De zomerstop moet terug op televisie

De zomerstop van de televisie bestaat niet meer. Dat is al een paar jaar zo, maar het valt nu pas op. We zien namelijk in de zomer dezelfde troep als in de rest van het jaar. En dezelfde gezichten. Twaalf maanden lang Carlo, Irene, Caroline, Ron en Wendy. Je wordt er gewoon kots- en kotsmisselijk van.

De zomerstop op TV was in mijn jeugd iets waar je als kind reeds in april tegenop zag. Het betekende namelijk ruim twee maanden afzien. Al je favoriete programma’s werden zonder pardon van de buis gehaald en jou restte niets dan twee maanden lang buiten spelen, jezelf vermaken met Lego of een boek of naar het zwembad gaan. Je had toch niets beters te doen.

Het is vreemd, maar als ik terugkijk leken de zomers vroeger eindeloos lang. In mijn herinnering was het vroeger altijd warm, waren de ijsjes zoet en de meisjes lief.
Als er al iets op televisie was, was het een herhaling van een Zweedse jeugdserie of een Duitse film. Een videorecorder was alleen betaalbaar voor de rijkere medemens, dus een gang naar de videotheek zat er alleen in als ze er bij een vriendje thuis een hadden staan. Het spreekt uiteraard voor zich dat ik zo’n vriendje had ’s zomers.

Tegenwoordig is er geen zomerstop meer, het is afgeschaft. Dit is een bewuste keuze van de diverse omroepen omdat de concurrentie en daarmee de belangen veel te groot zijn geworden. Het draait sinds de komst van ‘De Commerciëlen’ louter om marktaandeel dus ook in de zomer geldt het recht van degene die de meeste kijkers weet te trekken.
Dus doen de ruim twintig op Nederland georiënteerde zenders hun uiterste best zoveel mogelijk uit te zenden. Series, films, reportages, talkshows, tekenfilms en soft porno: u vraagt niet, wij draaien toch, zo luidt het motto.

Het probleem is dat we ’s zomers dezelfde rotzooi te zien krijgen als in de winter. En dezelfde mensen. Caroline Tensen met haar 1-tegen-100 zien we nu het hele jaar door, Martijn Krabbé is twaalf maanden lang niet van de zender te branden met In Holland staat een Huis c.q. ligt een Tuin en over de meuk die Nance, Lucille Werner, Jeroen van den Boom en Sylvie Meis ons voorschotelen wil ik het al helemaal niet hebben. Wat een bagger!

Was televisie vroeger dan per definitie beter? Nee, dat niet. Maar twee maanden geen tv werkt als honger op rauwe bonen, alles wat je daarna te zien krijgt lijkt grappig en vernieuwend. Na een lange tv-loze zomer keek je maar al te graag naar Rons Honeymoon Quiz, Henny Huismans Soundmixshow en Avro’s Service Salon met Catherine Keyl. Sinds de komst van dertien nieuwe zenders en de afschaffing van de Zomerstop zijn dergelijke gezichten zo aan ons opgedrongen dat ze alleen nog maar een braakneiging veroorzaken.

Een ander probleem waar we mee te maken hebben is dat de zomerstop werd gebruikt om nieuwe talenten te testen en nieuwe formats te ontwikkelen. Twee maanden lang werden gezichten en programma’s getest en als het aansloeg mochten ze blijven. Sloeg het niet aan, geen probleem, er keek toch geen hond. Maar omdat alles nu direct moet scoren vanwege het marktaandeel krijgen presentatoren en hun programma’s slechts twee weken de kans om zich te bewijzen. Daarna wordt de stekker eruit getrokken.

En wat krijg je dus? Zenders die op safe spelen en alleen gaan voor bewezen successen. Daarom hebben we nu dertien programma’s over auto’s op de snelweg, 39 programma’s over koken in binnen- én buitenland en 128 programma’s over lifestyle en metamorfoses. En er is zoveel te zien, we hebben niet eens meer door of het een nieuw programma is of een herhaling. En als het al een herhaling is hebben we het waarschijnlijk de eerste keer toch niet gezien.

Daarom moet de Zomerstop weer terug! Niet volgende week, niet morgen maar vandaag nog. De omroepen moeten hun programmering schoonvegen met bulldozers, de zender moet van twaalf uur ’s nachts tot vijf uur in de middag op testbeeld en de medewerkers moeten weer gewoon talent hebben om te presenteren. Sylvie Meis mag dan wel een mooie kop en een fantastisch stel tieten hebben, maar als het om interviewen gaat luister ik toch liever naar Clairy Polak en Inge Diepman. Het kijken naar ze neem ik dan maar op de koop toe.

In mijn kinderlijke onschuld en naïviteit denk ik dat alleen met een Zomerstop de Nederlandse televisie weer leuk kan worden. Dat we dan weer massaal hunkeren naar programma’s van Linda de Mol en Andries Knevel. En dat we thuisblijven met chips en cola op de bank voor Jos Brink. Maar diep in mijn hart weet ik dat de zomerstop alleen nog maar nostalgie is, een schim uit een ver verleden. Het afschaffen van de zomerstop heeft voorgoed onze fijne televisieavonden tijdens de lange wintermaanden verpest.

Ik ga vanavond maar buiten in de tuin zitten met een goed boek en een kratje bier. Ook leuk.