De geur van genegenheid

Column door axxl

Het wordt lente, ik kan het gewoon ruiken. Het mooiste deel van het toekomstige jaar kan zich nu elk moment daadwerkelijk onthullen aan mijn door winter verblinde ogen. Vanaf morgen kan ik weer helder zien. De sluier ontdoet zich morgen van zijn krachtige grip op mijn, doch altijd enigszins vertroebelde, visie van de oh-zo-prachtige wereld.

Voor ik het weet heb ik, waarschijnlijk dankzij propagandaachtige taferelen, een roze bril op de knobbel van mijn neus rusten, die alles - maar dan ook alles - positief aanwendt op mijn geweten, waarop ik die positiviteit kan uitstralen naar de mensen om me heen. Er is niks zo fijn als om in het gras te kunnen zitten met iemand die je waardeert en om af en toe aan een heerlijk flesje witbier te sippen. De zon hoeft dan nog niet eens te schijnen, maar als hij het toch van plan is dan kan hij zijn stralen langs de wolken manoeuvreren, waarop wij natuurlijk onze shirts kunnen uittrekken om het passerend vrouwelijk schoon te imponeren. Kijk naar ons, de lente, mijn torso, als je goed kijkt dan zie je een glimp van mijn ziel, en het zal je bevallen, echt! Hier komt de zon Nina en het is al goed.

Dit zet me aan het denken, het lijkt net of ik weer ontwaakt ben. Bestaan er rond deze tijd eigenlijk wel problemen? Mijn leven gaat momenteel niet bepaald over rozen, maar toch voel ik me uitzonderlijk goed, bijna euforisch goed. Precies over een jaar woon ik op mijzelf en heb ik een fulltime baan of ben ik weer achter de schoolbanken gekropen.

Dit jaar kan ik pas echt genieten van een seizoenswisseling. Ik verkeer in een goedaardige waan en ik ben ontwaakt. Vorig jaar sliep ik nog en viel ik een tijdlang in een nogal diep gat waar maar geen eind aan leek te komen. Dat krijg je er dus van als je overmatig drugs gebruikt terwijl je aanleg hebt voor bepaalde geestelijke toestanden. Iets zegt me dat elke avond van de week met zijn vieren in een fiat panda( of iets dergelijks, in ieder geval een piepkleine auto) gepropt, hevig blowend zonder ook maar een raam of deur open hebbend, behalve voor het licht natuurlijk, want de voordeur moest open staan wou je licht kunnen ontvangen van het autootje zodat je een strak jointje kon draaien in de vrieskou, niet goed voor je is. Pas na enkele maanden kregen we door dat die lompe lamp ook fungeerde als lichtschakelaar, wat was dat een openbaring toen er licht kwam zonder dat de deur naar buiten ging! Het ging natuurlijk per abuis. Nog minder reden om het raam of deur open te doen. "Recycle die thcrookwolken maar," hoor ik mezelf nog zeggen. Wat was dat toen saai zeg; ik heb me volgens mij in een depressie met pre-psychotische verschijnselen verveeld. Zo erg was het. Achteraf gezien was ik behoorlijk verslaafd, maar dat zie je pas als je er buiten staat.

Nu, een jaar later en een jaar lang zonder geestverruimende middelen, heb ik nog minder als vorig jaar. Mijn beste vriend en velen anderen ben ik kwijt door mijn hachelijke keuzes die ik voorheen gemaakt heb. Diezelfde vriend die mij door die galzwarte periode probeerde te trekken heb ik zo onstuimig onteerd dat ik mezelf nu afvraag of ik slapend een beter mens ben dan wakker.

Voorwaardelijke genegenheid, monogaam vleselijke manifestaties. Dat wordt mijn doel dit jaar.

Als de zomer aanbreekt zal alles nóg beter worden, daar ben ik van verzekerd. De kleuren zullen nog intenser zijn en de gevoelens nog echter. De kleren nog korter en de mensen nog hechter. Het pathetische zal zich als een symfonie van Beethoven in mij doen herrijzen, niets kan me dan nog tegenhouden. Als het zo ver is laat mijn neus mij dat weten.