naar. De meest vreemde klanken bereiken mijn oren. Toeters, bellen, hout dat doorgehakt wordt, operazangers die blaffende geluiden voortbrengen, een setje kogellagers, dat eens flink onder handen wordt genomen door een begaafd percussionist. Het is teveel om op te noemen, want wat ik hier zojuist noemde, vormt slechts enkele minuten van één van zijn vele creaties.

Terug naar de covers, daar ging het mij immers om. Ik ervaar bij het kijken naar deze covers geen walging, geen vervreemding of afzetterij tegen een maatschappelijk iets. Het is niet zoals sommige covers van NSBM-bands (wat staat voor nationaal-socialistische black metal) met puur discriminerende foto’s of gewoon ranzigheden zoals de afbeelding van een aars op de cover van Type O Negative’s “Origin of The Feces.” Het is een prachtige synthese van geluid en beeld. Samen vormen ze iets onwerkelijks en unieks. Een kunstwerk. De muziek zou misschien niet eens compleet zijn zonder afbeelding, hoewel dat eigenlijk ook weer schromelijk overdreven is, want los van elkaar blijft bij mij de fascinatie bestaan, maar samen zijn zij overweldigend.

Tot slot wil ik u het volgende niet onthouden… Stelt u zich een kartonnen hoesje voor in de vorm van een prachtig cadeau. Een cadeau zoals je alleen in films ziet. Het ideale pakje voor onder de kerstboom. Het cadeau heet heel toepasselijk “The Gift” met als tweede titel “Music for Romance Volume 3”—het is een serie. Langzaam, ja heel langzaam, schuift u de jewelcase uit het karton en voor uw ogen ontpopt zich een jong Japans meisje op een stoel met op de achtergrond een grote rode X. Van onder haar iets opwaaiende schoolkostuum aanschouwt u een pistool in haar op de rug gebonden handen… De rest van het boekje vormt ook al zo’n panorama aan beelden waar ik me geen raad mee weet. U wel?