Een fascist en een evangelist, kan dat wel?

Ja, dat kan, als je er maar niet van uitgaat dat ze in de zelfde tijd leefden, want dat is toch wel moeilijk. Mattheus de evangelist schreef het eerste boek van het Nieuwe Testament, na een eerdere carrière als belastinggaarder, terwijl de fascist Vilfredo Pareto in het begin van de vorige eeuw in Italië woonde en wiskundige en econoom was. Eerlijkheidshalve moet ik er wel even bij vermelden dat hij eigenlijk zijn hele leven liberalist was, maar deze club deed te weinig naar zijn zin tegen het opkomende communisme, reden voor hem om zich bij Mussolini aan te sluiten. De vraag blijft wat deze vreemde combinatie van fascist en evangelist mogelijk maakte. Daarover zal deze column gaan. Kop dicht en opletten.

Vilfredo Pareto kwam er in 1906 achter dat 80% van alle bezittingen in Italië eigendom waren van 20% van de bevolking. Hij breidde zijn bevindingen uit in een aantal economische wetten, maar toen hij in 1923 stierf was er nog niets dat Pareto-principe heette. Daarvoor was enkele decennia later Joseph Juran verantwoordelijk. Deze ontdekte dat je de bevinding van Pareto over de 80-20 verhouding naar veel meer gebieden kunt uitbreiden. Hij noemde dit het Pareto-principe, al het is het wel zo dat dit niet de lading dekt. Pareto had dit niet zo bedoeld, maar men zal wel hebben gedacht dat Pareto-principe lekkerder klinkt dan Juran-principe. Of het was een postuum eerbetoon. Juran kwam erachter dat 80% van de productie wordt gerealiseerd door 20% van de mensen, ''the law of the vital few and the trivial many.'' Dit verschijnsel staat bekend onder de term onevenwicht. Maar ook: 80% van alle klachten over producten komt van 20% van de klanten. En 80% van de producten wordt verkocht aan 20% van de klanten. Zijn dat dan dezelfde klanten die klagen? Ik denk het niet. Of deze: in een klas wordt 80% van de herrie veroorzaakt door 20% van de leerlingen. Een andere mooie: 80% van de smartphone-gebruikers benut van 20% van de mogelijkheden.

De lijst is vrijwel oneindig, en als je erover nadenkt ook heel logisch. Al moet ik hier wel de kanttekening maken dat je je niet moet ophangen aan die 80 en 20; in andere gevallen heb je 70 en 30, of 90 en 10. Een ander punt is dat deze regel louter empirisch van aard is. Hem bewijzen is niet mogelijk, maar iedereen ervaart het wel degelijk zo. En handelt er ook naar. Vooral in noodgevallen. Stel dat je hele huis en enorme puinhoop is, maar dat je 's morgens een telefoontje krijgt van de makelaar dat na een heel jaar er eindelijk iemand is gevonden die serieus denkt over aankoop van jouw huis, maar die alleen die middag kan komen kijken. In zo'n geval komt die 80-20 regel echt om de hoek kijken. Je accepteert natuurlijk het verzoek en gaat aan de gang. Alles moet aan kant, maar alleen voor het oog. Je zult later met een heel goed verhaal moeten komen naar je kinderen toe, want hun kleine Legospulletjes heb je in vier verschillende speelgoedbakken gesmeten en rest op het allerlaatste moment onder de bank geschopt, terwijl zij het op straffe van standrechtelijke executie altijd keurig netjes moeten opbergen. Alles krijgt een snel doekje, er wordt gestofzuigd, er wordt met een spons en een zeem over de ramen gezwiept. En alles wat niet in het zicht mag liggen of staan wordt in kasten en laden gepropt. Tijdens het bezoek van de kijker zit moeders dan gebiologeerd naar een bepaald kastdeurtje te loeren, want als dat openspringt dondert er een vrachtwagen vol rotzooi op de schone vloer.

En als de kijkers weg zijn komt het echte werk, en het duurt vier keer zo lang voordat alles echt aan kant is. Nu maar hopen dat het huis wordt verkocht, maar u begrijpt mijn verhaal wel. Oké, we gaan verder, want er waren nog meer wetenschappers die wel iets konden met de bevindingen van Pareto. Zo was daar Robert K. Merton die in 1968 publiceerde over zijn bevindingen in het wetenschappelijk onderzoek. Hij zag dat de oudste wetenschapper meestal de merits krijgt, al heeft een jongere collega minstens even veel aan het onderzoek bijgedragen. Als je veel hebt gepubliceerd en je naam is bekend, dan heeft dat onmiskenbaar extra voordelen. Een ander verschijnsel kwam ook aan het licht, namelijk dat zaken die zijn ontwikkeld om de meest behoeftigen en meest ongeletterden in de samenleving te helpen, het vaakst werden gebruikt door de middenklasse voor wie het in eerste instantie niet was bedoeld. Ook het 'een leven lang leren' blijkt vooral te worden opgepakt door lieden die al heel wat geleerd hebben.

Over dat laatste verschijnsel liet Stanovich zijn licht schijnen toen hij onderzoek deed naar taalverwerving en taalachterstand. Hij constateerde dat kinderen die op jonge leeftijd goed leren lezen dat voordeel tijdens hun leven steeds verder uitbouwen en verder komen in hun studie en loopbaan. Een kind dat vanaf het begin moeite heeft met lezen zal dit later niet proberen op te halen, maar leest voortdurend te weinig om verder te komen. En zo komt hij gewoon niet ver op de maatschappelijke ladder. Lezen blijkt echt cruciaal te zijn in de ontwikkeling van de westerse mens.

En daarmee komen we eindelijk uit bij Mattheus de evangelist. Ik gebruik zoals gewoonlijk de Statenvertaling die de zaken zo statig, deftig en indringend weergeeft. In Mattheus 25:29 staat te lezen: ''Want een iegelijk die heeft, dien zal gegeven worden, en hij zal overvloedig hebben, maar van degene die niet heeft, van dien zal genomen worden, ook dat hij heeft''. Wat ik in de vorige alinea's vertelde over Merton en Stanovich staat in de wetenschap dan ook bekend als het Mattheus-effect. In moderne taal: de rijken worden rijker en de armen worden armer. Het blijft een onverkwikkelijk fenomeen, maar nu heeft iedereen tenminste het idee dat het verschijnsel wel degelijk een economische oorsprong heeft, en niet alleen een politieke of maatschappelijke.

Natuurlijk heeft de wetenschap Pareto gebruikt voor het opzetten van Pareto-analyses: als je altijd zo drukt bent als een gek, maar weinig voor elkaar krijgt is dit een goede manier om orde op zaken te stellen. Je zoekt uit wat je in je beperkte tijd moet doen om maximaal effect te sorteren. Dat lijkt een open deur maar is het bepaald niet, anders waren er veel meer goede managers. Voorbeeldje? Er zijn allerhande klachten over het bedrijfsrestaurant. Je kunt natuurlijk in het wilde weg aan het verbeteren slaan, maar je kunt ook aan de medewerkers vragen om anoniem een vragenlijstje in te vullen. Als dan blijkt dat het leeuwendeel zich ergert aan de soep, omdat die altijd te koud is en bovendien smakeloos, dan hoef je, om het sfeertje in het restaurant heel sterk te verbeteren eigenlijk alleen maar dat punt aan te pakken. Om echt de blits te maken pak je meteen ook het tweede, iets minder vaak vermelde mopperpunt aan, namelijk de tijd die men nodig heeft om af te rekenen omdat slechts één van de twee loketten wordt gebruikt, en je kunt als manager al niet meer stuk. Je zou zeggen dat dit toch door iedereen wordt gesnapt, maar het tegendeel komt veel vaker voor.

Tot slot nog een paar Pareto's. Verzin er zelf nog honderd bij en ga daarbij lekker op je gezicht. Wat mooi en aannemelijk klinkt is zeker niet altijd waar. Net als bij aforismen.

20% van de producten zorgt voor 80% van de omzet
20% van de zieken veroorzaken 80% van de zorgkosten
20% van alle beschikbare energie wordt verbruikt door 80% van de wereldbevolking. En andersom geldt dit ook! En reken maar dat het ook opgaat voor het afvalprobleem.
20% van de auto's zorgt voor 80% van alle verreden kilometers
20% van de filmpjes op YouTube zorgt voor 80% van de bezoekersaantallen
20% van de kinderliedjes wordt 80% van de tijd gezongen
Bovenstaande voorbeelden heb ik van het internet geplukt, nu een paar die ikzelf verzon:
80% van de klas is matig tot gemiddeld, 20% is goed. Maar ook: met 80% van de leerlingen heb je zelden of nooit wat te doen, de laatste 20%, die maken je moe.
Iemand zei tegen me: 80% van de lui om me heen zullen nooit mijn vrienden worden. Dan denk je: dat is een rasechte misantroop. Nee hoor, hij is gevangenbewaarder. Of nee, dat heet tegenwoordig inrichtingswerker. En vroeger heette het cipier. Iemand die beweert dat 80% van alle bomen die worden omgehakt voor de productie van krantenpapier hun leven voor niks hebben gegeven, kijk, die heeft een niet te vrolijk beeld van het leven. Of hij is gewoon broodnuchter. Kiest u maar.
20% van de motorfietsen zorgen voor 80% van de herrie. Een klein deel van de weggebruikers haalt debiele streken uit, het leeuwendeel kijkt wel uit.

Overigens is het helemaal niet gezegd dat het totale percentage altijd op 100 moet uitkomen, getuige het volgende voorbeeld. Iemand beweert dat 80% van alle make-up wordt gebruikt door 20% van de vrouwen. En daar haken de meesten van ons toch echt af. Die bewering is wat al te stoer. Het zou verdedigbaar kunnen zijn dat 70% van de make-up wordt gekocht door 50% van de vrouwen. Daarmee kunnen we wel leven.

Kortom, het Pareto-principe is een dankbaar onderwerp van gesprek. En van pittige discussies. Maar het kan je ook op ideeën brengen hoe je je kostbare tijd veel zinvoller kunt besteden. Vooral het Mattheus-effect over die rijkere rijken en armere armen kan leiden tot leuke gesprekken.