FOK!focus: Twintig illustere bad guys
Bijdrage: Nikmans
5. Magneto (X-Men, Ian McKellen)
Magneto, wie kent hem niet? Of de aartsrivaal van Charles Xavier nu voor rekening komt van Sir Ian 'Gandalf' McKellen of, zoals in de nieuwere films, Michael Fassbender, Magneto is een slechterik van het zuiverste water. En is hij met zijn metaalmanipulerende krachten ook niet gewoon het stoerste personage uit de X-men reeks?
Het interessante aan Magneto zijn zijn drijfveren, die, hoewel gruwelijk, altijd geloofwaardig blijven. Magneto vindt dat mutanten trots moeten zijn op wat ze zijn en kunnen en dat de 'normale' mensen pech hebben als dat ze niet bevalt. Hij is ervan overtuigd dat mutanten beter zijn dan mensen en staat hiermee lijnrecht tegenover de overtuigingen van professor Xavier, die vindt dat mensen en mutanten zoveel mogelijk in harmonie moeten leven, ook als dit betekent dat mutanten zich wat meer op de achtergrond moeten houden.
Terwijl het makkelijk zou zijn om Magneto in iedere film of cartoon waarin hij tevoorschijn komt, neer te zetten als een megalomane gek die luid lachend gruweldaden pleegt, komt hij eigenlijk altijd kalm en beheerst over. Magneto is een idealist en een intellectueel, iemand die handelt vanuit zijn eigen rotsvaste overtuigingen en wat hem zo geslaagd maakt als schurk is het feit dat je hierdoor als kijker eigenlijk altijd met hem meevoelt.
4. Vera Cosgrove (Braindead, Elizabeth Moody)
Vera Cosgrove zal misschien iets minder belletjes doen rinkelen dan Magneto, en dat is ook wel begrijpelijk. Als slechterik uit de derde film van Peter 'LOTR' Jackson heeft Vera niet meer dan een bescheiden cultstatus, desondanks is ze het vermelden waard.
Wat Vera namelijk zo leuk maakt, is dat ze - in tegenstelling tot Magneto - een bijzonder over-the-top en eendimensionaal personage is. Vera is de bezitterige, onbeschofte en jaloerse moeder van hoofdpersoon Lionel die alles in haar macht doet om haar zoon - die ze ondanks zijn leeftijd nog altijd behandelt als een kind van vijf - zoveel mogelijk aan zich te binden.
Maar Braindead is natuurlijk een horrorfilm en ondanks dat de film eigenlijk nooit eng wordt, betekent dat natuurlijk wel dat op een gegeven moment de pleuris uitbreekt. Het is dan ook geen verrassing dat zodra de zombie-mayhem uitbreekt, Vera zich ontpopt tot de gemeenste zombie en op het einde zelfs terugkomt als een soort gemuteerde versie van zichzelf, inclusief enorme hangtieten en een scène waarin ze Lionel terug haar baarmoeder in probeert te werken.
Vera Cosgrove is een van de origineelste personages in een genre dat doorgaans toch niet overloopt van de originaliteit, en in combinatie met de gitzwarte humor en uitstekende regie die Braindead kenmerkt een van de redenen om deze komische horrorklassieker toch nog maar eens te kijken.
3. Colonel Kurtz (Apocalypse Now, Marlon Brando)
Het jaar is 1979 en een - door een verloren Vietnamoorlog - collectief getraumatiseerd Amerika maakt kennis met de oorlogsfilm Apocalypse Now. Wat is er fout gegaan? Aan wie lag het? Waarom mengden we ons überhaupt in andermans zaken? Was het de prijs waard? Allemaal vragen die tot op dat moment door geen enkele filmmaker gesteld durfden te worden, en hoewel regisseur Francis Ford Coppola niet probeert om ze te beantwoorden, is de ongekend kritische toon die wordt aangenomen een van de redenen waarom Apocalypse Now de annalen in is gegaan.
Een kritische toon die het meest tot uiting komt middels de 'slechterik' van de film, kolonel Walter E. Kurtz, gespeeld door niemand minder dan filmlegende Marlon Brando. De hoofdpersoon van de film (Martin Sheen, de vader van!) wordt er door de legerleiding opuit gestuurd om Kurtz op te sporen en om te brengen. Kurtz is namelijk gedeserteerd uit het Amerikaans leger en heeft zich met enkele volgelingen in de jungle verstopt, waar hij inmiddels een soort messias is geworden.
Wat Kurtz zo'n geslaagde schurk maakt, is dat de volledige achterliggende gedachte van de film eigenlijk in één personage gebundeld is.
Kurtz is niet zozeer gevlucht, maar heeft zich gerealiseerd dat het Amerikaans leger de bezieling mist om de oorlog tot een goed einde te brengen. Dit in tegenstelling tot de Vietcong, die vechten voor huis en haard en hun gruweldaden vanuit blinde overtuiging plegen. Kurtz is van mening dat een vijand die ergens in gelooft niet te verslaan is, dat Amerikaanse soldaten - met hun entertainment, strippers en tours van een paar maanden - de oorlog niet serieus genoeg nemen en heeft zich hiervan afgekeerd.
Uiteindelijk zijn de vragen die hiermee op worden geroepen het interessantste deel van de film. Misten de Amerikanen echt de bezieling? Kun je onethische daden goedpraten, zolang ze een doel dienen? Is het personage van Martin Sheen niet zélf ook een hersenloze dienstklopper die zonder enige vorm van overtuiging orders opvolgt? Kurtz is een grijs gebied zoals er maar weinig zijn geweest in cinemaland, op een geweldige manier neergezet door een legendarische acteur.
2. T-1000 (Terminator 2: Judgment Day, Robert Patrick)
Waar Kurtz een grijs gebied en een vat vol emotie is, is de schurk uit Terminator 2: Judgment Day juist precies het tegenovergestelde: zielloos, genadeloos, medogenloos. Verzin een woord dat eindigt op -loos en de kans is groot dat het op dit personage, gespeeld door Robert Patrick, van toepassing is.
De T-1000 is een verbeterd model Terminator - een mensachtige robot met als doel het ombrengen van menselijke doelwitten - waarvan het personage van Arnold Schwarzenegger (de T-800) de voorloper was. Wat de T-1000 speciaal maakt, is het feit dat hij uit semi-vloeibaar metaal is gemaakt waardoor hij niet alleen de gedaante van iedere persoon die hij maar wil kan aannemen, maar ook zijn eigen vorm kan veranderen in wat hij maar wil; iets dat zich vooral vertaalt naar armen die in slag- en steekwapens worden omgetoverd.
Patrick heeft zelf ooit eens gezegd zijn rol als T-1000 te hebben gemodelleerd naar roofdieren; roofdieren die voor niemand stoppen en overal dwars doorheen gaan op jacht naar wat ze graag willen. Dat is ook meteen de essentie van de T-1000. Deze robot is door niets of niemand tegen te houden in zijn jacht op John Connor, staat altijd weer op - zelfs al is hij bevroren en in duizend scherven uit elkaar geknald - en emotie is niet aan hem besteed. Dichterbij dan een geïnteresseerde blik in het gezicht van een persoon wiens hoofd hij zojuist gespietst heeft, of een zwaaiend vingertje nadat het nét niet gelukt is hem een afgrond vol vloeibaar metaal in te werken komt het niet (gooi dat geweer naar hem toe!) en dat is een van de redenen dat deze schurk al sinds 1991 menig nachtmerrie vult.
1. Walter White (Breaking Bad, Bryan Cranston)
Misschien geen filmschurk, maar dat Walter White een van de meest iconische badguys van de afgelopen paar jaar is, valt niet te ontkennen. De scheikundeleraar-made-drugsbaron uit New Mexico ondergaat in de serie Breaking Bad gedurende vijf seizoenen een opmerkelijke transformatie.
Wat Walter White - en zijn alter ego Heisenberg - zo opvallend maakt in een filmlandschap dat tot de nok gevuld is met drugsbaronnen, is zijn menselijkheid. In het begin is Walt een twijfelende, onzekere huisvader die alleen maar wat geld wil verdienen om zijn familie na te laten, waarna hij zich door de seizoenen heen langzaam ontpopt tot een nietsontziende kingpin die niet kijkt op een dode meer of minder. Toch, ondanks dit alles blijft de liefde voor zijn familie zijn uiteindelijke drijfveer; iets wat in schril contrast staat met sommige van de gruweldaden die (vooral in de latere seizoenen) dankzij hem plaatsvinden.
Walter White is een personage vol tegenstellingen. Het ene moment een meedogenloze slechterik, het andere moment een liefhebbende huisvader en in de laatste aflevering van het laatste seizoen een héél andere man dan die onbeholpen kerel die een paar jaar geleden, in zijn onderbroek, midden in de woestijn een einde aan zijn eigen leven wou maken.