FOK!toen: 01-02-1953 de Watersnoodramp

2. Zondag 1 februari

Tussen 04.00 en 06.00 uur braken overal in het getroffen gebied dijken door. Tijdens deze eerste vloed stroomde het water op sommige plaatsen zo hard de polders in, dat bijvoorbeeld dorpen als Oude- en Nieuwe-Tonge binnen een half uur twee tot drie meter onder water stonden. Op andere plekken verliep de overstroming geleidelijker. Zo bereikte het water Ooltgensplaat, 8 km bij Oude- en Nieuwe-Tonge vandaan, pas rond 07.00 uur, en steeg het water daar tot een hoogte van zo'n twee meter. Op Duiveland werd de hoogste waterstand zelfs pas in de loop van de zondagmiddag bereikt. Door de snelheid van het water werden veel mensen verrast in hun slaap. Honderden konden niet op tijd een veilig onderkomen vinden en verdronken. Sommigen na uren aan een dakgoot of in de kruin van een boom te hebben gehangen. Anderen wisten nog net naar hun zolders of daken te vluchten. Mensen die naar de dijken waren gevlucht en daar veilig dachten te zijn hadden soms geen geluk. Veel stukken dijk met daarop vluchtelingen bezweken later alsnog. 

Dijkdoorbraak 1953
Dijkdoorbraak 1953

Het grootste deel van de dodelijke slachtoffers viel niet gedurende de eerste uren na de dijkdoorbraken maar tijdens de tweede vloed op die dag. Deze vond plaats in de middag. Doordat het water nu vrij spel had kon het nu, mede door de nog zeer harde wind, op veel plaatsen sneller en hoger komen dan in de ochtend. Veel huizen, waar nu mensen op de daken of zolders zaten, bezweken door de sterke stroming. 

Veel hulp was er nog niet onderweg van buitenaf. Door uitgevallen telefoon- en telegraaf verbindingen wist men buiten de getroffen gebieden in Nederland nog weinig tot niets over de enorme ramp die zich in eigen land had voltrokken. In de eerste nieuwsberichten op de radio die dag was nog niet duidelijk hoe ernstig alles was. 

Zendamateurs uit de getroffen gebieden brachten hier echter verandering in. Vroeg in de ochtend begon men met het opzetten van hun apparatuur waardoor men met de omliggende dorpen contact wist te leggen. Het lukte hen om contact te leggen met zendamateurs buiten het getroffen gebied en de omvang van de ramp duidelijk te maken.

De omroepverenigingen van Hilversum 1 en 2 stuurden meteen verslaggevers naar de getroffen gebieden. Deze konden echter alleen verbinding met Hilversum krijgen via PTT lijnverbindingen net buiten het rampgebied. Hun eerste verslagen kwamen dan ook van buiten het rampgebied. Een verslaggever van de Volkskrant, Carel Enkelaar, huurde meteen een Dakota. Met de piloot en een fotograaf vloog hij een ronde boven de ondergelopen gebieden. Mede op basis van hun verslag en foto's begon de nationale- en internationale hulp op gang te komen. 

Serooskerke (Foto: KNMI)
Serooskerke (Foto: KNMI)