Assad-legers starten met hulp van Rusland tegenaanvallen op rebellen
In Syrië zijn jihadistische strijders verder opgerukt in hun grote offensief tegen de regering van heerser Bashar al-Assad. De Syrische regering heeft nu voor het eerst sinds het begin van de burgeroorlog de controle over Aleppo volledig verloren, aldus het hoofd van het Syrische Observatorium voor de Mensenrechten, Rami Abdel Rahman. Ondertussen herhaalde Iran, dat een bondgenoot is van Assad, zijn steun voor zijn regering.
Update 19.45 uur: In Syrische leger is gestart met een tegenoffensief op de jihadistische rebellen. Het Observatorium voor de Mensenrechten meldde dat de troepen van Assad zijn versterkt, hierbij kregen ze steun van Russische straaljagers, die wapendepots en posities van de rebellen aanvielen.
Eerdere berichtgeving: Het hoofd van het Syrische Observatorium legde verder uit dat in Aleppo, de tweede grootste Syrische stad in het noorden van het land, de strijders van de jihadistische groepering Hajat Tahrir al-Sham (HTS) en daarmee verbonden groepen nu bijna het hele stadsgebied beheersen. Vier wijken staan onder controle van Koerdische milities. Het Syrian Observatory for Human Rights is gevestigd in Groot-Brittannië. Ze beschikt over een netwerk van verschillende bronnen in Syrië en haar informatie is moeilijk onafhankelijk te verifiëren.
De jihadistische groepering HTS, de Syrische tak van het terreurnetwerk Al Qaeda, en haar bondgenoten begonnen woensdag een verrassend groot offensief tegen de strijdkrachten van de Syrische regering. Volgens het Observatorium zijn bij de hevigste gevechten sinds 2020 ruim 320 mensen om het leven gekomen, waaronder 44 burgers. Zaterdag bevestigde het Syrische leger ook dat de jihadisten “grote delen” van Aleppo waren binnengevallen. Iran, verbonden met de Syrische regering, zei dat "gewapende terroristische groeperingen" het Iraanse consulaat in Aleppo hadden aangevallen.
Vóór het begin van hun grote offensief hielden de HTS-jihadisten in het noorden en westen van Syrië grote delen van de Idlib-regio onder hun controle, evenals delen van de aangrenzende provincies Aleppo, Hama en Latakia. Volgens het Syrian Observatory for Human Rights hebben de jihadisten naast Aleppo “tientallen” strategisch belangrijke locaties in de provincies Idlib en Hama overgenomen en stuitten ze daar ook op “geen enkele ” weerstand.
Het Syrische leger heeft zijn posities rond de provinciehoofdstad Hama, gelegen in het midden van het land versterkt. Ook zijn er nieuwe controleposten opgezet in de buitenwijken van Hama en zijn er extra soldaten naar “strategische locaties” in het noorden van de provincie Hama gestuurd. Het Syrische Ministerie van Defensie sprak over het versterken van “verdedigingslinies met verschillende soorten wapens, uitrusting en personeel” in de strijd tegen “terroristische groeperingen.”
Ondertussen kondigde de Iraanse minister van Buitenlandse Zaken Abbas Aragchi zijn reis naar Damascus aan. Hij wilde de steun van zijn land overbrengen aan de Syrische regering en haar strijdkrachten, en Aragchi was er zeker van dat het Syrische leger “deze terroristische groeperingen” opnieuw zou verslaan.
Rusland, eveneens een bondgenoot van Assad, voerde hernieuwde aanvallen uit ter ondersteuning van de regeringstroepen. Volgens het Observatorium werd er voor het eerst sinds 2016 Russische luchtaanvallen uitgevoerd op Aleppo. Volgens Russische media schreef het Russische leger over bomaanslagen ter ondersteuning van de regering in Damascus tegen ‘extremistische’ groeperingen in Syrië. Volgens het Observatorium kwamen zestien burgers om het leven bij een luchtaanval die vermoedelijk door Rusland is uitgevoerd. De aanval van zaterdagmiddag was gericht op “burgervoertuigen”.
Volgens het Russische ministerie van Buitenlandse Zaken heeft minister Sergei Lavrov zijn collega's in Iran en Turkije gebeld en zijn bezorgdheid geuit over de "gevaarlijke escalatie" in Syrië. Hij verzekerde ook dat Rusland Syrië zou blijven steunen.
De VS geven Rusland en Iran de schuld
Ondertussen zeiden de VS dat ze de oorzaak van de opmars van de jihadisten zien in de ‘afhankelijkheid van Syrië van Rusland en Iran’. Deze afhankelijkheid en “de weigering om het vredesproces voort te zetten dat in 2015 door de VN-Veiligheidsraad werd voorgesteld” hebben de “omstandigheden gecreëerd voor wat er nu gebeurt”, zei Sean Savett, woordvoerder van de Nationale Veiligheidsraad.
Savett benadrukte dat de VS niets te maken hadden met het door HTS geleide offensief. In een verklaring van donderdag gaf de Iraanse minister van Buitenlandse Zaken Aragchi de schuld aan een “Amerikaans-zionistisch plan” dat bedoeld was om “de stabiliteit en veiligheid van de regio te ontwrichten” voor het grote offensief van de jihadisten. Zondag herhaalde hij deze beschuldiging.